[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 35830-VII-2)

Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2020

Lijst van vragen

Nummer: 2021D20547, datum: 2021-05-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D20547).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z07715:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D20547 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het Rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (vragen aan de regering) (Kamerstuk 35 830-VII, nr. 2).

De fungerend voorzitter van de commissie,
Bosma

De griffier van de commissie,
Roovers

1 Op welke wijze geeft u invulling aan de advisering van de Rekenkamer om de PAW ook ten gunste te laten zijn aan wijken die niet in het programma meedoen?
2 Op welke manier kunt u invulling geven aan het advies van de Rekenkamer om de samenhang tussen PAW en ander rijksbeleid om de gebouwde omgeving aardgasvrij te maken te verbeteren
3 Het Rijksbrede IT-beheer wordt door de Algemene Rekenkamer al diverse jaren als onvolkomenheid beoordeeld. Welke concrete stappen gaat u nemen om de kwaliteit van het IT-beheer op te schroeven? Welke rol is hierin weggelegd voor de uitvoeringsorganisatie SSC-ICT?
4 Welke stappen heeft de Minister gezet in het verbeteren van het contractenbeheer van Logius en welke concrete verdere stappen gaat de Minister zetten om het centraal inzicht in lopende contracten te verbeteren en dit soort onrechtmatigheden in de toekomst te voorkomen?
5 De opbouw van de interne beheersing is nog niet op het gewenste niveau: wanneer is dit wel het geval? Wat moet daarvoor nog gebeuren? Welke risico’s brengt dit met zich mee?
6 Klopt het dat de onrechtmatige verplichtingen uitsluitend voorvloeien uit overgenomen contracten en lopende offertetrajecten van het CVW en de NAM? Zo nee, hoe zit het dan?
7 Welke verbeteringen wil de Minister doorvoeren om de prestatievaststelling op gedane uitgaven beter aantoonbaar te maken, want de Algemene Rekenkamer constateert dat de NCG in 2020 dit moeizaam kon?
8 De Algemene Rekenkamer constateert dat er in het najaar van 2020 een gezamenlijk loket NCG en IMG zou zijn vormgegeven, maar dat daar begin 2021 nog geen sprake van is, wanneer is dat wel het geval? Welke stappen moeten nog gezet worden en wanneer om dat wel te realiseren?
9

Op welke manier gaat u invulling geven aan voldoende concrete doelen en actiepunten voor het verbeteren van de samenwerking? Wanneer gaat u dat doen?

Voor elke euro schadevergoeding was het IMG in 2020 56 eurocent kwijt aan uitvoeringskosten, wat gaat de Minister eraan doen om dit probleem nu eindelijk eens op te lossen? Welke concrete, meetbare doelen formuleert de Minister daarvoor in de tijd?

10 Hoeveel zullen de kosten met de toepassing van de typologiebenadering dalen? Wat verstaat de Minister onder significant?
11 Hoe wilt u de andere stappen in het proces concreet maken, aangezien daarvoor geen doelstellingen kenbaar zijn gemaakt?
12 Hoe gaan de Ministers de link tussen de kosten en resultaten verbeteren? Welke stappen gaan de Ministers daarvoor zetten en wanneer?
13 Hoe gaan de Ministers ervoor zorgen dat er voldoende concrete, meetbare doelstellingen worden opgesteld voor het centraal stellen van de bewoners bij de versterking?
14 Kan de Minister uitgebreid reageren op hoe zij de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer concreet gaat oppakken?
15 De Algemene Rekenkamer deed in het verantwoordingsonderzoek van 2017 de Minister de aanbeveling om een generiek Governance Risk en Compliance (GRC)-kader te ontwikkelen met gestandaardiseerde minimum beheersingsmaatregelen voor de IT-organisaties binnen de rijksoverheid. Kan dit kader met de Tweede Kamer gedeeld worden alsmede hoe in gezamenlijkheid met de ministeries en de SSO’s wordt toegezien op implementatie en naleving hiervan?
16 Kan gereageerd worden op de volgende passage uit het rapport van de Algemene Rekenkamer: «De Minister van BZK geeft aan dat zij onze bevindingen ten aanzien van de reviews niet onderschrijft en dat zij volgens afspraken met de ADR en de Algemene Rekenkamer heeft gehandeld. Uit ons onderzoek bleek echter dat de keuze om minder reviews uit te voeren met name gebaseerd is op de beschikbare capaciteit. Een goede vaktechnische onderbouwing voor de omvang van de werkzaamheden passend bij de risico’s en de bevindingen hebben we niet gevonden. Die afweging is cruciaal, mede vanwege de toenemende omvang en de complexiteit van de specifieke uitkeringen.»?
17 Kan gereageerd worden op de volgende passage uit het rapport van de Algemene Rekenkamer: «De Minister van BZK geeft aan dat zij met ons van mening verschilt over de afweging van risico’s bij het gebruik van videobelvoorziening WebEx. De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) schrijft echter voor dat een organisatie bij ingebruikname van een nieuwe applicatie de risico’s rond informatiebeveiliging expliciet moet afwegen en eventueel extra maatregelen moet treffen om veilig gebruik te waarborgen. Individuele afnemers van WebEx moeten de mogelijke risico’s expliciet wegen conform de BIO, ook al betreft het een gemeenschappelijke dienst. Dat is de vastgelegde afspraak waarop wij controleren en ons oordeel baseren».»?
18

Kan gereageerd worden op de volgende passage uit het rapport van de Algemene Rekenkamer: «De Minister geeft in haar reactie op ons onderzoek naar de herstel- en versterkingsoperatie in Groningen bij veel bevindingen en aanbevelingen aan dat ze die als steun in de rug beschouwt om met de nodige aanscherpingen de doelen te bereiken. Zij wijst daarbij vooral op het belang van continuïteit en stabiliteit in de uitvoering. Dat zou ook volgens ons een verbetering zijn.

Het formuleren van concrete en meetbare doelen om de bewoners centraal te stellen, kan helpen om de bestuurlijke aandacht op de bewoners te richten. Hierbij doelen we niet alleen op de activiteiten binnen het Nationaal Programma Groningen, waar de Minister in haar reactie naar verwijst. De aanbeveling geldt juist ook voor de positie van bewoners in het versterkingsproces en voor de uitwerking van de recente bestuurlijke afspraken, waar € 1,5 miljard rijksgeld mee gemoeid is.»?