Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2021D19645, datum: 2021-05-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35850-XIII-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35850 XIII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2021Z08950:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-06-01 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-06-08 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-06-10 14:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-07-08 13:20: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle onderwerpen tot en met 7 juli) (Stemmingen), TK
- 2021-09-14 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020‒2021 |
35 850XIII | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) |
Nr. 2 |
|
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
- de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
- de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen betreffende het Time out Arrangement Krediet (TOA-krediet), de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL), Tegemoetkoming starters, Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland, Subsidie continuïteit bruine vloot en de uitvoeringskosten van RVO voor de TVL, die in deze eerste suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de spoedeisende karakter van de bovengenoemde maatregelen en het verwerken daarvan in deze eerste suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de Kamerbrief Uitvoering referentiesystematiek van de TVL van 17 mei 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 270), de Kamerbrief Toetsingskader TOA-krediet van 21 mei 2021, de Kamerbrief Het steun- en herstelpakket in het derde kwartaal van 2021 van 27 mei 2021 en de Kamerbrief Tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot van 27 mei 2021.
Vanwege de spoedeisende coronamaatregelen zijn in de periode december 2020 tot en met april 2021 zeven incidentele suppletoire begrotingen over het begrotingsjaar 2021 naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
Opbouw 1e suppletoire begroting 2021
Deze 1e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd
beeld van de begrotingsuitvoering 2021. Onderdeel B, de
begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:
- Leeswijzer met onder andere een overzicht van de coronamaatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn opgenomen.
- Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
- De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel “Budgettaire gevolgen van beleid” opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
- De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
- De agentschappen. In deze 1e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagrafen van de Agentschap Telecom (AT), de Dienst ICT Uitvoering (DICTU) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.
Ondergrenzen toelichtingen
Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
Overzicht coronamaatregelen
Hieronder een overzicht van de coronamaatregelen met daarin de coronagerelateerde uitgaven vanuit de begroting van het Ministerie van EZK. Een uitgebreid overzicht is te vinden op Overheidsfinancien in coronatijd op Rijksfinancien.nl.
1 | Telecom Caribisch Nederland | 3 | 3 | Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105 | |
2 | Noodloket (TOGS) | 2 | 2 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217 | |
2 | Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) | 8.684 | 8.684 | Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerbrief Het steun- en herstelpakket in het derde kwartaal van 2021, Kamerbrief Tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot | |
2 | Omscholing naar tekortsectoren | 38 | 38 | Kamerstuk 35 420, nr. 105 | |
2 | Tegemoetkoming vaste lasten starters | 90 | 90 | Kamerstuk 35 420, nr. 217 | |
2 | Steunmaatregel mobiliteitscluster | 150 | 30 | Kamerstuk 35 420, nr. 248 | |
2 | Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) | 385 | 325 | Kamerstuk 35 420, nr. 217 | |
2 | Bedrijfssteun | 401 | 560 | 49 | Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252 |
2 | Qredits | 270 | 90 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerbrief Toetsingskader TOA-krediet, | |
2 | BMKB-Corona | 735 | Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16 | ||
2 | Klein Krediet Corona (KKC) | 250 | 100 | Kamerstuk 35 420, nr. 31 | |
2 | GO-Corona | 2.100 | 225 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16 | |
2 | Herstructurering winkelgebieden en binnensteden | 30 | 9 | Kamerstuk 31 757, nr. 105 | |
2 | Groeifaciliteit | 50 | 50 | Kamerbrief Het steun- en herstelpakket in het derde kwartaal van 2021 | |
2 | FieldLab Evenementen en Fieldlab Café's | 3 | 3 | Kamerstuk 25 295, nr. 1178 | |
2 | Bijdrage RVO.nl | 56 | 56 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248 | |
3 | Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen | 150 | 150 | Kamerstuk 35 420, nr. 105 | |
3 | Corona Overbruggingslening (COL) | 18 | 33 | Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42 | |
3 | Dutch Future Fund | 25 | 25 | Kamerstuk 33 009, nr. 96 | |
3 | Deep Tech Fund | 175 | 175 | Kamerstuk 33 009, nr. 96 | |
3 | Fonds Alternatieve Financiering | 50 | 50 | Kamerstuk 33 009, nr. 96 | |
4 | Verlaging netbeheertarief Caribisch Nederland | 8 | 8 | Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105 |
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021
Vastgestelde begroting 2021 na ISB's | 14.326.422 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
Urgendamaatregelen Industrie | 2 | 27.000 |
Groeifaciliteit | 2 | 50.000 |
Tegemoetkoming vaste lasten | 2 | 2.013.000 |
Eindejaarsmarge Toekomstfonds | 3 | 97.047 |
Toekomstfonds Corona | 3 | 108.259 |
ISDE-regeling | 4 | 24.000 |
SDE+ | 4 | 441.673 |
WarmtelinQ | 4 | 35.000 |
Bijdrage aan Nuclear Research Group (NRG) | 4 | 24.695 |
Verduurzamingsopgave: waardevermeerderingregeling | 5 | 51.533 |
Vergoeding voor schades en waardedalingen in Groningen | 5 | 624.455 |
Loon- en prijsbijstelling | 41 | 46.050 |
Overige mutaties | 118.924 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 17.988.058 |
Toelichting
Urgendamaatregelen Industrie
De verhoging van € 27 mln heeft betrekking op het actieplan procesefficiency en energiebesparing (€ 50 mln), de ODE-compensatie voor de industrie (€ 14 mln) en specifieke maatregelen (€ 17 mln) en een kasschuif ten behoeve van de uitfinanciering van de Versnelde klimaatinvesteringen Industrie (VEKI-regeling) (- € 53,6 mln).
Groeifaciliteit
In het kader van een initiatief van de banken voor een Dutch Post-Covid Growth Fund, waarvoor de Groeifaciliteit zal worden ingezet, is een kasbuffer beschikbaar gesteld van € 50 mln.
Tegemoetkoming vaste lasten
Het budget voor de TVL wordt verhoogd met € 2,013 mld als gevolg van: 1) de verlenging van de huidige opzet van de TVL in het derde kwartaal van 2021 (€ 1,75 mld); 2) de keuze in de TVL Q2 2021 voor aanvragers tussen het reguliere referentiekwartaal Q2 2019 en de optie Q3 2020 (€ 265 mln waarvan € 90 mln wordt gedekt door een overboeking van het budget voor de separate startersregeling); 3) het verhogen van het subsidieplafond voor grote ondernemingen in de TVL voor het tweede kwartaal van 2021 van € 600.000 naar € 1,2 mln (€ 70 mln); 4) ondersteuning van de bruine vloot (€ 8 mln); 5) verlenging TVL Caribisch Nederland in het derde kwartaal van 2021 (€ 10 mln).
Eindejaarsmarge Toekomstfonds
De niet benutte middelen van het Toekomstfonds in 2020 worden conform de fondsconstructie toegevoegd aan het budget voor 2021. Het betreft begrotingsgeld voor onder meer Fund to Fund, Kapitaalverstrekking aan Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen, Smart industries, Fundamenteel en Toegepast onderzoek, Thematische Technology Transfer, RegMed XB, de Seed Capital regeling, Vroege Fase financiering en Startups/MKB.
Toekomstfonds Corona
De niet benutte middelen van € 33,3 mln voor de Corona Overbruggingslening (COL) en € 75 mln voor versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen worden conform de fondsconstructie aan het budget voor 2021 toegevoegd.
ISDE
Het Ministerie van BZK hevelt € 24 mln over naar het ISDE-budget voor de subsidiering van de aansluiting van particuliere koopwoningen op een warmtenet.
SDE+
Door de lage energieprijzen en daarmee door de hogere subsidie-uitgaven voor de SDE+, is er sprake van een tekort op de kasuitgaven op lopende SDE+-subsidies. Daarnaast is SDE+-budget nodig voor de subsidie voor het volledig stoppen met kolen in een kolencentrale, als onderdeel van het Urgenda-maatregelenpakket. Het totale tekort op het SDE+-budget van € 461 mln wordt grotendeels gedekt door een onttrekking aan de reserve duurzame energie. Uit het opgehoogde SDE+-budget is € 17,9 mln overgeheveld naar de IenW-begroting voor uitgaven van het Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP) in 2020 en € 1,4 mln naar het RVO-uitvoeringsbudget ter dekking van de hogere uitvoeringskosten van de SDE+ en de ISDE.
WarmtelinQ
Voor een investering in het warmtetransportnetwerk (WarmtelinQ) tussen Rotterdam en Den Haag, en een aftakking naar de regio Leiden (WarmtelinQ+), wordt in 2021 € 35 mln, in 2022 € 50 mln en in 2023 € 37,5 mln beschikbaar gesteld.
Bijdrage aan Nuclear Research Group (NRG)
De kosten voor het verwerken en afvoeren van het radioactief afval en de ontmanteling van gebouwen bij NRG in Petten vallen € 24,7 hoger uit dan geraamd.
Verduurzamingsopgave: waardevermeerderingsregeling
De middelen voor de waardevermeerderingsregeling kennen een 100% eindejaarsmarge. Daarom worden de niet benutte middelen uit 2020 (€ 2,5 mln) doorgeschoven naar 2021. Vanwege het grotere verbruik van de waardevermeerderingsregeling is het budget van € 14,2 mln uit 2022 naar 2021 geschoven. Daarnaast is € 34,9 mln overgeheveld uit de risicoreservering voor Groningen op de aanvullende post om de regeling tot en met oktober 2021 te kunnen voortzetten.
Vergoedingen voor schades en waardedalingen in Groningen
Naar aanleiding van de aangepaste ramingen van het IMG wordt het budget in 2021 voor schadebetalingen met € 225 mln en voor vergoeding waardedaling met € 270 mln verhoogd. Als gevolg van de stijging van de schadeafhandelingen en hogere uitgaven voor de vergoedingen van waardedaling nemen de uitvoeringskosten voor de schadeafhandeling met € 129 mln toe.
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2021 is loon- en prijsbijstellingstranche 2021 voor EZK uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten en pensioenpremies voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021
Vastgestelde begroting 2021 na ISB's | 4.824.359 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona | 2 | 100.000 |
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie | 4 | 447.891 |
Vergoeding voor schades en waardedalingen in Groningen | 5 | 789.326 |
Overige mutaties | ‒ 12.792 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 6.148.784 |
Toelichting
Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona
Naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer van Klein Krediet Corona wordt € 100 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Klein Krediet Corona.
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
Aan de begrotingsreserve wordt bijna € 448 mln meer onttrokken dan oorspronkelijk begroot, deels om de tekorten op de uitfinanciering van de lopende SDE+ subsidies te dekken en deels om middelen te reserveren voor het volledig stoppen met kolen in een kolencentrale, als onderdeel van het Urgenda maatregelenpakket. Zie toelichting bij de SDE+ uitgaven.
Vergoedingen voor schades en waardedalingen in Groningen
Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten van de NAM, die samenhangen met de uitgaven voor de schadeafhandeling (€ 350 mln), de vergoeding waardedaling (€ 321 mln) en met de uitgaven voor de uitvoeringskosten (€ 118 mln). De ontvangsten lopen niet geheel gelijk met de uitgaven omdat rekening is gehouden met het verwachte ritme van declareren bij de NAM.
3 Beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 239.028 | 1.500 | 240.528 | 11.775 | 252.303 | 6.095 | 6.031 | 6.664 | 5.564 |
Subsidies (regelingen) | 8.000 | 0 | 8.000 | 800 | 8.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Cyber security | 0 | 0 | 800 | 800 | |||||
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland (Corona) | 3.000 | 3.000 | 3.000 | ||||||
EU-cofinanciering Digital Europe | 5.000 | 5.000 | 5.000 | ||||||
Opdrachten | 24.964 | 1.500 | 26.464 | ‒ 4.143 | 22.321 | 95 | ‒ 80 | ‒ 55 | ‒ 1.155 |
Onderzoek&opdrachten | 1.649 | 1.500 | 3.149 | ‒ 972 | 2.177 | 210 | 60 | 60 | 60 |
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties | 5.295 | 5.295 | 117 | 5.412 | |||||
Digital trust centre | 2.532 | 2.532 | ‒ 1.900 | 632 | ‒ 1.100 | ‒ 1.100 | ‒ 1.100 | ‒ 1.100 | |
Cyber security | 6.526 | 6.526 | ‒ 1.415 | 5.111 | ‒ 465 | ‒ 490 | ‒ 465 | ‒ 115 | |
ICT beleid | 7.962 | 7.962 | ‒ 1.072 | 6.890 | ‒ 50 | ‒ 50 | ‒ 50 | ||
CSIRT - DSP | 1.000 | 1.000 | ‒ 650 | 350 | |||||
Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 1.249 | 1.249 | |||||
Vervolgprogramma beter aanbesteden | 0 | 0 | 500 | 500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 37.115 | 0 | 37.115 | 7.491 | 44.606 | 2.547 | 2.847 | 2.847 | 2.847 |
Bijdrage RVO.nl | 11.232 | 11.232 | 2.157 | 13.389 | |||||
Bijdrage Agentschap Telecom | 25.883 | 25.883 | 5.334 | 31.217 | 2.547 | 2.847 | 2.847 | 2.847 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 164.983 | 0 | 164.983 | 7.627 | 172.610 | 3.453 | 3.264 | 3.872 | 3.872 |
Bijdrage Metrologie | 9.741 | 9.741 | 6.205 | 15.946 | 1.205 | 1.205 | 1.205 | 1.205 | |
Raad voor de Accreditatie | 271 | 271 | 271 | ||||||
Bijdrage ACM | 761 | 761 | 761 | ||||||
Bijdrage aan het CBS | 154.210 | 154.210 | 1.422 | 155.632 | 2.248 | 2.059 | 2.667 | 2.667 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 3.966 | 0 | 3.966 | 0 | 3.966 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut | 1.171 | 1.171 | 1.171 | ||||||
Bijdrage aan internationale organisaties | 2.795 | 2.795 | 2.795 | ||||||
Ontvangsten | 439.858 | 0 | 439.858 | 0 | 439.858 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten ACM | 162 | 162 | 162 | ||||||
Ontvangsten High Trust | 30.200 | 30.200 | 30.200 | ||||||
Diverse ontvangsten | 409.496 | 409.496 | 409.496 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 280.737 | 1.500 | 282.237 | 11.750 | 293.987 | 6.070 | 6.056 | 7.014 | 5.679 |
Budgetflexibiliteit
Het percentage juridisch verplicht is 92%, 2% hoger dan bij de ontwerpbegroting 2021. Dit heeft te maken met reeds aangegane verplichtingen bij o.a. de onderzoeksbudgetten en de subsidie regeling telecom Caribisch Nederland.
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingbudget met € 11,7 mln wordt onder meer veroorzaakt door de bijdrage aan Agentschap Telecom.
- Voor € 1,9 mln heeft dit te maken met kosten voor de uitvoering van een aantal wettelijke taken, conform de uitvoeringswet cyberbeveiligingsverordening. Deze wet geeft invulling aan een Europese verordening en belegt meerdere uitvoerende en handhavende taken bij Agentschap Telecom. Deze taken starten in 2021.
- Tevens is de bijdrage opgehoogd met € 1,6 mln om het budget op het niveau te brengen van de jaarlijkse opdracht.
- In verband met de aanstaande verhuizing van het Agentschap is de bijdrage met een bedrag van € 1,8 mln verhoogd.
Tevens is de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland opgehoogd met € 2,2 mln, met name voor de opdrachten Digital Gateway, Wibon en Beter Aanbesteden.
De bijdrage aan VSL (bijdrage Metrologie) is met € 6,2 mln verhoogd, € 5 mln in het kader van het steun- en herstelpakket voor cofinanciering van Horizon Europe partnerschappen en is onder andere bestemd voor de nieuw te bouwen waterfaciliteit van VSL. Tevens is de jaarlijkse bijdrage verhoogd met € 1,2 mln.
Uitgaven
Opdrachten
Nationaal Groeifonds
Voor de ondersteuning van de beoordelingsadviescommissie is er € 1,2
mln overgeheveld vanuit het Nationaal Groeifonds ten behoeve van de
inhuur van externe expertise voor de beoordeling van
projectvoorstellen,
communicatie-activiteiten en de onkostenvergoeding van de commissie
Bijdrage aan agentschappen
De verhoging van het kasbudget met € 7,5 mln is toegelicht onder de verplichtingen.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
De verhoging van de bijdrage aan het CBS betreft productie van statistische informatie op grond van Europese wetgeving.
3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 3.944.399 | 9.499.266 | 13.443.665 | 2.571.208 | 16.014.873 | 77.647 | 53.591 | 35.118 | 17.837 |
Uitgaven | 2.950.996 | 6.233.766 | 9.184.762 | 2.154.179 | 11.338.941 | 39.113 | 34.355 | ‒ 12.394 | ‒ 10.773 |
Subsidies (regelingen) | 1.635.835 | 5.823.400 | 7.459.235 | 1.969.440 | 9.428.675 | 22.859 | 22.008 | 28.882 | 35.875 |
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) | 41.217 | 41.217 | ‒ 9.231 | 31.986 | ‒ 4.175 | ||||
Eurostars | 18.000 | 18.000 | 734 | 18.734 | 1.583 | 917 | 517 | 250 | |
Bevorderen ondernemerschap | 18.090 | ‒ 1.500 | 16.590 | ‒ 1.097 | 15.493 | ‒ 263 | ‒ 216 | ||
Cofinanciering EFRO | 25.590 | 25.590 | ‒ 27 | 25.563 | |||||
Bijdrage aan ROM's | 7.330 | 7.330 | 85 | 7.415 | |||||
Verduurzaming industrie | 36.264 | 36.264 | ‒ 23.976 | 12.288 | ‒ 28.730 | ‒ 28.415 | ‒ 17.225 | ‒ 6.675 | |
Startup beleid | 18.300 | 18.300 | ‒ 2.237 | 16.063 | |||||
Urgendamaatregelen Industrie | 59.500 | 59.500 | 27.000 | 86.500 | 25.300 | 18.400 | 11.600 | 10.200 | |
Invest-Nl | 10.582 | 10.582 | 10.582 | ||||||
Noodloket (TOGS) | 0 | 1.600 | 1.600 | 1.600 | |||||
Qredits | 0 | 70.000 | 70.000 | ‒ 70.000 | 0 | ||||
Tegemoetkoming vaste lasten | 1.357.000 | 5.205.000 | 6.562.000 | 2.093.000 | 8.655.000 | ||||
Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland | 6.000 | 13.300 | 19.300 | 10.000 | 29.300 | ||||
Omscholing naar tekortsectoren | 37.500 | 37.500 | 37.500 | ||||||
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling | 0 | 180.000 | 180.000 | ‒ 90.000 | 90.000 | ||||
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) | 0 | 0 | 11.645 | 11.645 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | |
Herstructurering winkelgebieden | 0 | 0 | 9.000 | 9.000 | 11.200 | 15.600 | 19.600 | 18.600 | |
R&D mobiliteitssectoren | 0 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |||||
TRSEC | 0 | 325.000 | 325.000 | 325.000 | |||||
NGF - project AiNed | 0 | 0 | 4.400 | 4.400 | |||||
NGF - project RegMed XB | 0 | 0 | 2.300 | 2.300 | |||||
NGF - project QuantumDeltaNL | 0 | 0 | 5.400 | 5.400 | |||||
Overig | 462 | 462 | 2.444 | 2.906 | 4.444 | 2.222 | 890 | ||
Leningen | 160.000 | 400.000 | 560.000 | 95.000 | 655.000 | 80.000 | 100.000 | 0 | 0 |
Bedrijfssteun | 160.000 | 400.000 | 560.000 | 5.000 | 565.000 | ||||
Qredits | 0 | 0 | 90.000 | 90.000 | 80.000 | 100.000 | |||
Garanties | 307.740 | 0 | 307.740 | 25.000 | 332.740 | ‒ 100.000 | ‒ 100.000 | ‒ 50.000 | ‒ 50.000 |
BMKB | 37.523 | 37.523 | 37.523 | ||||||
Groeifaciliteit | 8.472 | 8.472 | 50.000 | 58.472 | |||||
Garantie Ondernemersfinanciering | 11.745 | 11.745 | 11.745 | ||||||
Garantie Ondernemersfinanciering Corona | 250.000 | 250.000 | ‒ 25.000 | 225.000 | ‒ 100.000 | ‒ 100.000 | ‒ 50.000 | ‒ 50.000 | |
Opdrachten | 10.998 | 0 | 10.998 | ‒ 558 | 10.440 | 1.090 | 640 | 324 | 174 |
Onderzoek en opdrachten | 3.766 | 3.766 | 165 | 3.931 | 165 | 165 | 165 | 165 | |
Caribisch Nederland | 1.296 | 1.296 | ‒ 100 | 1.196 | 25 | 25 | 9 | 9 | |
Regeldruk | 2.271 | 2.271 | 2.271 | ||||||
Regiekosten regionale functie | 665 | 665 | ‒ 167 | 498 | |||||
Small Business Innovation Research | 3.000 | 3.000 | ‒ 456 | 2544 | 900 | 450 | 150 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 105.599 | 7.250 | 112.849 | 66.136 | 178.985 | 34.407 | 14.007 | 8.228 | 3.228 |
Bijdrage RVO.nl | 105.068 | 7.250 | 112.318 | 66.136 | 178.454 | 34.407 | 14.007 | 8.228 | 3.228 |
Bijdrage Agentschap Telecom | 531 | 531 | 531 | ||||||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 326.810 | 380 | 327.190 | 11.424 | 338.614 | 1.271 | 490 | 465 | 115 |
Bijdrage aan TNO | 177.836 | 380 | 178.216 | 10.218 | 188.434 | 465 | 490 | 465 | 115 |
Kamer van Koophandel | 123.498 | 123.498 | 1.206 | 124.704 | 806 | ||||
Bijdrage aan NWO-TTW | 25.476 | 25.476 | 25.476 | ||||||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 9.231 | 9.231 | 4.175 | 0 | 0 | 0 |
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) | 0 | 0 | 9.231 | 9.231 | 4.175 | ||||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 402.864 | 2.736 | 405.600 | ‒ 20.344 | 385.256 | ‒ 3.539 | ‒ 2.790 | ‒ 293 | ‒ 165 |
Internationaal Innoveren | 51.986 | 51.986 | ‒ 9.082 | 42.904 | ‒ 8.370 | ‒ 6.875 | ‒ 4.478 | ||
PPS toeslag | 166.411 | 2.736 | 169.147 | 1.110 | 170.257 | 71 | |||
TO2 (excl. TNO) | 59.682 | 59.682 | 496 | 60.178 | 1.696 | 500 | 500 | ||
Topsectoren overig | 15.793 | 15.793 | 69 | 15.862 | ‒ 936 | ‒ 415 | ‒ 315 | ‒ 165 | |
Ruimtevaart (ESA) | 72.104 | 72.104 | 72.104 | ||||||
Bijdrage NBTC | 9.239 | 9.239 | 9.239 | ||||||
Overige bijdragen aan organisaties | 5.649 | 5.649 | 313 | 5.962 | |||||
Economische ontwikkeling en technologie | 10.000 | 10.000 | ‒ 1.250 | 8.750 | |||||
EU-cofinanciering JTF | 12.000 | 12.000 | ‒ 12.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | |||
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 1.150 | 0 | 1.150 | ‒ 1.150 | 0 | ‒ 1.150 | 0 | 0 | 0 |
Storting reserve BMKB | 1.150 | 1.150 | ‒ 1.150 | 0 | ‒ 1.150 | ||||
Ontvangsten | 153.738 | 4.000 | 157.738 | 111.225 | 268.963 | 3.004 | 3.004 | 3.004 | 3.004 |
BMKB | 33.000 | 33.000 | 33.000 | ||||||
Onttrekking reserve BMKB | 0 | 0 | 1.882 | 1.882 | |||||
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona | 0 | 0 | 100.000 | 100.000 | |||||
Groeifaciliteit | 8.000 | 8.000 | 8.000 | ||||||
Garantie Ondernemingsfinanciering | 13.000 | 13.000 | 13.000 | ||||||
Luchtvaartkredietfaciliteit | 5.912 | 5.912 | 5.912 | ||||||
Rijksoctrooiwet | 37.887 | 37.887 | 696 | 38.583 | 2.754 | 2.754 | 2.754 | 2.754 | |
Eurostars | 5.094 | 5.094 | 1 | 5.095 | 250 | 250 | 250 | 250 | |
Joint Strike Fighter | 8.000 | 8.000 | 8.000 | ||||||
Diverse ontvangsten | 2.845 | 2.845 | 3.646 | 6.491 | |||||
Bedrijfssteun | 40.000 | 4.000 | 44.000 | 5.000 | 49.000 |
Verplichtingen | 3.944.399 | 9.499.266 | 13.443.665 | 2.571.208 | 16.014.873 | 77.647 | 53.591 | 35.118 | 17.837 |
waarvan garantieverplichtingen | 1.250.000 | 3.085.000 | 4.335.000 | 17.400 | 4.352.400 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 2.694.399 | 6.414.266 | 9.108.665 | 2.553.808 | 11.662.473 | 77.647 | 53.591 | 35.118 | 17.837 |
Budgetflexibiliteit
Het juridisch verplichte deel van het uitgavenbudget is 55%. Ten opzichte van de 7e Incidentele Suppletoire Begroting is dit een verhoging van 19 procentpunt als gevolg van de aangegane verplichtingen in het kader van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Van de 45% budgetflexibele ruimte heeft 38% betrekking op de TVL waarvoor nog verplichtingen zullen worden aangegaan in 2021.
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget is verhoogd met € 2,6 mld. Dit betreft onder meer de volgende mutaties:
- Een verhoging van de Tegemoetkoming Vaste Lasten met ca. € 2,093 mld, een verlaging van de TVL Starters met € 90 mln en een verhoging van de TVL Caribisch Nederland met € 10 mln (zie voor nadere toelichting voor deze posten de toelichting onder de uitgaven).
- Een verhoging van € 200 mln in het kader van het TOA-krediet gericht op ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), hun mkb-bedrijf willen doorstarten.
- Een verhoging van € 121 mln voor de projecten QuantumDeltaNL (€ 54 mln), AiNed (€ 44 mln) en RegMed XB (€ 23 mln) in het kader van het Nationaal Groeifonds.
- Een verhoging van € 92,5 mln voor de Urgendamaatregelen voornamelijk ten behoeve van ophoging van de Versnelde klimaatinvesteringen Industrie (VEKI-regeling) met middelen voor het actieplan procesefficiency en energiebesparing (€ 50 mln) en de afgesproken ODE-compensatie voor de Industrie (€ 14 mln) en de doorschuif van budget voor twee specifieke maatregelen van 2020 naar 2021 (€ 17 mln), alsmede de ophoging van het benodigde verplichtingenbudget in verband met verlenging van de bestaande VEKI-regeling.
- Een verhoging van € 50 mln voor de kasbuffer van de Groeifaciliteit ten behoeve van het initiatief van de banken voor een Dutch Post-Covid Growth Fund.
- Een verlaging van € 44 mln voor Verduurzaming Industrie voornamelijk in verband met beschikbaarstelling budget voor de DEI+ en de TSE regeling voor de Industrie en de uitvoeringskosten van RVO en de NEa, alsmede toedeling van budget voor PIDI.
- Een verhoging van € 30 mln voor de Herstructurering winkelgebieden.
- Een verhogignv an € 30 mln ten behoeve van de uitvoeringskosten van RVO.nl voor de TVL.
- Een verhoging van € 17,1 mln voor de uitvoeringskosten van RVO.nl in het kader van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK).
- Een verhoging van € 16,5 mln voor het aangaan van verplichtingen in het kader van Ruimtevaart (ESA).
- Een verhoging van € 17,4 mln aan garantieverplichtingen voor de funding van Qredits ten behoeve van garanties op de funding van Qredits binnen het totaalplafond van € 130 mln.
- Een verhoging van € 11,6 mln voor Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI). Dit betreft de toedeling van het budget voor het programma voor 2021 (€ 11 mln) en voorfinanciering van enkele activiteiten in de kwartiermakersfase (€ 0,6 mln).
Uitgaven
Subsidies
MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT)
Voor de decentrale uitvoering van de MIT wordt een specifieke uitkering verstrekt. Deze wordt verantwoord onder de categorie bijdrage medeoverheden. Voor de 3e tranche 2019 en 2e tranche 2020 van de MIT is een bedrag van in totaal € 9,2 mln overgeheveld naar de bijdrage medeoverheden.
Verduurzaming Industrie
De verlaging van het kasbudget voor Verduurzaming Industrie met € 24 mln is onder meer het gevolg van de beschikbaarstelling van budget voor de DEI+ en de TSE regeling voor de Industrie en de uitvoeringskosten van RVO en de NEa (in totaal ca. € 13,6 mln), alsmede toedeling van het overeengekomen budget voor PIDI ( € 11 mln) voor 2021.
Urgendamaatregelen industrie
De verhoging van uitgavenbudget voor de Urgendamaatregelen Industrie (€ 27 mln) is het gevolg van de volgende mutaties:
- ophoging met middelen voor het actieplan procesefficiency en energiebesparing (€ 50 mln),
- de afgesproken ODE-compensatie voor de Industrie (€ 14 mln),
- de doorschuif van budget voor twee specifieke maatregelen van 2020 naar 2021 (€ 17 mln),
- een kasschuif ten behoeve van de meerjarige uitfinanciering van de VEKI-regeling (- € 53,6 mln).
Qredits
De leningen aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten aan bestaande ondernemers (€ 30 mln) en voor starters (€ 40 mln) - zie ook Kamerstuk 35 420, nr. 217 - worden verantwoord onder de categorie leningen. Daarom wordt het budget van € 70 mln naar de categorie leningen overgeheveld.
Tegemoetkoming vaste lasten
Het budget voor de TVL wordt verhoogd met € 2,093 mld. Dit houdt verband met het volgende:
In de Kamerbrief Het steun- en herstelpakket in het derde kwartaal van 2021 van 27 mei jl. is aangekondigd dat de huidige opzet van de TVL zal worden verlengd in het derde kwartaal van 2021. De kosten hiervan zijn globaal geraamd op € 1,75 mld. De werkelijke uitgaven zullen sterk afhankelijk zijn van de beperkende maatregelen ten gevolge van het coronavirus.
In de Kamerbrief Het steun- en herstelpakket in het derde kwartaal van 2021 van 27 mei jl. is tevens aangekondigd dat het subsidieplafond voor grote ondernemingen in de TVL voor het tweede kwartaal van 2021 wordt verhoogd van € 600.000 naar € 1,2 mln. De kosten hiervan worden geraamd op € 70 mln.
- In de Kamerbrief van 17 mei jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 270) is aangekondigd dat in de TVL tweede kwartaalQ2 2021 de aanvragers de keuze krijgen tussen het reguliere referentiekwartaal Q2 2019 en de optie Q3 2020. Hiermee wordt een groot deel van startende en groeiende bedrijven, evenals bedrijven met tijdelijke lagere omzet, toegang gegeven tot de TVL. De geraamde kosten van deze keuze tussen referentieperioden bedragen € 265 mln, waarvan € 90 mln wordt gedekt door overboeking van het budget voor een separate startersregeling.
- In de Kamerbrief van 28 augustus 2020 (Kamerstuk 32 820, nr. 380) is € 15 mln begroot voor ondersteuning van de bruine vloot, aanvullend op het verruimde pakket aan generieke steunmaatregelen. Zoals toegelicht in de Kamerbrief Tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot van 27 mei jl. is de regeling voor de bruine vloot nader uitgewerkt. Op basis van de omvang van de doelgroep, de geraamde hoogte van het omzetverlies en de berekeningswijze van de subsidie worden de kosten op basis van de huidige inzichten globaal geraamd op € 8,0 mln. Dit bedrag wordt overgeboekt van de Aanvullende Post naar de EZK-begroting. Als dit bedrag voor deze regeling te laag is ingeschat, wordt dit aangevuld uit de nog resterende voor de bruine vloot geraamde middelen op de Aanvullende Post.
Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland
Het uitgangspunt blijft dat voor Caribisch Nederland een vergelijkbare benadering wordt gekozen als voor Europees Nederland, rekening houdend met de lokale situatie. Dit betekent dat de TVL voor Caribisch Nederland voor het derde kwartaal worden doorgetrokken, met dezelfde opzet als voor het tweede kwartaal. In verband hiermee wordt de begroting met € 10 mln verhoogd.
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling
In de derde incidentele EZK-begroting 2021 (Kamerstuk 35 723, nr. 1 en 2) is € 180 mln opgenomen voor een specifieke regeling voor starters in het eerste en tweede kwartaal van 2021, omdat deze vanwege de systematiek met referentieperioden veelal geen recht hebben op TVL. In het eerste kwartaal van 2021 is deze regeling opengesteld. In het tweede kwartaal van 2021 is binnen de TVL een oplossing gevonden voor de problematiek met referentieperioden. Om deze reden wordt het budget van € 90 mln overgeboekt naar de TVL.
Programma Infrastructuur Duurzame Industrie
In de voorjaarsbesluitvorming is overeenstemming bereikt over de dekking voor het Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) dat volgt uit de kabinetsreactie op het TIKI-advies . De ophoging van het uitgavenbudget ( € 11,6 mln) betreft de toedeling van het afgesproken budget voor in 2021 door het programma te maken kosten voor Front End Engineering Design (FEED) en haalbaarheidsstudies en overige programmakosten.
Herstructurering winkelgebieden
Het kabinet investeert de komende jaren € 100 mln in het realiseren van toekomstbestendige winkelgebieden en in vitale binnensteden. Deze aanpak herstructurering van winkelgebieden in binnensteden en kernen zal naar verwachting in de zomer 2021 starten en hiervoor is dit jaar € 9 mln aan uitgaven geraamd. Zie ook de Kamerbrief Contouren aanpak herstructurering winkelgebieden in binnensteden en kernen (Kamerstuk 31 757, nr. 105).
NGF-projecten AiNed, QuantumDeltaNL en RegMed XB
Op basis van het advies van de beoordelingsadviescommissie zijn voor 3 ingediende projecten toekenningen gedaan waarvoor de eerste tranche van de NGF-bijdrage voor 2021 naar de begroting van EZK is overgeboekt. Het betreft de projecten AiNed, QuantumDeltaNL en RegMed XB.
Aan het project AiNed is € 44 mln toegekend voor een start met de ELSA (Ethical, Legal and Social Aspects)-labs, het AI-talentprogramma, de Europese kennisnetwerken en de Europese innovatieprogramma’s. De eerste tranche van € 4,4 mln aan uitgavenbudget is overgeheveld naar de EZK-begroting. Het voorstel AiNed is een breed investeringsprogramma dat beoogt het potentieel van kunstmatige intelligentie (AI) voor de Nederlands economie en samenleving te benutten.
Het voorstel QuantumDeltaNL richt zich op het versterken van Nederlands quantum-ecosysteem, door te investeren in (1) quantumcomputing, (2) quantumnetwerken en (3) quantumsensing. Quantum is een ontwikkelende technologie, die een ‘game-changer’ kan zijn op het gebied van rekenkracht en daarmee voor nieuwe verdienmodellen en oplossingen voor maatschappelijke problemen kan zorgen. Door quantumtechnologie kunnen in de toekomst mogelijk veel veiligere netwerken en communicatie tot stand gebracht worden. Voor QuantumDeltaNL is € 54 mln toegekend, waarvan een eerste tranche van € 5,4 mln aan uitgavenbudget vanuit het Nationaal Groeifonds wordt overgeboekt.
Het voorstel RegMed XB investeert in de bouw van vier pilotfabrieken voor de verdere ontwikkeling van regeneratieve gezondheidszorg. Regeneratieve geneeskunde is erop gericht nieuwe behandelingen te ontwikkelen die slim gebruik maken van het zelf herstellend vermogen van ons lichaam. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van gentherapie en (stam)celtherapie. Het doel van RegMed XB is enerzijds op lange termijn chronische ziekten te kunnen voorkomen of genezen, en anderzijds het Nederlandse bedrijfsleven in staat te stellen om innovatieve producten en processen te ontwikkelen en in te spelen op een sterk groeiende buitenlandse markt. Aan het project is € 23 mln toegekend voor de financiering van de eerste fase. Hiervan is een eerste tranche van € 2,3 mln aan uitgavenbudget aan de EZK begroting toegevoegd.
Leningen
Qredits
Er wordt als eerste tranche € 20 mln beschikbaar gesteld aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van TOA-krediet. Daarnaast is in totaal € 70 mln beschikbaar voor het verstrekken van overbruggingskrediet aan bestaande ondernemers en starters (zie ook toelichting onder de categorie subsidies).
Garanties
Groeifaciliteit
In het kader van een initiatief van de banken voor een Dutch Post-Covid Growth Fund, waarvoor de Groeifaciliteit zal worden ingezet, is een kasbuffer beschikbaar gesteld van € 50 mln.
Garantie Ondernemingsfinanciering - Corona (GO-C)
De kasbuffer van de GO-C is herijkt op basis van de benutting in 2020 en het garantieplafond voor 2021. In 2021 is de kasbuffer van de GO-C als gevolg hiervan met € 25 mln verlaagd. Ook de meerjarenraming van de kasbuffer van de GO-C is op basis van deze herijking neerwaarts bijgesteld.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage RVO.nl
Voor de financiering van de opdracht aan RVO.nl in 2021 is in totaal € 66,1 mln aan het budget toegevoegd. Hiervan heeft € 17,1 mln betrekking op de uitvoeringskosten van de Baangerelateerde investeringskorting (BIK). Daarnaast betreft het budget voor onder meer de uitvoering van het MKB-Actieplan, Verduurzaming Industrie, het startup- en topsectoren beleid, het Innovatie Attaché netwerk en de NFIA.
Daarnaast wordt de raming van de kosten van RVO voor uitvoering van de TVL verhoogd met € 30 mln. Hiervan heeft circa € 20 mln betrekking op de TVL voor het eerste en tweede kwartaal, met name in verband met doorgevoerde verruimingen van de TVL, het voorkomen van misbruik en toename van het aantal bezwaarschriften. De verruimingen betreffen onder meer het loslaten van de SBI-codes en de werknemersgrens, de verhoging van het subsidieplafond en minimumsubsidie per ondernemer, het invoeren van een extra referentiekwartaal en een opslag voor de reisbranche. Daarnaast wordt momenteel € 10 mln geraamd voor de uitvoeringskosten voor verlenging van de TVL in het derde kwartaal van 2021. Het verschil met de werkelijke kosten wordt verrekend met het generale beeld.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Bijdrage aan TNO
De bijdrage aan TNO wordt met € 10,2 mln verhoogd in verband met aanvullende opdrachten aan TNO. De voornaamste hiervan zijn € 4,5 mln van J&V voor kennisopbouw voor diverse onderdelen van het departement, € 3,1 mln van BZK voor de implementatie van de wet Basisregistratie ondergrond en € 1,3 mln van EZK voor onderzoek op het gebied van kunstmatige intelligentie.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
EU-cofinanciering JTF
Naar verwachting zullen dit jaar de committeringen worden aangegaan voor het Just Transition Fund. De kasuitgaven zullen echter plaatsvinden in de komende jaren. Daarom heeft een kasschuif van € 12 mln plaatsgevonden van 2021 naar latere jaren.
Ontvangsten
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona
De kasbuffer van de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC) is herijkt op basis van de benutting van de regeling in 2020 en het garantieplafond voor 2021. Als gevolg daarvan wordt € 100 mln onttrokken aan de reserve van de regeling KKC. De kasbuffer blijft toereikend om eventuele schades te kunnen opvangen.
Bedrijfssteun
Conform de contractuele afspraken in het kader van de overbruggingsfaciliteit voor Royal IHC is van IHC een vergoeding ontvangen van € 5 mln die is omgezet in een achtergestelde lening die onder gelijke condities met de private financiers door IHC zal worden terugbetaald.
Toelichting op de Begrotingsreserves
De begrotingsreserves zijn ervoor bedoeld inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve wordt aangehouden om als buffer te dienen voor uitgaven door EZK indien bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven.
Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB (inclusief BMKB-C), de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO, inclusief de GO-C), de Groeifaciliteit (GF), de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering en Klein Krediet Corona. De GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | 1.882 |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 336.093 |
Aanvankelijk was in de ontwerpbegroting een storting geraamd in het kader van het PFAS/Stikstof-luik in de BMKB (€ 1,15 mln). Op basis van de benutting van dit luik in 2020 is met BZK en IenW de storting aan de BMKB-reserve herijkt. Dit heeft er toe geleid dat de voorgenomen storting wordt gecorrigeerd en een deel van het in 2020 door BZK en IenW gestorte bedrag ten behoeve van het PFAS/Stikstofluik (€ 1,9 mln) wordt onttrokken aan de BMKB-reserve en wordt teruggestort naar BZK en IenW.
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 249.130 |
Vooralsnog is geen storting in de GO-reserve geraamd. Aan het eind van 2021 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de GO-reserve worden vastgesteld.
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 15.436 |
Vooralsnog is geen storting in de reserve Groeifaciliteit geraamd. Aan het eind van 2021 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Groeifaciliteit worden vastgesteld.
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 20.213 |
Vooralsnog is geen storting in de reserve Garantie MKB-financiering geraamd. Aan het eind van 2021 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Garantie MKB-financiering worden vastgesteld.
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | 100.000 |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 64.763 |
De kasbuffer van de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC) is herijkt op basis van de benutting van de regeling in 2020 en het garantieplafond voor 2021. Als gevolg daarvan wordt € 100 mln onttrokken aan de reserve van de regeling KKC. De kasbuffer blijft toereikend om eventuele schades te kunnen opvangen.
3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 250.348 | 250.000 | 500.348 | 143.002 | 643.350 | 5.000 | ‒ 5.000 | 0 | 0 |
Uitgaven | 265.316 | 250.000 | 515.316 | 219.702 | 735.018 | 5.000 | 5.000 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | 4.264 | 0 | 4.264 | 561 | 4.825 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Smart Industry (subsidie) | 183 | 183 | 546 | 729 | |||||
Haalbaarheidsstudies NWO-TTW | 800 | 800 | 15 | 815 | |||||
Thematisch Technology Transfer | 3.281 | 3.281 | 3.281 | ||||||
Leningen | 247.144 | 250.000 | 497.144 | 218.120 | 715.264 | 5.000 | 5.000 | 0 | 0 |
Startups / MKB financiering | |||||||||
Volledig revolverend | |||||||||
Fund to Fund | 31.592 | 31.592 | 21.176 | 52.768 | |||||
ROM's | 85.000 | 85.000 | 123.259 | 208.259 | 5.000 | 5.000 | |||
Dutch Future Fund | 0 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | |||||
Deep Tech Fund | 0 | 175.000 | 175.000 | 175.000 | |||||
Fonds Alternatieve Financiering | 0 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | |||||
Deels revolverend | |||||||||
Innovatiekrediet | 48.682 | 48.682 | ‒ 3.921 | 44.761 | |||||
Risicokapitaal SEED | 33.620 | 33.620 | 44.442 | 78.062 | |||||
Vroege fase / informal investors | 21.260 | 21.260 | 2.464 | 23.724 | |||||
Start ups / MKB | 4.995 | 4.995 | 10.372 | 15.367 | |||||
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek | |||||||||
Met vermogensbehoud | |||||||||
Fundamenteel en toegepast onderzoek | 10.952 | 10.952 | 6.027 | 16.979 | |||||
Onco research | 3.031 | 3.031 | 1.873 | 4.904 | |||||
Smart Industry (leningen) | 239 | 239 | 49 | 288 | |||||
Thematische Technology Transfer | 7.773 | 7.773 | 2.379 | 10.152 | |||||
RegMed XB | 0 | 0 | 10.000 | 10.000 | |||||
Bijdrage aan agentschappen | 13.908 | 0 | 13.908 | 1.021 | 14.929 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage RVO.nl | 13.908 | 13.908 | 1.021 | 14.929 | |||||
Ontvangsten | 44.000 | 0 | 44.000 | 12.000 | 56.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Fund to Fund | 17.900 | 17.900 | 11.850 | 29.750 | |||||
DVI II | 800 | 800 | 150 | 950 | |||||
Innovatiekredieten | 15.000 | 15.000 | 15.000 | ||||||
SEED | 10.300 | 10.300 | 10.300 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 250.348 | 250.000 | 500.348 | 143.002 | 643.350 | 5.000 | ‒ 5.000 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Het juridisch verplichte deel van de uitgaven betreft 38%. Dit is nagenoegd hetzelfde niveau als aangegeven in de 5e Incidentele Suppletoire Begroting. Van de budgetflexibele ruimte heeft ca. 34% betrekking op het Dutch Future Fund, het Deep Tech Fund en het Fonds Aalternatieve Financiering waarvoor de contracteringen later dit jaar zullen volgen. Daarnaast wordt de fondsversterking van de ROM's waarvoor in totaal € 150 mln beschikbaar is gesteld in de loop van 2021 verder vormgegeven.
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 143 mln verhoogd. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
- Conform de fondsconstructie wordt de eindejaarsmarge 2020 van € 25,7 mln toegevoegd aan de begroting 2021. Dit betreft onder meer het Innovatiekrediet (- € 10 mln), Seed Capital regeling (€ 9,2 mln), Vroegefasefinanciering (€ 2,1 mln), Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (€ 3,6), Startups/MKB (€ 12,4 mln), Fund to fund (- € 12 mln), ROM's (€ 9 mln) en RegMed XB (€ 10 mln).
- Het niet benutte budget van de Coronaoverbruggingsleningen (COL) (€ 17,9 mln) en de middelen voor de fondsversterking ROM's (€ 75 mln) in 2020 wordt toegevoegd aan de begroting van 2021.
- Daarnaast is een verplichtingenschuif (€ 10 mln) van 2023 naar 2021 doorgevoerd ten behoeve van de regeling Vroegefasefinanciering.
- Door een verhoging van de ontvangstenraming van het Dutch Venture Initiative (DVI) en DVI II in 2021 met in totaal € 12 mln is het verplichtingenbudget eveneens met € 12 mln verhoogd.
Uitgaven
Leningen
Fund to fund
Er is in totaal € 21,2 mln toegevoegd ten behoeve van DVI en DVI II als gevolg van de eindejaarsmarge 2020 en het doorschuiven van de ontvangstentaakstelling uit 2020 naar 2021.
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
Er is in totaal € 123,3 mln toegevoegd aan de begroting. Hiervan heeft € 75 mln betrekking op het versterken van het fondsvermogen van de ROM's en € 33,3 mln heeft betrekking op de Coronaoverbruggingsleningen (dit betreffen beiden coronamaatregelen). De resterende middelen betreffen onder meer het kapitaal voor Investeringsfonds Zeeland (€ 10 mln), ROM Flevoland (€ 4 mln).
Innovatiekrediet
Op het budget van het Innovatiekrediet is de negatieve eindejaarsmarge van € 3,9 mln uit 2020 in mindering gebracht. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de lager dan geraamde ontvangsten als gevolg van het verleende uitstel van aflossing vanwege de coronacrisis.
Seed Capital regeling
Voor de Seed Capital regeling is € 44,4 mln eindejaarsmarge 2020 aan de begroting 2021 toegevoegd.
Vroegefasefinanciering
Voor de regeling vroegefasefinanciering is € 2,5 mln eindejaarsmarge uit 2020 toegevoegd aan de begroting 2021.
Startups/mkb
De eindejaarsmarge 2020 toegevoegd aan de middelen voor Startups/mkb ten behoeve van de uitvoering van het MKB-actieplan. Daarnaast is € 2,5 mln overgeheveld naar beleidsartikel 2. Per saldo is hierdoor het budget met € 10,4 mln verhoogd.
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
Voor de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek is de eindejaarsmarge van 2020 (€ 6 mln) toegevoegd aan de begroting 2021.
Regeling Thematische Technology Transfer (TTT-regeling)
Voor het leningsdeel van de TTT-regeling is de eindejaarsmarge 2020 van € 2,4 mln toegevoegd aan de begroting 2021.
RegMed XB
Voor een publiek privaat ondernemerschapsfonds voor regeneratieve geneeskunde RegMed XB is de eindejaarsmarge van € 10 mln toegevoegd aan de begroting van 2021.
Ontvangsten
De ontvangstenraming van het Fund tot fund (Dutch Venture Initiative) van € 11,85 mln en DVI II van € 0,15 mln uit 2020 is doorgeschoven naar 2021 waardoor de ontvangstenraming in totaal met € 12 mln toeneemt.
3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 6.077.587 | 63.000 | 6.140.587 | 491.643 | 6.632.230 | ‒ 928 | ‒ 814 | ‒ 814 | ‒ 814 |
Uitgaven | 3.373.090 | 4.400 | 3.377.490 | 540.464 | 3.917.954 | 73.153 | 55.507 | 14.719 | 6.501 |
Subsidies (regelingen) | 3.031.902 | 4.400 | 3.036.302 | 515.872 | 3.552.174 | 73.571 | 55.811 | 15.023 | 6.805 |
Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) | 49.470 | 49.470 | 6.017 | 55.487 | 8.212 | 9.615 | 7.843 | 5.035 | |
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) | 47.440 | 47.440 | ‒ 13.460 | 33.980 | |||||
Energie-efficiency | 2.368 | 2.368 | ‒ 292 | 2.076 | |||||
Green Deals | 500 | 500 | 1.870 | 2.370 | |||||
Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) | 67.232 | 67.232 | 12.083 | 79.315 | 34.669 | 18.006 | 16.690 | 7.280 | |
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) | 4.941 | 4.941 | 1.525 | 6.466 | |||||
Projecten Klimaat en Energieakkoord | 4.491 | 4.491 | ‒ 679 | 3.812 | ‒ 510 | ‒ 510 | ‒ 510 | ‒ 510 | |
MEP | 0 | 0 | 0 | ||||||
SDE | 663.831 | 663.831 | 663.831 | ||||||
SDE+ | 1.830.414 | 1.830.414 | 441.673 | 2.272.087 | |||||
Aardwarmte | 15.000 | 15.000 | 15.000 | ||||||
ISDE-regeling | 130.000 | 130.000 | 24.000 | 154.000 | |||||
Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS) | 179.000 | 179.000 | 542 | 179.542 | |||||
Carbon Capture and Storage (CCS) | 4.380 | 4.380 | 480 | 4.860 | 1.200 | 1.200 | 1.000 | ||
Subidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS) | 0 | 0 | 0 | ||||||
Hoge Flux Reactor | 6.401 | 6.401 | 6.401 | ||||||
Elektrisch rijden | 0 | 0 | 5 | 5 | |||||
Caribisch Nederland | 12.844 | 12.844 | 11.817 | 24.661 | |||||
Overige subsidies | 5.625 | 5.625 | 35.291 | 40.916 | 50.000 | 37.500 | |||
Maatregelen voor CO2-reductie | 0 | 0 | 0 | ||||||
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) | 2.965 | 4.400 | 7.365 | 7.365 | |||||
Nationale co-financiering EU Innovation Fund | 5.000 | 5.000 | ‒ 5.000 | 0 | ‒ 20.000 | ‒ 10.000 | ‒ 10.000 | ‒ 5.000 | |
Leningen | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Lening EBN | 5.000 | 5.000 | 5.000 | ||||||
Garanties | 600 | 0 | 600 | 0 | 600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verliesdeclaratie aardwarmte | 600 | 600 | 600 | ||||||
Opdrachten | 11.234 | 0 | 11.234 | ‒ 683 | 10.551 | ‒ 114 | 0 | 0 | 0 |
Onderzoek mijnbouwbodembeweging | 1.720 | 1.720 | 1.397 | 3.117 | ‒ 34 | ||||
SodM onderzoek | 2.025 | 2.025 | ‒ | 2.025 | |||||
Joint Implementation | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |||||
Uitvoeringsagenda Klimaat | 623 | 623 | ‒ 81 | 542 | |||||
Klimaat mondiaal | 327 | 327 | 404 | 731 | |||||
Onderzoek en opdrachten | 6.539 | 6.539 | ‒ 2.403 | 4.136 | ‒ 80 | ||||
Bijdrage aan agentschappen | 76.498 | 0 | 76.498 | 5.446 | 81.944 | ‒ 504 | ‒ 504 | ‒ 504 | ‒ 504 |
Bijdrage aan RVO.nl | 56.861 | 56.861 | 7.482 | 64.343 | ‒ 1.229 | ‒ 1.229 | ‒ 1.229 | ‒ 1.229 | |
Bijdrage aan Agentschap Telecom | 4.820 | 4.820 | ‒ | 4.820 | |||||
Bijdrage aan NEa | 7.194 | 7.194 | 920 | 8.114 | 725 | 725 | 725 | 725 | |
Bijdrage aan KNMI | 1.239 | 1.239 | 781 | 2.020 | |||||
Bijdrage aan NVWA | 867 | 867 | ‒ | 867 | |||||
Bijdrage aan RIVM | 1.565 | 1.565 | ‒ 1.565 | 0 | |||||
Bijdrage aan RWS | 3.952 | 3.952 | ‒ 2.172 | 1.780 | |||||
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s | 142.567 | 0 | 142.567 | 2.582 | 145.149 | 200 | 200 | 200 | 200 |
Doorsluis COVA-heffing | 111.000 | 111.000 | ‒ | 111.000 | |||||
TNO kerndepartement | 29.875 | 29.875 | 2.582 | 32.457 | 200 | 200 | 200 | 200 | |
TNO-SodM | 1.692 | 1.692 | 1.692 | ||||||
Bijdrage aan medeoverheden | 27.579 | 0 | 27.579 | ‒ 7.579 | 20.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitkoopregeling | 27.579 | 27.579 | ‒ 7.579 | 20.000 | |||||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 10.377 | 0 | 10.377 | 25.052 | 35.429 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan Nuclear Research Group (NRG) | 8.793 | 8.793 | 24.695 | 33.488 | |||||
Internationale contributies | 1.584 | 1.584 | 357 | 1.941 | |||||
Stortingen begrotingsreserve | 67.333 | 0 | 67.333 | ‒ 226 | 67.107 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Storting in begrotingsreserve duurzame energie | 66.333 | 66.333 | 66.333 | ||||||
Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie | 0 | 0 | 0 | ||||||
Storting in begrotingsreserve aardwarmte | 1.000 | 1.000 | ‒ 226 | 774 | |||||
Ontvangsten | 3.379.371 | 4.400 | 3.383.771 | 454.324 | 3.838.095 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten COVA | 111.000 | 111.000 | 111.000 | ||||||
Opbrengst heffing ODE (SDE+) | 2.648.000 | 2.648.000 | 2.648.000 | ||||||
Ontvangsten zoutwinning | 2.511 | 2.511 | 2.511 | ||||||
Onttrekking reserve Duurzame Energie | 235.680 | 4.400 | 240.080 | 447.891 | 687.971 | ||||
ETS-ontvangsten | 370.000 | 370.000 | 370.000 | ||||||
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie | 0 | 0 | 0 | ||||||
Diverse ontvangsten | 12.180 | 12.180 | 6.433 | 18.613 |
waarvan garantieverplichtingen | 66.600 | 0 | 66.600 | 0 | 66.600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 6.010.987 | 63.000 | 6.073.987 | 491.643 | 6.565.630 | ‒ 928 | ‒ 814 | ‒ 814 | ‒ 814 |
Budgetflexibiliteit
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2021 was ongeveer 13%, ofwel 87% van het beschikbare kasbudget was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting wordt in totaal ruim € 540 mln aan artikel 4 toegevoegd. Hiervan is circa € 222 mln bedoeld om de hogere subsidiebetalingen op basis van de SDE en de SDE+ te kunnen bekostigen. Het restant van het toegeveogde bedrag (€ 318 mln) is daarmee nog niet juridisch verplicht. Daar staat tegenover dat naar schatting tot 1 mei voor ongeveer € 40 mln aan nieuwe verplichingen zijn aangegaan die ten laste van het kasbudget 2021 komen. Daarmee is per saldo zo'n 278 mln toegevoegd die niet juridisch verplicht is, waardoor het percentage juridisch verplicht met 5% daalt naar zo'n 82%.
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 491,6 mln opgehoogd. Dit heeft een groot aantal oorzaken. De belangrijkste ophogingen zijn de volgende:
- € 39,9 mln is toegevoegd aan het MOOI-budget door bijdragen vanuit artikel 2 aan de TSE (€ 8,4 mln) en vanuit de BZK-begroting aan de MOOI-Gebouwde Omgeving (€ 31,5 mln).
- € 42,6 mln is toegevoegd aan het DEI+-budget door overheveling van bijdragen vanuit artikel 2 van de EZK-begroting (€ 33,6 mln) en vanuit de BZK-begroting (€ 9 mln).
- € 24,7 mln is toegevoegd aan het voor de Nucleair Research Group (NRG) beschikbare budget ter financiering van de extra kosten die NRG moet maken voor de verwerking en de afvoer van historisch nucleair afval en de ontmanteling van gebouwen.
- € 122,5 mln is toegevoegd ten behoeve van de financiering van het WarmtelinQ-project (warmtenet van de Gasunie tussen Rotterdamse haven en Delft, Den Haag en Leiden).
- € 10,4 mln is toegevoegd voor de benodigde kapitaalstorting voor de oprichting van de beleidsdeelneming Bonaire Brandstof Terminals B.V. onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
- € 238,8 mln is toegevoegd aan het SDE+-budget als reservering voor nog te nemen maatregelen rond de sluiting en productiebeperking van kolencentrales.
- € 24 mln is overgeheveld vanuit de BZK-begroting ter ophoging van het ISDE-budget, specifiek ter subsidiëring van de aansluiting van particuliere woningen op een warmtenet.
Tegenover deze ophogingen staat ook een verlaging, namelijk een overheveling van € 17,9 mln naar de IenW-begroting ter dekking van de apparaats- en programmauitgaven die RWS over 2020 heeft gemaakt voor het Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP).
Uitgaven
Subsidies
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)
BZK draagt € 5,7 mln bij ter financiering van de kasuitgaven voor de openstelling van de MOOI (Gebouwde Omgeving) in 2021. Daarnaast wordt € 0,3 mln overgeheveld van beleidartikel 2 naar beleidsartikel 4 voor de kasuitgaven van de openstelling van de TSE-Industrie in 2021. Zie ook de toelichting bij de verplichtingen. Ook de mutaties in de jaren 2022 e.v. hebben te maken met de kasgevolgen van de bijdragen vanuit de BZK-begroting en artikel 2 aan de openstelling van de MOOI en TSE in 2021.
Hernieuwbare Energietransitie (HER+)
Op het budget van de HER+ worden fors minder betallingen (€ 13,5 mln) verwacht dan begroot, omdat op de openstelling 2020 minder beschikkingen zijn afgegeven dan begroot. De meevaller wordt ingezet ter dekking van de tekorten op het SDE+-budget (zie toelichting bij SDE+).
Demonstratieregeling Klimaat en Energie-Innovatie (DEI+)
Het uitgavenbudget van de DEI+ wordt in totaal met € 12,1 mln opgehoogd. Hiervan heeft € 6,7 mln betrekking op de bijdrage vanuit artikel 2 en € 0,4 mln op de bijdrage vanuit de BZK-begroting aan de openstelling van de DEI+ in 2021 (zie ook de toelichting bij de verplichtingen). Daarnaast zijn de kasuitgaven voor de cofinanciering van het EU Innovation Fund toegevoegd aan het DEI+-budget (€ 5 mln). Ook de uitgavenmutaties in de jaren 2022 en verder hebben te maken met deze ophogingen van het verplichtingenbudget van de DEI+.
SDE+
Het SDE+-uitgavenbudget is opgehoogd omdat er voor het eerst, door de lage energieprijzen en daarmee door de hogere subsidie-uitgaven voor de SDE+, sprake is van een tekort van ruim € 222 mln op de kasuitgaven op lopende SDE+-subsidies. Daarnaast is bijna € 239 mln toegevoegd aan het SDE+-budget voor nog te nemen maatregelen rond de sluiting en productiebeperking van kolencentrales (zie bij verplichtingen). Het totale tekort op het SDE+-budget van € 461 mln wordt gedekt door een onttrekking aan de reserve duurzame energie van circa € 448 mln en door overheveling van circa € 13 mln uit het HER+-budget. Uit het opgehoogde SDE+-budget is € 17,9 mln overgeheveld naar de IenW-begroting voor uitgaven van het Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP) in 2020 en € 1,4 mln naar het RVO-uitvoeringsbudget ter dekking van de hogere uitvoeringskosten van de SDE+ en de ISDE: per saldo is hierdoor het SDE+-budget opgehoogd met € 441,7 mln.
ISDE-regeling
Het Ministerie van BZK hevelt € 24 mln over naar het ISDE-budget voor de subsidiering van de aansluiting van particuliere koopwoningen op een warmtenet.
Caribisch Nederland
Aan het budget voor Caribisch Nederland is € 10,4 mln toegevoegd voor de oprichting van de beleidsdeelneming Bonaire Brandstof Terminals B.V. onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Overige subsidies
Voor een investering in het warmtetransportnetwerk (WarmtelinQ) tussen Rotterdam en Den Haag, plus een aftakking naar de regio Leiden (WarmtelinQ+), wordt in 2021 € 35 mln, in 2022 € 50 mln en in 2023 € 37,5 mln beschikbaar gesteld. De dekking bestaat uit de middelen die op de aanvullende post bij het Ministerie van Financiën gereserveerd stonden voor bovenregionale warmtenetten en interne meevallers op de EZK-begroting.
Nationale co-financiering EU Innovation fund
De € 50 mln die beschikbaar is gekomen als cofinanciering op het Innovation Fund zullen via de DEI+ worden besteed: daarom worden de middelen hiervoor in zijn geheel (2021 tot en met 2025) verschoven naar het DEI+-budget.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan RVO.nl
Voor de uitvoeringskosten in 2020 heeft RVO circa € 3,8 mln te veel aan voorschot ontvangen . Dit bedrag wordt ingezet om de tekorten op de uitvoeringskosten in 2021 te financieren. Daarnaast wordt circa € 1,5 mln toegevoegd aan het RVO-budget voor de uitvoeringskosten van de beleidsmiddelen die het Ministerie van BZK overhevelt voor de regelingen MOOI en DEI+ en wordt er vanuit beleidsartikel 2 € 1,1 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoeringskosten van de DEI+ en de TSE-Industrie. Vanuit het SDE+-budget wordt ruim € 1,4 mln toegevoegd om de toegenomen uitvoeringskosten voor de SDE+ en de ISDE te dekken. Hiertegenover staat een overheveling van zo'n € 0,5 mln naar het RVO-uitvoeringsbudget van artikel 2 om de kosten die RVO daar maakt voor de uitvoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) te dekken.
Bijdrage aan medeoverheden
Uitkoopregeling
Op het budget van de Uitkoopregeling, bedoeld om eigenaren van woningen die loodrecht onder hoogspanningslijnen liggen uit te kunnen kopen, verwacht RVO.nl in 2021 bijna € 7,6 mln minder uit te geven dan begroot. De meevaller wordt ingezet om diverse tegenvallers op artikel 4 te dekken.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Bijdrage aan Nuclear Research Group (NRG)
Voor het verwerken en afvoeren van het radioactief afval en de ontmanteling van gebouwen bij NRG in Petten is in totaal € 24,7 mln meer nodig dan begroot. Belangrijkste oorzaken van de kostenstijgingen zijn: een verbeterde bottom-up risicoanalyse van de afvalstromen en een uitgebreidere evaluatie van de ontmantelingskosten door een onafhankelijk bureau. Beide hebben geleid tot een beter inzicht in de verwachte kosten, zij het dat die wel hoger uitvallen. Daarnaast stijgen de ontmantelingskosten, met name door een hogere inschatting van benodigde manuren. Inclusief deze recente kostenstijging van € 24,7 mln komt de totale Radioactive Waste Management Programme (RWMP) voorziening thans uit op € 236 mln. Dit is op basis van een evaluatie1 die NRG periodiek uitvoert.
Ontvangsten
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
Aan de begrotingsreserve duurzame energie wordt in totaal bijna € 448 mln meer onttrokken dan oorspronkelijk begroot, deels om de tekorten op de uitfinanciering van lopende SDE+-subsidies als gevolg van de lage energieprijzen te dekken, deels om middelen beschikbaar te maken voor het nemen van kolenmaatregelen (sluiting en/of beperking van productie van kolencentrales). Zie ook de telichting bij SDE+.
Diverse ontvangsten
In 2021 wordt circa € 6,4 mln aan extra ontvangsten verwacht, deels door terugbetaling op een eerder afgegeven lening, deels door terugbetaling door RVO.nl van te veel ontvangen voorschotten op de uitvoeringskosten in 2020.
Toelichting op de Begrotingsreserves
+ Geraamde storting | 66.333 |
– Geraamde onttrekking | ‒ 687.971 |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 3.551.145 |
De begrotingsreserve voor duurzame energie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de HER of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie. In 2021 zal op basis van de huidige inzichten naar verwachting zo’n € 66,3 mln aan (kas)middelen in de begrotingsreserve gestort worden als eerste terugstorting van de in totaal € 398 mln die in de periode 2015-2020 tijdelijk aan de reserve was onttrokken (zie hiervoor onder meer het antwoord op vraag 5 en 6 in Kamerstuk 34 210 XIII, nr. 4, blz. 5–7).
De verwachte onttrekking van bijna € 688 mln betreft:
- Toevoeging aan het SDE+-budget om de tekorten op de uitfinanciering van lopende SDE+-beschikkingen te dekken en om middelen beschikbaar te krijgen voor het nemen van kolenmaatregelen (zie toelichting bij 'onttrekking begrotingsreserve duurzame energie'),
- € 236 mln die onttrokken wordt als bijdrage van het Ministerie van EZK aan de financiering van additionele Urgenda-maatregelen.
- € 4 mln die onttrokken wordt ter financiering van de ophoging van het budget van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE, voorheen Postcoderoosregeling).
+ Geraamde storting | 774 |
– Geraamde onttrekking | ‒ 680 |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 17.593 |
De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. De uit te betalen verliesdeclaraties worden onttrokken aan de reserve.
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 6.600 |
De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.
De begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie is, conform afspraak, eind 2020 geheel leeggeboekt en opgeheven.
3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 722.013 | 0 | 722.013 | 676.290 | 1.398.303 | 738.000 | 1.133.300 | 837.700 | 428.500 |
Uitgaven | 722.013 | 0 | 722.013 | 686.280 | 1.408.293 | 724.860 | 1.134.350 | 838.750 | 429.550 |
Subsidies (regelingen) | 21.756 | 0 | 21.756 | 51.533 | 73.289 | ‒ 14.190 | 0 | 0 | 0 |
Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten | 21.653 | 21.653 | 51.533 | 73.186 | ‒ 14.190 | 0 | 0 | 0 | |
Geestelijke bijstand/overige | 103 | 103 | 103 | ||||||
Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen | 0 | 0 | 0 | ||||||
Instrumentarium Woningmarkt | 0 | 0 | 0 | ||||||
Inkomensoverdrachten | 545.000 | 0 | 545.000 | 495.000 | 1.040.000 | 489.000 | 433.000 | 258.000 | 69.000 |
Schadevergoedingen | 200.000 | 200.000 | 225.000 | 425.000 | 423.000 | 423.000 | 253.000 | 66.000 | |
Vergoeding waardedaling Groningen | 245.000 | 245.000 | 270.000 | 515.000 | 16.000 | ||||
Vergoeding immateriële schade Groningen | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 50.000 | 10.000 | 5.000 | 3.000 | ||
Vermogensverschaffing/-onttrekking | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 467.800 | 441.200 | 328.000 |
Kapitaalinjectie EBN | 0 | 0 | 0 | 467.800 | 441.200 | 328.000 | |||
Opdrachten | 2.380 | 0 | 2.380 | 1.242 | 3.622 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 0 |
Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie | 0 | 0 | 0 | ||||||
Werkbudget | 2.380 | 2.380 | ‒ 258 | 2.122 | |||||
Versterken | 0 | 0 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | ||
Interim Akkoord met Shell en Exxon | 0 | 0 | 0 | ||||||
BTW-compensatie NAM | 0 | 0 | 0 | ||||||
Bijdrage aan agentschappen | 152.877 | 0 | 152.877 | 131.455 | 284.332 | 243.000 | 228.000 | 134.000 | 30.000 |
Bijdrage aan RVO.nl | 152.877 | 152.877 | 129.455 | 282.332 | 241.000 | 226.000 | 132.000 | 28.000 | |
Instituut Mijnbouwschade Groningen | 0 | 0 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | |
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s | 0 | 0 | 0 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 |
TNO publieke SDRA | 0 | 0 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | |
Bijdrage aan (internationale) organisaties | 0 | 0 | 0 | 6.000 | 6.000 | 4.500 | 3.000 | 3.000 | 1.500 |
Organisatie- en programmabudget ACVG | 0 | 0 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 1.500 | |
Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties | 0 | 0 | 3.000 | 3.000 | 1.500 | ||||
Ontvangsten | 774.000 | 0 | 774.000 | 746.876 | 1.520.876 | 848.550 | 654.800 | 444.050 | 165.800 |
Schadevergoedingen | 200.000 | 200.000 | 350.376 | 550.376 | 423.500 | 423.000 | 295.500 | 112.750 | |
Uitvoeringskosten Schade | 150.000 | 150.000 | 118.200 | 268.200 | 224.250 | 205.250 | 139.750 | 48.500 | |
Dividenduitkering EBN | 0 | 0 | 0 | ||||||
Dividenduitkering GasTerra | 4.000 | 4.000 | 4.000 | ||||||
Mijnbouwwet | 75.000 | 75.000 | ‒ 20.000 | 55.000 | ‒ 5.000 | ||||
Vergoeding waardedaling Groningen | 245.000 | 245.000 | 320.750 | 565.750 | 140.750 | 4.000 | |||
Vergoeding immateriële schade Groningen | 100.000 | 100.000 | ‒ 25.000 | 75.000 | 62.500 | 20.000 | 6.250 | 3.500 | |
Ontvangsten publieke SDRA | 0 | 0 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | |
Versterken | 0 | 0 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 722.013 | 0 | 722.013 | 676.290 | 1.398.303 | 738.000 | 1.133.300 | 837.700 | 428.500 |
Budgetflexibiliteit
Het percentage juridisch verplicht is met 99% even hoog als bij de ontwerpbegroting 2021. Dit is het geval omdat de grootste uitgaven op artikel 5 op basis van de Tijdelijke wet Groningen worden gedaan door het IMG. Ook de subsidies aan Samenwerkingsverband Noord Nederland zijn op basis van een ministeriële regeling verplicht. In het werkbudget en het budget voor geestelijke bijstand is nog een klein gedeelte (totaal ca. € 0,6 mln) niet verplicht.
Toelichting
Verplichtingen
Voor een toelichting op de verplichtingen wordt verwezen naar de toelichting op de uitgaven.
Uitgaven
Subsidies
Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten
De middelen voor de waardevermeerdreingsregeling kennen een 100% eindejaarsmarge. Daarom worden de niet benutte middelen uit 2020 (€ 2,5 mln) doorgeschoven naar 2021. Vanwege het grotere verbruik van de waardevermeerderingsregeling is het budget van € 14,2 mln uit 2022 naar 2021 geschoven. Daarnaast is € 34,9 mln overgeheveld uit de risicoreservering voor Groningen op de aanvullende post om de regeling tot en met oktober 2021 te kunnen voortzetten. Nadere besluitvorming over het vervolg van deze regeling is aan een nieuw kabinet.
Inkomensoverdrachten
Schadevergoedingen
Naar aanleiding van de aangepaste begroting van het IMG voor 2021 en de meerjarige raming die door EZK is opgesteld, wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de schadebetalingen bijgesteld.
Vergoeding waardedaling Groningen
Naar aanleiding van de aangepaste begroting van het IMG voor 2021 en de meerjarige raming die door EZK is opgsteld, wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de waardedalingsvergoedingen bijgesteld.
Vergoeding immateriële schade Groningen
Naar aanleiding van de aangepaste begroting van het IMG voor 2021 wordt het bedrag voor de vergoedingen van immateriële schade aangepast.
Vermogensverschaffing/-onttrekking
Kapitaalinjectie EBN
Er is een raming toegevoegd voor een kapitaalinjectie voor EBN. De verwachting is dat het eigen vermogen van EBN door de lagere winning uit het Groningenveld en hogere verplichtingen voor de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie aangevuld moet worden.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan RVO.nl
Naar aanleiding van de aangepaste begroting van het IMG voor 2021 en de meerjarige raming die door EZK is opgesteld wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag bijgesteld. Navenant aan de stijging van de uitvoeringskosten voor schadevergoedingen, vergoedingen voor waardedaling en vergoedingen van immateriële schade, stijgt ook de BTW-component van deze uitvoeringskosten. De BTW-component wordt niet op de NAM verhaald.
Ontvangsten
Schadevergoedingen
Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten van de NAM, die samenhangen met de uitgaven voor de schadeafhandeling. Deze kosten worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht.
Uitvoeringskosten schade
Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten van de NAM, die samenhangen met de uitgaven voor de uitvoeringskosten.
Mijnbouwwet
De raming voor inkomsten uit de Mijnbouwwet is met € 20 mln naar beneden bijgesteld in 2021 en met € 5 mln in 2022.
Vergoeding waardedaling Groningen
Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten van NAM die samenhangen met de uitgaven voor vergoedingen van waardedalingen. Deze kosten worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht.
Vergoeding immateriële schade
Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten van NAM die samenhangen met de uitgaven voor vergoedingen van waardedalingen. Deze kosten worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht.
Publieke seismische dreigings- en risicoanalyse (SDRA)
TNO voert voor EZK de publieke seismische dreigings- en risicoanalyse (SDRA) uit, die inzicht geeft in de seismische dreiging in Groningen. De kosten hiervan worden via de wettelijke heffing voor de versterking op de NAM verhaald.
Versterken industrie
EZK is verantwoordelijk gebleven voor de versterking van de industrie. De NCG gaat deze versterking uitvoeren. De kosten worden achteraf verhaald op de NAM.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement
Verplichtingen | 286.313 | 0 | 286.313 | 11.558 | 297.871 | 3.164 | 3.840 | 6.149 | 10.268 |
Uitgaven | 286.313 | 0 | 286.313 | 11.558 | 297.871 | 3.164 | 3.840 | 6.149 | 10.268 |
Personele uitgaven | |||||||||
eigen personeel | 171.294 | 171.294 | 9.242 | 180.536 | 4.260 | 3.466 | 3.493 | 2.807 | |
inhuur externen | 10.293 | 10.293 | 743 | 11.036 | |||||
overige personele uitgaven | 15.962 | 15.962 | ‒ 3.567 | 12.395 | ‒ 10.559 | ‒ 11.279 | ‒ 12.304 | ‒ 8.939 | |
Materiële uitgaven | |||||||||
ICT | 14.998 | 14.998 | ‒ 1.770 | 13.228 | 6.513 | 8.963 | 12.317 | 13.464 | |
bijdrage aan SSO's | 14.066 | 14.066 | 14.066 | ||||||
DICTU | 21.147 | 21.147 | 21.147 | ||||||
overige materiële uitgaven | 38.553 | 38.553 | 6.910 | 45.463 | 2.950 | 2.690 | 2.643 | 2.936 | |
Ontvangsten | 24.992 | 0 | 24.992 | 0 | 24.992 | 24.336 | 24.336 | 24.336 | 24.336 |
ACM | 17.589 | 17.589 | 17.589 | 17.589 | 17.589 | 17.589 | 17.589 | ||
SoDM | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | ||
CPB | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | ||
kerndepartement | 2.610 | 2.610 | 2.610 | 1.954 | 1.954 | 1.954 | 1.954 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
Er is € 6,4 mln toegevoegd aan de personeelsbudgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Deze toevoeging aan budgetten komt onder andere door de verhoging van het budget voor directie Bedrijfsleven en Innovatie met betrekking tot 10 fte extra door COVID-19 (€ 1 mln), de budgetverhoging voor SodM in verband met de Parlementaire Enquête Groninger Aardgaswinning (€ 1,2 mln), de overheveling vanuit het Nationaal Groeifonds in verband met apparaatskosten voor de stafdirectie NGF (€ 2,7 mln) en de overheveling vanuit het Nationaal Groeifonds in verband met apparaatskosten van de fondsbeheerder EZK (€ 1,3 mln).
Materiële uitgaven
Er is € 5,2 mln toegevoegd aan de materiële budgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Deze toevoeging van budgetten komt onder andere door de verhoging van het budget voor directie Communicatie voor de communicatie over het Klimaatakkoord (€ 2 mln), de verhoging van het materieel budget in verband met het Programma Informatiehuishouding PIT (€ 1,4 mln), de overheveling vanuit BZK van het startbudget voor de interdepartementale traject naar aanleiding van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (€ 2,4 mln). Een deel van het materieel budget van CPB is overgeheveld naar BZK ten behoeve van de generieke dienstverlening van FMH (- € 0,5 mln).
4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 37.678 | 37.678 | 34.453 | 33.782 | 32.918 | 31.121 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 37.678 | 37.678 | 34.453 | 33.782 | 32.918 | 31.121 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 22.127 | 22.127 | 18.931 | 18.861 | 18.566 | 18.359 |
programma | 22.127 | 22.127 | 18.931 | 18.861 | 18.566 | 18.359 | |||
apparaat | |||||||||
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 23.923 | 23.923 | 23.422 | 22.821 | 22.252 | 20.662 |
programma | 23.923 | 23.923 | 23.422 | 22.821 | 22.252 | 20.662 | |||
apparaat | |||||||||
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | ‒ 8.372 | ‒ 8.372 | ‒ 7.900 | ‒ 7.900 | ‒ 7.900 | ‒ 7.900 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2021 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2021 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2021 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.
Onvoorzien
Bij Voorjaarsnota 2021 vindt er dekking plaats vanuit het budget Onvoorzien. De dekking is bestemd voor de investering in het warmtetransportnetwerk (WarmtelinQ) tussen Rotterdam en Den Haag. Bij de eerst volgende begrotingsronde wordt het budget gecompenseerd uit de loon- en prijsbijstellingstranche.
5 Agentschappen
5.1 Agentschap Telecom (AT)
Baten | |||
Omzet | 60.435 | 4.278 | 64.713 |
waarvan omzet moederdepartement | 31.665 | 4.278 | 35.943 |
waarvan omzet overige departementen | 4.654 | 0 | 4.654 |
waarvan omzet derden | 24.116 | 0 | 24.116 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 60.435 | 4.278 | 64.713 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 57.260 | 4.278 | 61.538 |
Personele kosten | 36.495 | 3.405 | 39.900 |
waarvan eigen personeel | 30.624 | 2.724 | 33.348 |
waarvan inhuur externen | 3.403 | 681 | 4.084 |
waarvan overige personele kosten | 2.468 | 0 | 2.468 |
Materiële kosten | 20.765 | 873 | 21.638 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 12.556 | 0 | 12.556 |
waarvan overige materiële kosten | 8.209 | 873 | 9.082 |
Rentelasten | 50 | 0 | 50 |
Afschrijvingskosten | 3.050 | 0 | 3.050 |
Materieel | 2.000 | 0 | 2.000 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiele afschrijvingskosten | 2.000 | 0 | 2.000 |
Immaterieel | 1.050 | 0 | 1.050 |
Overige lasten | 75 | 0 | 75 |
waarvan dotaties voorzieningen | 75 | 0 | 75 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 60.435 | 4.278 | 64.713 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
De mutatie op de omzet moederdepartement bestaat uit de gelden voor de uit te voeren projecten Digitale Economie (1,9 mln), Pan-European Public Procurement Online (0,5 mln) en Cyber Security ACT (1,9 mln).
Toelichting op de lasten
In aanvulling hierop zijn de apparaatskosten met eenzelfde omvang (4,3 mln) gemuteerd, onderverdeeld in personele kosten (3,4 mln) en materiele kosten (0,9 mln).
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2021 + depositorekeningen | 9.352 | 0 | 9.352 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 60.756 | 0 | 60.756 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 57.706 | 0 | ‒ 57.706 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 3.050 | 0 | 3.050 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 6.455 | 0 | ‒ 6.455 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringkasstroom | ‒ 6.455 | 0 | ‒ 6.455 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 1.837 | 1.837 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 2.910 | 0 | ‒ 2.910 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 5.765 | 0 | 5.765 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 2.855 | 1.837 | 4.692 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2021 (=1+2+3+4) | 8.802 | 1.837 | 10.639 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
De mutatie op de eenmalige storting door het moederdepartement bestaat uit de compensatie verhuizing AT locatie Groningen naar de Eemsgolaan. Deze gelden worden rechtstreeks toegevoegd aan het Eigen Vermogen.
5.2 Dienst ICT Uitvoering (DICTU)
Baten | |||
Omzet | 302.203 | 34.810 | 337.013 |
waarvan omzet moederdepartement | 206.530 | 23.790 | 230.320 |
waarvan omzet overige departementen | 93.922 | 10.818 | 104.740 |
waarvan omzet derden | 1.751 | 202 | 1.953 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 302.203 | 34.810 | 337.013 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 270.483 | 41.910 | 312.393 |
Personele kosten | 179.758 | 37.623 | 217.381 |
waarvan eigen personeel | 83.468 | 3.982 | 87.450 |
waarvan inhuur externen | 91.990 | 33.090 | 125.080 |
waarvan overige personele kosten | 4.300 | 552 | 4.852 |
Materiële kosten | 90.725 | 4.287 | 95.012 |
waarvan apparaat ICT | 16.700 | 1.259 | 17.959 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 20.760 | 1.698 | 22.458 |
waarvan overige materiële kosten | 53.265 | 1.330 | 54.595 |
Rentelasten | 9 | 0 | 9 |
Afschrijvingskosten | 31.212 | ‒ 7.101 | 24.111 |
Materieel | 15.744 | ‒ 3.568 | 12.176 |
waarvan apparaat ICT | 15.744 | ‒ 3.568 | 12.176 |
waarvan overige materiele afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 |
Immaterieel | 15.468 | ‒ 3.533 | 11.935 |
Overige lasten | 500 | 0 | 500 |
waarvan dotaties voorzieningen | 500 | 0 | 500 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 302.203 | 34.810 | 337.013 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Het werkpakket van DICTU is fors gegroeid (en daarmee ook de omzet) in het eerste kwartaal van 2021. Dit leidt tot een toename van de omzetverwachting met € 34,8 mln ten opzichte van de omzetverwachting ten tijde van het opstellen van de ontwerpbegroting. De verwachte omzetgroei bij het kerndepartement van € 23,8 mln komt met name door implementatie van Rijkszaak bij verschillende onderdelen, een gestegen vraag naar werkplekdienstverlening en beheer van applicaties ten behoeve van de uitvoering van extra corona gerelateerde regelingen.
De groei van de omzet bij overige departementen (€ 10,8 mln) wordt met name veroorzaakt door een opdracht voor applicatie-ontwikkeling van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RiVG) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en nieuwe opdrachten voor Rijkszaak, zoals bij Rijkswaterstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Toelichting op de lasten
Om aan de gestegen vraag naar ICT-dienstverlening te kunnen voldoen nemen de personele kosten toe met € 37,6 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting. Door de snelle toename van de opdrachtenportefeuille door nieuwe opdrachten van zowel bestaande als nieuwe klanten vangt DICTU de benodigde extra capaciteit in eerste instantie op door de benodigde ICT expertise extern in te huren (€ 33,1 mln). Daarnaast gaat DICTU onverminderd voort met de voorgenomen verambtelijking om te komen tot een betere verhouding tussen eigen personeel en externe inhuur.
De afschrijvingskosten ten opzichte van de begroting nemen af met € 7,1 mln in verband met een versnelde afwaardering van activa in 2020.
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2021 + depositorekeningen | 20.158 | 3.822 | 23.980 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 302.203 | 34.810 | 337.013 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 270.991 | ‒ 41.911 | ‒ 312.902 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 31.212 | ‒ 7.101 | 24.111 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 32.000 | 1.600 | ‒ 30.400 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringkasstroom | ‒ 32.000 | 1.600 | ‒ 30.400 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 31.212 | 7.101 | ‒ 24.111 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 32.000 | ‒ 1.600 | 30.400 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 788 | 5.501 | 6.289 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2021 (=1+2+3+4) | 20.158 | 3.822 | 23.980 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het beroep op de leenfaciliteit is aangepast op de ingediende leenaanvraag voor 2021 bij het Ministerie van Financiën.
5.3 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
Baten | |||
Omzet | 772.836 | 204.846 | 977.682 |
waarvan omzet moederdepartement | 351.480 | 177.914 | 529.394 |
waarvan omzet overige departementen | 386.137 | 28.459 | 414.596 |
waarvan omzet derden | 35.219 | ‒ 1.527 | 33.692 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 772.836 | 204.846 | 977.682 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 757.779 | 204.846 | 962.625 |
Personele kosten | 415.682 | 66.872 | 482.554 |
waarvan eigen personeel | 326.360 | 26.504 | 352.864 |
waarvan inhuur externen | 65.526 | 40.368 | 105.894 |
waarvan overige personele kosten | 23.796 | 0 | 23.796 |
Materiële kosten | 342.097 | 137.974 | 480.071 |
waarvan apparaat ICT | 3.496 | 0 | 3.496 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 176.941 | 6.900 | 183.841 |
waarvan overige materiële kosten | 161.660 | 131.074 | 292.734 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 14.557 | 0 | 14.557 |
Materieel | 557 | 0 | 557 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiele afschrijvingskosten | 557 | 0 | 557 |
Immaterieel | 14.000 | 0 | 14.000 |
Overige lasten | 500 | 0 | 500 |
waarvan dotaties voorzieningen | 500 | 0 | 500 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 772.836 | 204.846 | 977.682 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 177,9 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
- De omzet vanuit het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) stijgt met € 38,2 mln. Dit betreft aanvullende opdrachten voor de Baangerelateerde Investeringskorting (€ 17,1 mln), beleids- en bedrijfsondersteuning monitoring (€ 5,2 mln), de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (€1,0 mln) en overige programma’s (€ 14,9 mln).
- De omzet vanuit het DG Klimaat en Energie (K&E) stijgt met € 8,4 mln. De begroting is verhoogd om deze meer in lijn te brengen met de beleidsopgave. De toename in de opdracht heeft voornamelijk betrekking op regelingen als gevolg van het Klimaatakkoord en het Expertise Centrum Warmte. Daarnaast is mede door de overheveling van SEEH van BZK naar K&E de opdracht Stimulering Duurzame Energieproductie toegenomen. Verder is Commissie Mijnbouwschade in 2021 operationeel geworden.
- De opdracht aan de Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is met € 129,5 mln toegenomen. Als gevolg van een stijgende toename van het aantal binnenkomende aanvragen, en de daarmee samenhangende afhandeling van deze aanvragen, heeft dit tot gevolg gehad dat de kosten zullen toenemen in het jaar 2021. In het jaar 2021 wil IMG het gerealiseerde afhandelingsvolume van eind 2020 blijven voortzetten.
- De opdracht voor de Directie Chief Economist neemt toe met € 2,2 mln. Dit komt onder andere door aanvullende opdracht Beter Aanbesteden (1,0 mln).
Omzet overige departementen
De totale mutatie in de omzet van overige departementen bedraagt € 28,4 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
- De omzet vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stijgt met € 13,0 mln. Deze stijging wordt veroorzaakt door meerwerkopdrachten voor onder andere het Stikstof dossier (€ 7,3 mln) en Basisregistratie Grootschalige Topografie (€ 4,7 mln) en overig (€ 1,0 mln).
- De omzet van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gelijk aan de raming in de ontwerpbegroting.
- De opdracht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is uitgebreid met diverse aanvullende opdrachten (€ 5,3 mln). Zo is er meerwerk op de regeling Taskforce woningcorporaties (€ 1,0 mln), extra budget voor de uitvoering van de programma’s Programma Aardgasvrije Wijken, Energielabel, en Viewer voor transitievisies Warmte (€ 0,6 mln). Verder zijn er overige aanvullende opdrachten (€ 3,7 mln) verstrekt.
- De opdracht vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stijgt met € 6,2 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door aanpassing aan de definitieve opdracht 2021 (€ 4,1 mln). Daarnaast is sprake van aanvullende opdrachten voor een stikstofmaatregel, de voorbereidingsopdracht Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmateriaal (€ 0,8 mln) en verschillende andere opdrachten (€ 1,3 mln).
- De omzet van de andere departementen stijgt met € 4,0 mln door bijstelling aan de definitieve opdrachten. De grootste mutatie vindt plaats bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (€ 3,6 mln). Dit bestaat uit meerwerk dat grotendeels ligt bij de Subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (€ 1,5 mln) en Stimuleringsregeling E-Health Thuis.
Omzet derden
De totale mutatie in omzet derden bedraagt een afname van € 1,5 mln. Dit betreft vooral de omzet vanuit de provincies die daalt met € 1,2 mln, door aanpassingen naar de definitieve opdracht.
Bijzondere baten
Zoals ook het geval ten tijde van de ontwerpbegroting 2021 verwacht RVO geen ontvangsten in het kader van bijzondere baten.
Toelichting op de lasten
De baten en lasten stijgen beide met € 204,8 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele lasten (€ 66,9 mln), waarbij zowel hogere kosten voor ambtelijk personeel (€ 26,5 mln) als hogere kosten voor externe inhuur (€ 40,4 mln) zijn geraamd. De materiële kosten nemen toe met (€ 138,0 mln). De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte kosten, waarbij de directe materiële kosten verband houden met de uitvoering van opdrachten. De toename van het opdrachtenpakket leidt daardoor tot een stijging van € 131,1 mln aan overige materiële kosten. Dit geldt in mindere mate voor de toename in de bijdrage aan Shared Service Organisaties (€ 6,9 mln).
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2021 + depositorekeningen | 112.718 | ‒ 24.525 | 88.193 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 772.836 | 347.999 | 1.120.835 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 758.279 | ‒ 342.798 | ‒ 1.101.077 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 14.557 | 5.201 | 19.758 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 29.200 | ‒ 14.900 | ‒ 44.100 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringkasstroom | ‒ 29.200 | ‒ 14.900 | ‒ 44.100 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 14.606 | ‒ 1.504 | ‒ 16.110 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 29.200 | 14.900 | 44.100 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 14.594 | 13.396 | 27.990 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2021 (=1+2+3+4) | 112.669 | ‒ 20.828 | 91.841 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het grotere opdrachtpakket zorgt voor hogere operationele ontvangsten en uitgaven. Ook de investeringen zijn toegenomen, wat voornamelijk het gevolg is van een beleidswijziging die in de zomer van 2019 is doorgevoerd. De wijziging schrijft voor dat ontwikkeling van software binnen het opdrachtenpakket als een investering wordt gepresenteerd en niet meer als omzet.
__Evaluatie van de kosten van het RVMP en het onderliggende, externe rapport van Atkins naar de ontmantelingskosten.↩︎