Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

31 322 Kinderopvang

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 432 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2021

Op 10 februari 2021¹ heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de tegemoetkomingsregeling aan ouders die de facturen van kinderopvang tijdens de tweede sluiting van kinderopvang hebben doorbetaald. Vanaf 8 februari waren kinderdagverblijven en gastouderopvang weer open en sinds 19 april is ook de buitenschoolse opvang (BSO) weer open. Ik besef dat het door de sluiting van de kinderopvang uitdagend was voor ouders om de zorg voor (kleine) kinderen te combineren met werk, (mantel)zorg of andere taken. Nu de buitenschoolse opvang (BSO) op 19 april 2021 weer is geopend kan de overheid aan de slag om ouders tegemoet te komen in de eigen bijdrage van kinderopvang die ze ook tijdens deze tweede kinderopvangsluiting hebben doorbetaald. Het gaat hierbij over de periode 16 december 2020 tot en met 7 februari 2021 voor de dagopvang en gastouderopvang en 16 december 2020 tot en met 18 april 2021 voor de BSO.

Met deze brief informeer ik u, aanvullend op de brief van 10 februari, over de tegemoetkomingsregelingen. Daarbij onderscheid ik drie groepen: (1) ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen, (2) ouders die een overheidsbijdrage ontvangen op basis van gemeentelijke regelingen en (3) personen zonder overheidsbijdrage in de kosten voor kinderopvang.

1. Ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen

Ouders die tijdens de tweede sluitingsperiode recht hadden op kinderopvangtoeslag, ontvangen net als over de eerste sluitingsperiode ambtshalve een tegemoetkoming in de eigen bijdrage die zij hebben doorbetaald. Dat regelt de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO. De tegemoetkoming is een benadering van de betaalde eigen bijdrage. Zo is de hoogte van de tegemoetkoming o.a. beperkt tot de maximum uurprijs conform het Besluit kinderopvangtoeslag. Voor de tegemoetkoming hoeven ouders geen aanvraag te doen. Ouders krijgen rond 28 mei aanstaande een tegemoetkoming op basis van de voor de kinderopvangtoeslag reeds bekende gegevens, zoals aantal kinderen dat naar de kinderopvang gaat en de hoogte van het inkomen. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Belastingdienst/Toeslagen voeren de regeling uit. Op basis van de gegevens die op de peildatum van 21 februari 2021 bij de Belastingdienst/Toeslagen bekend zijn, zal de SVB de tegemoetkoming uitkeren. Ook voor de tweede sluitingsperiode wordt voorzien in een herzieningsmoment. Dit gebeurt voor ouders die voor een kind pas na deze peildatum kinderopvangtoeslag hebben aangevraagd of na de peildatum hebben doorgegeven dat hun kind(eren) van dagopvang naar buitenschoolse opvang is gewisseld. Dit terwijl er voor deze kinderen gedurende de sluitingsperiode wel al lopend een contract was met de kinderopvangorganisatie.

De kinderopvangtoeslag moet wel tijdig worden aangevraagd of aangepast. De peildatum voor de herziening wordt nog bekend gemaakt. Die datum zal bij ministeriële regeling worden vastgesteld.

2. Ouders die een overheidsbijdrage ontvangen op basis van gemeentelijke regelingen

Gemeenten verzorgen, net als bij de eerste sluitingsperiode, de tegemoetkoming voor ouders die in deze periode een eigen bijdrage hebben betaald voor kinderopvang op basis van de gemeentelijke regelingen (sociaal medische indicatie (SMI), voorschoolse educatie en peuteraanbod). Nu de BSO weer open is kunnen gemeenten de eigen bijdrage vergoeden van de ouders die op basis van een sociaal-medische indicatie (SMI) gebruik maken van BSO. De decentralisatie-uitkering Voorschoolse voorziening peuters is vanwege deze tweede sluiting van kinderopvang verhoogd met € 5,1 miljoen.²

3. Personen zonder overheidsbijdrage in de kosten voor kinderopvang

Naast de bovenstaande groepen, zijn er ook personen die de kosten van kinderopvang zelf dragen. De inschatting is dat dit circa 4.800 huishoudens voor 8.000 kinderen zijn. Zij krijgen een tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO zonder overheidsvergoeding. Deze regeling is op 6 mei in werking getreden

Vanaf 15 mei tot en met 15 juli 2021 kunnen de personen die de facturen van kinderopvang tijdens de eerste en/of tweede sluiting hebben doorbetaald de TTKZO-tegemoetkoming aanvragen. Dit kan via de website van de SVB. Het aanvraagformulier dient vergezeld te worden van de betaalde facturen over de betreffende periode. Het gaat om facturen over de volgende perioden.

