[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de informele bijeenkomst van de Europese Raad van 7 en 8 mei 2021

Europese Raad

Brief regering

Nummer: 2021D17601, datum: 2021-05-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-1665).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-1665 Europese Raad.

Onderdeel van zaak 2021Z08019:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

21 501-20 Europese Raad

Nr. 1665 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2021

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de informele Europese Raad van 7 en 8 mei 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

VERSLAG VAN DE INFORMELE BIJEENKOMST VAN DE LEDEN VAN DE EUROPESE RAAD VAN 7 EN 8 MEI 2021

Op vrijdag 7 en zaterdag 8 mei vond een informele bijeenkomst van de leden van de Europese Raad plaats in Porto. Op vrijdag 7 mei spraken de leden van de Europese Raad tijdens een diner over COVID-19 en Rusland. Op zaterdag 8 mei vonden een Sociale Top en een EU-India Top plaats. De Minister-President nam via videoverbinding deel aan deze bijeenkomsten. Op vrijdag 7 mei vond tevens een Social Summit Conferentie plaats, georganiseerd door het Portugese voorzitterschap en de Europese Commissie. Namens Nederland nam de Minister van SZW via videoverbinding deel aan deze conferentie.

Social Summit Conferentie d.d. 7 mei en Sociale Top d.d. 8 mei

Voorafgaand aan de Sociale Top van 8 mei vond op 7 mei een Social Summit Conferentie plaats, georganiseerd door het Portugese voorzitterschap en de Europese Commissie. De Minister van SZW nam namens Nederland via videoverbinding deel aan deze conferentie. Naast vertegenwoordigers van de lidstaten en EU-instituties waren ook het maatschappelijk middenveld en sociale partners vertegenwoordigd.1 De deelnemers van de conferentie waren het eens over het belang van de Sociale Top gezien de uitdagingen waar de EU voor staat, zoals het herstel uit de COVID-19 pandemie en de digitale en groene transitie. De pandemie heeft bijgedragen aan ongelijkheid en dit dient doorbroken te worden. Veel sprekers benoemden hierbij specifiek de positie van jongeren en vrouwen. Ook benadrukten veel sprekers het belang van vaardigheden en levenlang ontwikkelen om mensen aan het werk te krijgen en te houden. Waar sommigen de EU opriepen tot actie om ongelijkheid tegen te gaan, gaven anderen aan dat dit met name iets is voor de nationale en lokale overheden in samenwerking met sociale partners.

De Minister van SZW heeft namens Nederland aangegeven dat de snel veranderende arbeidsmarkten veel flexibiliteit en aanpassingsvermogen van werknemers vragen. Tevens heeft hij ingebracht dat er gestreefd moet worden naar het creëren van banen van hoge kwaliteit en dat mensen de mogelijkheid moeten krijgen de nodige vaardigheden en kwalificaties te ontwikkelen voor deze banen. Door in heel Europa meer en kwalitatief betere banen te creëren, wordt het risico op armoede en sociale uitsluiting verkleind. Het zal gelijke kansen bevorderen en individueel welzijn en economische groei vergroten.

Op 8 mei nam de Minister-President via videoverbinding deel aan de Sociale Top. De leden van de ER betrokken de uitkomsten van de Social Summit Conferentie bij hun bespreking van de verdere implementatie van de Europese Pijler van Sociale Rechten2. De leden van de Europese Raad namen de Porto verklaring3 aan waarin zij de streefdoelen voor 2030 uit het Actieplan van de Europese Commissie voor de Sociale Pijler verwelkomen (ten minste 78% van de bevolking tussen de 20 en 64 jaar moet in 2030 een baan hebben, ten minste 60% van alle volwassenen volgt in 2030 elk jaar een opleiding en het aantal mensen met risico op armoede of sociale uitsluiting moet in 2030 met ten minste 15 miljoen gereduceerd zijn). De verklaring benoemt, in lijn met het non-paper dat Nederland samen met 10 andere lidstaten heeft ingebracht, dat hierbij de bestaande bevoegdheidsverdeling en de principes van subsidiariteit en proportionaliteit gerespecteerd dienen te worden. Bij monitoring van de voortgang op deze doelstellingen, als onderdeel van de Europees Semester, worden nationale omstandigheden in acht genomen.

Vrijwel alle leden van de Europese Raad benadrukten dat het herstel uit de COVID-19 pandemie en de digitale en groene transitie vragen om inzet op het creëren van meer en betere banen, investeren in onderwijs en een levenlang leren en aandacht voor de gevolgen van met name technologische veranderingen op de arbeidsmarkt. Nederland heeft daarnaast gewezen op het belang van hervormingen en het versterken van de weerbaarheid van arbeidsmarkten voor het bereiken van economische groei en opwaartse sociaaleconomische convergentie binnen de EU. Nederland en andere lidstaten gaven aan dat ook het bestrijden van discriminatie en het bevorderen van gelijkheid van alle individuele inwoners van de EU bijdraagt aan een weerbaar en inclusief Europa. Sociaal beleid van de lidstaten, in nauwe samenwerking met sociale partners en met gerichte steun van de Commissie, verkleint het risico op armoede en sociale uitsluiting en kan zorgen voor een diepere en eerlijke interne markt.

EU-India Top

Op 8 mei vond de EU-India Top plaats. Premier Modi nam, net als enkele andere regeringsleiders, virtueel deel. Dit was de eerste EU-India top waarbij Premier Modi direct met alle 27 EU-lidstaten tegelijk in gesprek ging.

Het kabinet verwelkomt de uitkomsten van de EU-India top. De slotverklaring4 onderstreept de ambitie van beide zijden om de samenwerking te intensiveren, vanuit het vertrekpunt dat de EU en India gezamenlijke belangen, principes en democratische waarden delen. Het kabinet verwelkomt ook de recente steun van EU-lidstaten aan India bij de bestrijding van de ernstige tweede corona uitbraak. Met betrekking tot de klimaatdoelstellingen committeren beide partijen zich aan intensievere samenwerking, met een focus op de energietransitie, emissiereductie en klimaatadaptatie. Op die manier kan aanzienlijke voortgang geboekt worden in de strijd tegen klimaatverandering. Tegelijkertijd blijft de EU met India in dialoog over het verhogen van de klimaatdoelstellingen, inclusief een doelstelling rond netto nul uitstoot, in aanloop naar de COP26. Verder is in de slotverklaring een passage opgenomen over mensenrechten en het belang van versterking van instituties voor de bevordering van mensenrechten en de rol van nationale mensenrechteninstellingen. Het kabinet verwelkomt de gezamenlijke EU-India inzet op de versterking van het multilaterale stelsel en de bevordering van een vrije, open en inclusieve Indo-Pacific regio. Het kabinet steunt de hervatting van de onderhandelingen over een handelsakkoord en verwelkomt de afspraak om te starten met onderhandelingen over een separate investeringsbeschermingsovereenkomst. Naast de slotverklaring brachten beide zijden ook een gezamenlijke verklaring uit over een EU-India partnerschap inzake connectiviteit.

Informeel diner van de leden van de Europese Raad d.d. 7 mei

COVID-19

Ten aanzien van COVID-19 stelden de leden van de Europese Raad verbetering van de situatie in de gehele EU vast. Daarbij merkten zij op dat het zaak is waakzaam te blijven. Zij stelden vast dat de vaccinexport vanuit de EU moet blijven functioneren, in het verlengde hiervan zijn EU-bijdragen aan COVAX cruciaal. Met betrekking tot het Digitale Groene Certificaat (DGC) ging de discussie vooral over het juridische kader en over de concrete gevolgen van dit kader voor het reizen in de EU. Veel lidstaten benadrukten het risico dat lidstaten een eigen en onderling verschillende invullingen geven aan de rechten die aan een certificaat worden gekoppeld. Hierop werd vastgesteld dat het van belang is dat lidstaten hun nationale toepassingen zo veel mogelijk op elkaar afstemmen en dat hier op korte termijn over wordt gesproken. De leden van de Europese Raad spreken op 24 en 25 mei tijdens een buitengewone Europese Raad verder over dit onderwerp.

Vaccins en intellectuele eigendomsrechten

De leden van de Europese Raad spraken tevens over het internationaal intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) ten aanzien van COVID-19-vaccins. Zij waren het erover eens dat het zaak is de productie van vaccins snel op te voeren. Ten aanzien van deze intellectuele eigendomsrechten benadrukte een groot aantal lidstaten dat het vrijgeven van patenten op de korte termijn niet zal helpen om de wereldwijde beschikbaarheid van vaccins te vergroten. In de verdere discussie stond een aantal landen terughoudend tegenover het vrijgeven van patenten. Dit zou innovatie belemmeren. Daarnaast zou het ten koste kunnen gaan van de bereidwilligheid van farmaceutische bedrijven om bij een volgende pandemie te investeren in de ontwikkeling van vaccins. Aan de andere kant gaf een aantal lidstaten aan open te staan om te onderzoeken of het vrijgeven van het IE-recht (op langere termijn) zou kunnen helpen. De mogelijkheden om de productie verder op te schalen bij de huidige vaccinproducenten zouden volgens hen (te) beperkt zijn. Een derde groep landen stond neutraal in de discussie. Nederland heeft betoogd dat het opschalen van de mondiale productiecapaciteit de kern van de oplossing is. De centrale vraag is daarom volgens Nederland of het opschorten van het IE-recht bijdraagt aan deze opschaling, waarbij enige voorzichtigheid gepast is wegens de risico’s van een dergelijke opschorting. Uiteindelijk stelde de voorzitter van de Europese Raad vast dat er veel aarzelingen en twijfels bij de leden van de Europese Raad zijn over het vrijgeven van patenten, maar dat de EU ook bereid moet zijn hier nader over te spreken. Dit onderwerp zal weer aan de orde komen bij de buitengewone Europese Raad van 24–25 mei.

Rusland

Tsjechië informeerde de leden van de Europese Raad over de wederzijdse uitzettingen van Tsjechische en Russische diplomaten in verband met de Russische betrokkenheid bij de ontploffing van een munitiedepot in Tsjechië in 2014. Een aantal leden gaf aan naar aanleiding hiervan diplomatieke actie te hebben ondernomen. Daarnaast benadrukte een aantal lidstaten dat de EU gezamenlijk moet optrekken om een vuist te kunnen maken tegen Rusland. Tot slot werd kort stilgestaan bij de vraag in hoeverre de EU open moet staan voor dialoog en selectieve samenwerking met Rusland. Tijdens de buitengewone Europese Raad van 24 en 25 mei zal hier tijdens een strategische discussie verder over worden gesproken.


  1. De sociale partners, de Europese Commissie, het Europees parlement, het social Platform en het voorzitterschap hebben gezamenlijk een verklaring ondertekend die zij, via de voorzitter van de ER, aan de regeringsleiders hebben overhandigd ter bespreking op de informele ER op 8 mei, https://www.2021portugal.eu/en/porto-social-summit/porto-social-commitment. Dit document is tevens bijgevoegd aan het verslag (Bijlage: Porto Social Commitment, 8 May). Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Europese pijler van Sociale Rechten: https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-13129–2017-INIT/nl/pdf↩︎

  3. De Porto verklaring, https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2021/05/08/the-porto-declaration/Dit document is tevens bijgevoegd aan het verslag (Bijlage: Porto Declaration, 8 May). Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  4. https://www.consilium.europa.eu/media/49523/eu-india-leaders-meeting-joint-statement-080521.pdf. Dit document is tevens bijgevoegd aan het verslag (Bijlage: Joint Statement EU-India Leaders» Meeting, 8 May).Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