Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Mededeling EU-Kinderrechtenstrategie 2021-2024 (Kamerstuk 22112-3099)
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D20928, datum: 2021-06-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D20928).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Agema, Tweede Kamerlid (Ooit PVV kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.W. Krijger, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z07272:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-05-11 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-05-12 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-05-26 14:00: Fiche: Mededeling EU-Kinderrechtenstrategie 2021-2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-09-08 10:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-09-08 14:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D20928 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de brief betreffende het BNC-fiche: Mededeling EU-Kinderrechtenstrategie 2021–2024 d.d. 30 april 2021 (Kamerstuk 22 112, nr. 3099).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Agema
De adjunct-griffier van de commissie,
Krijger
Inhoudsopgave | blz. | ||
I. | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 | |
– | D66-fractie | 2 | |
– | SP-fractie | 3 | |
II. | Reactie van het kabinet | 3 |
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie steunen de inzet voor een Europese benadering als het om kinderrechten gaat. Zij willen benadrukken dat het schenden van kinderrechten uiterst serieus moet worden genomen en dat er altijd een betere versterking mogelijk is van de positie van het kind. In dat licht hebben deze leden nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Europese Commissie kinderen heeft geconsulteerd voor deze strategie. Wordt voor de implementatie van de EU-strategie in Nederland ook contact gezocht met Nederlandse kinderen? Wordt kinderen gevraagd hoe de kinderrechten in Nederland kunnen worden verbeterd en waar de focus op moet liggen? Zo ja, hoe en op welke manier? Zo nee, waarom niet? Deze leden vragen hoe de participatie van kinderen voorts is geborgd binnen deze strategie.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Europese Commissie lidstaten oproept om zich op nationaal niveau te committeren aan en te investeren in kinderrechten. Lidstaten worden opgeroepen hiertoe een nationale strategie te ontwikkelen en prioriteit te geven aan de financiering van kinderrechten in de financieringsprogramma’s van de EU. Deze leden vragen hoe hier in Nederland met nieuwe voorstellen vorm aan wordt gegeven. Deze leden vragen het kabinet dit uit splitsen naar de zes genoemde thema’s en hierbij niet in te gaan op wat er al is of wat reeds gepland staat, zoals in de kabinetsreactie op het BNC-fiche, maar zich te concentreren op nieuwe voorstellen. Indien er geen nieuwe voorstellen zijn, wat is dan de toegevoegde waarde van een dergelijke strategie?
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet of er een overzicht is van de prioriteit die Nederland geeft aan de financiering van kinderrechten in de financieringsprogramma’s van de EU. Zo ja, kan het kabinet deze naar de Kamer sturen?
De leden van de D66-fractie lezen de reactie van het kabinet zo, dat volgens het kabinet reeds aan alle thema’s voldoende wordt gewerkt en dat bij elk van de zes thema’s Nederland geen uitdagingen meer kent. Hoe ziet het kabinet dit? Indien er echter nog wel uitdagingen zijn op deze zes thema’s, kan het kabinet deze dan schetsen?
De leden van de D66-fractie zien dat thema’s als participatie in het politieke en het sociaaleconomische leven inclusie wordt genoemd. Deze leden constateren dat deze thema’s een des te grotere rol hebben gespeeld tijdens de coronacrisis. Is het kabinet het eens met deze conclusie? Kan er kort worden aangegeven welke lessen hieruit zijn getrokken en worden deze lessen toegepast in de nationale kinderrechtenstrategie zoals deze benoemd wordt door de Europese Commissie? Zo ja, op welke manier?
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet of hij het nodig acht dat ook in Nederland wordt ingezet op kindvriendelijke rechtsprocedures. Deze leden constateren dat ook kinderen te maken kunnen hebben met de rechtsgang, onder andere bij uithuisplaatsingen, maar dat bijvoorbeeld in Nederland het hoorrecht bij kinderen niet altijd wordt ingezet. Daarom vragen deze leden in welke mate het kabinet het noodzakelijk acht om extra op dit thema in te zetten.
Deze leden zijn naast het gebruik van het hoorrecht bij alle leeftijden ook benieuwd naar het hoorrecht voor kinderen tussen de acht en twaalf jaar.
De leden van de D66-fractie vragen voorts aan het kabinet om een nadere duiding te geven van het krachtenveld binnen de EU. Er wordt door het kabinet aangegeven dat een groot aantal lidstaten zich positief uitgelaten heeft over dit voorstel. Kan hieruit geconcludeerd worden dat er ook landen zijn die negatief staan tegenover dit voorstel? Zo ja, welke landen zijn dit en om welke reden? Op welke wijze wordt geprobeerd de positie van kinderrechten in andere Europese landen te bevorderen? Deze leden vragen dit als het met name landen betreft die zich negatief uitlaten over dit voorstel.
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche: Mededeling EU-Kinderrechtenstrategie 2021–2024. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
Met de kinderrechtenstrategie roept de Europese Commissie lidstaten op om zich op nationaal niveau te committeren aan en te investeren in kinderrechten, hiervoor een nationale strategie te ontwikkelen en prioriteit te geven aan de financiering van kinderrechten in de financieringsprogramma’s van de EU. In het fiche benadrukt het kabinet echter enkel het al bestaande beleid in Nederland. De leden van de SP-fractie vragen of het kabinet daarnaast ook nog nieuwe initiatieven zal nemen naar aanleiding van de oproep van de Europese Commissie. Worden er ook nieuwe stappen gezet? Of is het kabinet van mening dat aanvullende stappen om kinderrechten in Nederland te versterken niet nodig zijn?