De eerste sluitingsperiode was van:

• 16 maart 2020 tot en met 10 mei 2020 voor de dagopvang en gastouderopvang; en

• 16 maart 2020 tot en met 7 juni 2020 voor de (BSO).

De tweede sluitingsperiode was van:

• 16 december 2020 tot en met 7 februari 2021 voor de dagopvang en gastouderopvang; en

• 16 december 2020 tot en met 18 april 2021 voor de BSO.

Naast het aanleveren van de facturen dient een Verklaring Kinderopvang te worden ingevuld, die ondertekend is door de kinderopvangorganisatie waarvan de facturen afkomstig zijn. De SVB heeft dit formulier tijdig voor de opening van het aanvraagloket op hun website gezet, zodat men extra tijd heeft de juiste gegevens die nodig zijn voor de aanvraag gereed te maken. Op de website van de SVB staat in meer detail uitgelegd hoe de aanvraag in zijn werk gaat en wat hierbij nodig is.

Uiterlijk acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag ontvangt de aanvrager een beslissing van de SVB. De hoogte van de tegemoetkoming wordt onder andere berekend op basis van de aangeleverde betaalde facturen en is een tegemoetkoming bij benadering. Zo is de hoogte van de tegemoetkoming beperkt tot de maximum uurprijs conform het Besluit kinderopvangtoeslag. Men kan over een sluitingsperiode geen tegemoetkoming ontvangen als men over diezelfde sluitingsperiode recht heeft (gehad) op een tegemoetkoming op basis van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO (de regeling voor ouders met kinderopvangtoeslag). Ook ontvangt men geen tegemoetkoming voor uren kinderopvang waarvoor recht bestaat op gemeentelijke vergoeding (SMI, voorschoolse educatie, kortdurend peuteraanbod) of voor uren kinderopvang in het kader van noodopvang.

Tot slot

Met deze brief wil ik nogmaals de ouders bedanken die tijdens de sluiting van de kinderopvang de facturen van kinderopvang hebben doorbetaald en tegelijkertijd hier geen gebruik van hebben kunnen maken. Met name ook dank aan de personen die de kosten van kinderopvang zelf betalen, die lang hebben gewacht op de tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang tijdens de eerste sluiting.

Ook door de inzet van de kinderopvangsector bleef de continuïteit van de sector behouden. Ik ben blij om van de brancheorganisaties te horen dat het de meeste BSO’s is gelukt om op 19 april weer de deuren te openen voor alle kinderen die normaal naar de BSO gaan. De sector heeft hard gewerkt om dit voor elkaar te krijgen. Uit reacties maak ik op dat deze opening bij veel locaties een feestelijk gebeurtenis is geweest en ik vind het mooi om te zien dat de kinderopvang met zoveel energie weer aan de slag is om kinderen een goede en stimulerende kinderopvang te bieden.

Op dit moment worden zelftesten aan de kinderopvangsector geleverd. We verwachten dat eind mei de kinderopvangorganisaties en gastouders de zelftesten hebben ontvangen. Met deze zelftesten kunnen kinderopvangmedewerkers en gastouders zichzelf tot de zomer twee keer per week preventief testen. Zelftesten kunnen een bijdrage leveren aan de continuïteit van de kinderopvangsector. Door regelmatig preventief te testen, kan een besmetting vroegtijdig worden opgespoord en een grotere uitbraak op een kinderopvanglocatie worden voorkomen.

Al met al besef ik dat dit een ingewikkelde tijd blijft voor alle mensen die werkzaam zijn in de kinderopvang door alle extra maatregelen die zijn geïmplementeerd en moeten worden gehanteerd op werkvloer. Ik wil hierbij nogmaals mijn grote waardering uitspreken voor het vele werk dat is verzet door de kinderopvangsector.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees

---

1. Kamerstuk 31 322, nr. 425↩︎

2. Kamerstukken 35 420 en 35 570 B, nr. 244↩︎