Uitspraak Gerecht Europese Unie inzake beroep Ryanair tegen het besluit van de Europese Commissie inzake steunpakket KLM
Air France - KLM
Brief regering
Nummer: 2021D19206, datum: 2021-05-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29232-50).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29232 -50 Air France - KLM.
Onderdeel van zaak 2021Z08726:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Medeindiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2021-05-26 10:00: Procedurevergadering Financiën (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-06-10 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-11-19 14:00: Staatsdeelnemingen (LET OP: ter vervanging van het commissiedebat Staatsdeelnemingen d.d. 17 november 2021) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2023-05-11 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
29 232 Air France – KLM
Nr. 50 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2021
Op 19 mei jongstleden heeft het Gerecht van de Europese Unie (Gerecht) uitspraak gedaan inzake het beroep van Ryanair tegen het goedkeuringsbesluit van de Europese Commissie van het steunpakket aan KLM. Met deze brief informeren wij u over het arrest van het Gerecht.
Het Gerecht is van oordeel dat de Europese Commissie in het goedkeuringsbesluit onvoldoende heeft gemotiveerd hoe wordt gewaarborgd dat de steun alleen terechtkomt bij KLM en niet ook deels bij Air France dat onderdeel is van dezelfde holding. Volgens het Gerecht kan de motivering van de Europese Commissie niet volstaan met het enkel vaststellen dat KLM de begunstigde is van de steunmaatregel en de bevestiging van de Nederlandse autoriteiten dat de aan KLM toegekende financiering niet zal worden gebruikt door Air France. Het motiveringsgebrek heeft geleid tot nietigverklaring van het besluit van de Europese Commissie.
De nietigverklaring heeft geen directe gevolgen voor de steun aan KLM. Het Gerecht heeft de gevolgen van de vernietiging opgeschort vanwege de bijzonder schadelijke gevolgen die de Nederlandse economie en het Nederlandse luchtverkeer als gevolg van de COVID-19-pandemie zouden ondervinden wanneer de uitbetaling van de in de aangemelde steunmaatregel vastgestelde geldsommen onmiddellijk op losse schroeven zou komen te staan. De gevolgen worden opgeschort totdat de Europese Commissie een nieuw besluit heeft vastgesteld over de steun aan KLM.
De Europese Commissie moet een nieuw besluit nemen inzake het steunpakket aan KLM. In dit nieuwe besluit zal de Europese Commissie voldoende moeten motiveren dat de steun enkel ten goede komt aan KLM. Dat is naar de mening van het Gerecht onvoldoende in de motivatie van het besluit van de Europese Commissie naar voren gekomen. Het kabinet is van oordeel dat het steunpakket aan KLM dusdanig is ingericht dat KLM de begunstigde is van de steunmaatregel en niet Air France. Dit is opgenomen in de aan het steunpakket onderliggende documentatie en de state agent zal toezien op de naleving van de gemaakte afspraken. Vanzelfsprekend zal de Nederlandse overheid, indien daarom wordt verzocht door de Europese Commissie, additionele informatie aanleveren om te zorgen dat het motiveringsgebrek wordt hersteld.
De Europese Commissie heeft maximaal twee maanden de tijd om een nieuw besluit vast te stellen. Indien de Europese Commissie zou besluiten een formele onderzoeksprocedure te openen op grond van artikel 108, lid 2, Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dan wordt aan de termijn van twee maanden een redelijk tijdvak toegevoegd. Mede naar aanleiding van overleg met de Europese Commissie, is de verwachting van het kabinet dat de Europese Commissie een nieuw besluit zal nemen en geen onderzoeksprocedure zal openen. Uiteindelijk is het aan de Europese Commissie om hierover te besluiten. Tegen een nieuw besluit kunnen belanghebbenden weer in beroep gaan. Mocht dat gebeuren, dan zal het Gerecht het nieuwe besluit weer beoordelen.
De uitspraak van het Gerecht heeft geen directe gevolgen voor de steun aan KLM. Bij brief van 6 april jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de Nederlandse staat in gesprek is met de verschillende stakeholders over eventuele herkapitalisatie van KLM. De uitspraak van het Gerecht heeft geen invloed op de voortgang van deze gesprekken.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga