[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verlenging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake de internationale missie tot bescherming van onderzoek (Trb. 2014, 135)

Voornemen tot verlenging van verdragen

Brief regering

Nummer: 2021D19818, datum: 2021-05-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24493-93).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24493 (R1557)-93 Voornemen tot verlenging van verdragen.

Onderdeel van zaak 2021Z09029:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Staten-Generaal 1/2
Vergaderjaar 2020-2021

24 493 Voornemen tot verlenging van verdragen

BR/ Nr. 93 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2021

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake de internationale missie tot bescherming van onderzoek (Trb. 2014, nr. 135).

Dit verdrag dat inmiddels zes keer is verlengd met een jaar (zie Trb. 2015, nr. 104; Trb. 2016, nr. 119; Trb. 2017, nr. 99, Trb. 2018, nr. 152; Trb. 2019, nr. 130 en Trb. 2020, nr. 89), zal door middel van een notawisseling voor een zevende keer worden verlengd, ditmaal met twee jaar tot 1 augustus 2023 op verzoek van Oekraïne.

Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese deel van Nederland. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag