[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Racistische berichten in appgroep politie Rotterdam

Politie

Brief regering

Nummer: 2021D18893, datum: 2021-05-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29628-1014).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29628 -1014 Politie.

Onderdeel van zaak 2021Z08575:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

29 628 Politie

Nr. 1014 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2021

Op 6 april 2021 heeft uw Kamer gevraagd om een reactie op de ontstane situatie naar aanleiding van de racistische appberichten van Rotterdamse agenten (Handelingen II 2020/21, nr. 65, item 7).

De gedane uitlatingen door politiemedewerkers worden door mij en de korpsleiding als schokkend ervaren. In Nederland en bij de politie is racisme en discriminatie niet toegestaan, daarover zijn de wet en de beroepscode voor de politie helder. De reacties uit de samenleving en uit de politie om nog alerter te zijn in geval van discriminerende uitlatingen en in dialoog te gaan over hoe hier mee om te gaan zijn gehoord. Het onderwerp komt regelmatig aan de orde in mijn gesprekken met de politie en met burgemeesters, die zich vanuit hun rol als lokaal gezag betrokken voelen bij het thema. Zo heb ik naar aanleiding van de gebeurtenissen in Rotterdam recent met zowel politiechef Westerbeke als met burgemeester Aboutaleb gesproken.

De korpsleiding zal toewerken naar meer eenduidigheid en helderheid over sancties in geval van discriminatoire en racistische uitspraken zoals in deze casus. Daarbij is oog voor een heldere correctie op ongewenst gedrag die rekening houdt met feiten en omstandigheden en met de vraag welke kansen politiemedewerkers mogen krijgen om te leren van hun fouten. De korpsleiding is hierover ook in gesprek met de politietop en het Netwerk Divers Vakmanschap.

Maatregelen door de politie

Ten aanzien van de racistische appberichten van Rotterdamse agenten heeft het OM geconcludeerd dat er geen sprake is van strafrechtelijke verwijtbaar handelen. Wel blijkt uit het disciplinaire onderzoek dat door de politie is uitgevoerd dat sprake is van ernstig laakbaar handelen en van plichtsverzuim. De politieleiding heeft hierover een voorgenomen besluit over de disciplinaire straf opgesteld. Over dit voorgenomen besluit is intern advies ingewonnen bij deskundigen in het zogenaamde «strafmaatoverleg». Daarna heeft de onafhankelijke adviescommissie Grondrechten en Functie-uitoefeningen Ambtenaren (AGFA) over die voorgenomen disciplinaire straf advies uitgebracht omdat het gaat om een grondrecht (i.c. de vrijheid van meningsuiting). De AGFA heeft positief geadviseerd over het voorgenomen besluit. Dit advies is openbaar gemaakt. Vervolgens heeft de politieleiding, vanuit haar rol als werkgever, de betrokken medewerkers overeenkomstig het voorgenomen besluit disciplinair gestraft.

Dialoog over Politie voor Iedereen

De korpschef en ik vinden het belangrijk dat de politie er voor iedereen is. Om dit te onderstrepen wordt met «Politie voor iedereen» de komende jaren gestreefd naar een korps dat divers is opgebouwd en goed met diversiteit kan omgaan. Daarbij is er oog voor de verschillende culturen, leefstijlen en aandachtsgebieden in onze samenleving en is geen ruimte voor discriminatie. De korpsleiding is gestart met het vormen van een externe raad voor reflectie en advies op de realisatie van Politie voor Iedereen. Deze reflectiegroep wordt divers samengesteld met onder andere deskundigen uit de wetenschap en maatschappelijke organisaties. In de Eerste Kamer heb ik op 20 april al aangegeven dat het streven van de korpsleiding erop gericht is om deze raad rond de zomer al een eerste keer samen te laten komen om haar rol en aanpak te bespreken.

De gebeurtenissen in Rotterdam tonen aan dat een continue dialoog nodig is over de manier waarop de politie ongewenst gedrag corrigeert. De korpschef heeft reeds aangegeven dat hij hierbij aandacht zal hebben voor formele disciplinaire maatregelen maar ook voor leer- of bewustwordingstrajecten, al dan niet gekoppeld aan disciplinaire maatregelen. Dit zal besproken worden en geactualiseerd waar dat nodig is. Hierbij zullen ook de overwegingen van de commissie AGFA worden betrokken.

Ten slotte heb ik aan de korpschef aangegeven nog voor de zomer een aantal bijeenkomsten te beleggen met politiechefs en maatschappelijke organisaties die zich inzetten regen racisme en discriminatie om het onderwerp van discriminatie, racisme en uitsluiting openlijk te bespreken.

In het halfjaarbericht politie dat ik in juni aan uw Kamer doe toekomen ga ik nader in op alle maatregelen die inmiddels reeds lopen binnen de politie binnen het kader van «Politie voor Iedereen».

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus