Uitstel beantwoording vragen van de leden Snels en van der Lee over de duurzaamheidsrisico’s van staatsobligaties
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2021D20104, datum: 2021-05-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-2865).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z05738:
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Gericht aan: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Gericht aan: B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: B.A.W. Snels, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2865
Vragen van de leden Snels en Van der Lee (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Financiën, van Economische Zaken en Klimaat en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over duurzaamheidsrisico’s van staatsobligaties (ingezonden 12 april 2021).
Mededeling van Minister Hoekstra (Minister van Financiën) (ontvangen 27 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «National COVID debts: climate change imperils countries’ ability to repay»1 en «Beleggers vergeten klimaatrisico’s langlopende staatsleningen te prijzen»2?
Vraag 2
Wat is uw reactie op de bevinding uit het genoemde onderzoek dat het grootste deel van de onderzochte 200 landen niet transparant is over de duurzaamheidsrisico’s van de in 2020 uitgegeven publieke schuld? Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat landen enerzijds wel benadrukken dat de financiële sector zelf meer openheid moet geven over duurzaamheidsrisico’s, maar anderzijds landen dit zelf nauwelijks tot niet blijken te doen?
Vraag 3
Wat is uw reactie op de in het onderzoek gedane bevinding dat Nederland internationaal, ten opzichte van zo’n beetje alle peers, bijzonder laag scoort als het gaat om de mate waarin de investeringen in economisch herstel groen zijn? Hoe kan het dat Nederland hier veel en veel lager scoort dan vergelijkbare landen als Duitsland, Noorwegen, Denemarken en Finland? Deelt u de mening dat het pijnlijk is dat Nederland zich volgens het onderzoek in het kwadrant van «missing opportunities» bevindt? Deelt u de mening dat dit het belang van een groen herstel en koerswijziging ten opzichte van het huidige economische model enkel nog meer onderstreept?
Vraag 4
Bent u het met de bevinding van het genoemde onderzoek eens dat het onwenselijk is dat op de lange termijn beleggers plots geconfronteerd gaan worden met materialiserende duurzaamheidsrisico’s en hierdoor een kapitaalvlucht kan ontstaan, juist op het moment dat een land het kapitaal extra hard nodig zal hebben? Deelt u de mening dat dit nu om handelen vraagt?
Vraag 5
Hoeveel staatsschuld heeft Nederland op dit moment uitstaan die pas na 2060 afloopt? Wat is de omvang van de sinds het begin van 2020 uitgegeven staatsschuld met een looptijd langer dan 30 jaar?
Vraag 6
Wat zijn volgens u de duurzaamheidsrisico’s waar beleggers met uitzettingen in de langlopende Nederlandse staatsobligaties aan blootgesteld staan?
Vraag 7
Is het gedegen rapporteren over de duurzaamheidsrisico’s van staatsobligaties door landen wat u betreft onderdeel van het prudente begrotingsbeleid dat Nederland, ook in Europees verband, voorstaat?
Vraag 8
Op welke manier heeft het Agentschap van de Generale Thesaurie in haar in 2020 uitgegeven obligaties – nadrukkelijk niet enkel de groene obligaties dus – aandacht besteed aan mogelijke fysieke en transitierisico’s? Klopt wat u betreft de bevinding uit het genoemde onderzoek dat Nederland aan het effect van duurzaamheidsrisico’s op het risicoprofiel van «reguliere» Nederlandse staatsobligaties geen aandacht besteedt?
Vraag 9
Heeft de Auditdienst Rijk op enig moment opmerkingen gemaakt over de manier waarop Nederland (niet) over de duurzaamheidsrisico’s van haar uitgegeven schuld rapporteert? Waarom wel/niet?
Vraag 10
Is het rapporteren van duurzaamheidsrisico’s van uitgegeven publieke schuld door overheden op enig moment onderdeel geweest van de agenda in internationale gremia, bijvoorbeeld bij bijeenkomsten van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action?
Vraag 11
In welke mate is er een perverse prikkel voor landen, zoals Nederland, om over de duurzaamheidsrisico’s van hun staatsobligaties te rapporteren, als dit leidt tot hogere rentes? En hoe gaan we voorkomen dat het beter inprijzen van risico’s er enkel voor zorgt dat kwetsbare landen, die het meest onder fysieke risico’s zullen lijden, enkel nog minder geld hebben voor de groene transitie?
Vraag 12
Hoe gaat u ervoor zorgen dat Nederland zelf en andere landen beter gaan rapporteren over duurzaamheidsrisico’s van uitgegeven schuld, met inachtneming van de bijbehorende dilemma’s? Deelt u de mening dat er een internationale harmonisatie zou moeten komen zodat alle landen in gelijke mate gedegen over duurzaamheidsrisico’s rapporteren, bijvoorbeeld geïnspireerd door het Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD)-raamwerk? Gaat Nederland zich de komende tijd hard maken voor dergelijke internationale afspraken? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden en binnen drie weken retour sturen?
Mededeling
Hierbij bericht ik u dat ik de door de leden Snels en van der Lee (beiden GroenLinks) gestelde schriftelijke vragen over de duurzaamheidsrisico’s van staatsobligaties (ingezonden op 12 april 2021, met kenmerk 2021Z05738), niet binnen de door u gestelde termijn kan beantwoorden, omdat voor de beantwoording nadere afstemming vereist is.
Ik streef ernaar u de antwoorden zo spoedig mogelijk toe te sturen.