[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van de leden Van den Berg en Van der Laan over een beslistermijn voor de rechter in het kader van een deskundigenonderzoek en het horen van getuigen

Wijziging van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten teneinde de uitvoering te vereenvoudigen en technische onvolkomenheden en omissies te herstellen

Amendement

Nummer: 2021D19336, datum: 2021-05-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35667-9).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35667 -9 Wijziging van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten teneinde de uitvoering te vereenvoudigen en technische onvolkomenheden en omissies te herstellen.

Onderdeel van zaak 2021Z08780:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 667 Wijziging van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten teneinde de uitvoering te vereenvoudigen en technische onvolkomenheden en omissies te herstellen

Nr. 9 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DEN BERG EN VAN DER LAAN

Ontvangen 25 mei 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel J, onder 2, wordt in het voorgestelde vierde lid «doet de rechter, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdelen a, b, c of e, zo spoedig mogelijk uitspraak» vervangen door «wordt de termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b, c of e, met drie weken verlengd».

Toelichting

De indiener is van mening dat het verschil tussen een beslistermijn voor de rechter van drie weken en geen beslistermijn vastleggen in het kader van het doen uitvoeren van een deskundigenonderzoek en het horen van getuigen te groot is.

Daarom stelt de indiener voor de huidige termijn te verlengen met drie weken waardoor de rechter uiterlijk zes weken na indiening van het verzoekschrift over de opvolgende machtiging een beslissing moet nemen. Dit sluit aan bij allerlei andere bezwaar en beroepsmogelijkheden uit het bestuursrecht en geeft de belanghebbende (de cliënt die het betreft) duidelijkheid door de opname van een termijn. Het mag natuurlijk eerder binnen de termijn van 6 weken, maar de indiener is van mening dat met dit voorstel zowel voor de rechter als voor de deskundige ruimte gecreëerd wordt om het deskundigenonderzoek op een ordentelijke wijze uit te laten voeren zonder afbreuk te doen aan de verdere procedure.


Van den Berg

Van der Laan