Appreciatie op het gewijzigde amendement van het lid Hagen c.s. over uitsluiten inzet van biobrandstof uit sojaolie (Kamerstuk 35626-28)
Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en ter uitvoering van het Klimaatakkoord
Brief regering
Nummer: 2021D19428, datum: 2021-05-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35626-29).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35626 -29 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en ter uitvoering van het Klimaatakkoord.
Onderdeel van zaak 2021Z08859:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-05-27 13:37: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-06-09 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-30 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 626 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en ter uitvoering van het Klimaatakkoord
Nr. 29 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 mei 2021
Via deze brief geef ik een appreciatie op het gewijzigde amendement met Kamerstuk 35 626, nr. 28 van het lid Hagen (ter vervanging van amendement met Kamerstuk 35 626, nr. 8) over het uitsluiten van sojaolie voor biobrandstoffen in de Wet milieubeheer in het kader van de RED II implementatie.
In de Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/807 over ILUC (indirecte veranderingen in landgebruik), geeft de Europese Commissie op basis van wetenschappelijke data inzicht in de ILUC-effecten van gewassen als deze worden gebruikt als biobrandstof. Volgens de data die de Europese Commissie sinds 2019 gebruikt (er volgt binnenkort een actualisering) is sojaolie het gewas met het op twee na hoogste ILUC-risico en komt het dicht bij de Europese drempelwaarde om als hoog-ILUC te worden aangemerkt. De Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED II) geeft een lidstaat de mogelijkheid om oliehoudende gewassen uit te sluiten op basis van ILUC-risico’s. Door bij de inzet van sojaolie voor biobrandstoffen nationaal te verplichten dat een laag-ILUC certificaat moet worden overgelegd, zal sojaolie nationaal hetzelfde worden behandeld als gewassen met een hoog-ILUC risico, wat een extra waarborg geeft dat ILUC-effecten niet optreden. Het niet inzetten van sojaolie voor biobrandstoffen is al jaren bestaande praktijk in Nederland en in het Klimaatakkoord is vastgelegd om dit voort te zetten. Ik laat het oordeel over dit amendement aan de Kamer.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer