Amendement van het lid Van Weyenberg c.s. 35850-VIII-3 over het dekken van een deel van NPO maatregelen ten laste van het saldo
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Amendement
Nummer: 2021D21800, datum: 2021-06-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35850-VIII-3).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35850 VIII-3 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2021Z09900:
- Indiener: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 850 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 3 AMENDEMENT VAN HET LID VAN WEYENBERG C.S.
Ontvangen 4 juni 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 25.000 (x € 1.000).
II
In artikel 6 Hoger beroepsonderwijs wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 48.451 (x € 1.000).
III
In artikel 7 Wetenschappelijk onderwijs wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 75.316 (x € 1.000).
Toelichting
Een deel van het Nationaal Programma Onderwijs betreft tegemoetkoming ten aanzien van de studiefinanciering en een verlenging van de OV-kaart. Terwijl coronasteun normaliter ten laste komt van het saldo worden deze specifieke uitgaven gecompenseerd met bezuinigingen binnen de OCW-begroting. De indieners vinden het onwenselijk als deze uitgaven vanwege hun aard als coronasteun ten koste gaan van het onderwijs in latere jaren en stellen voor deze vorm van coronasteun ook ten laste te laten komen van het saldo.
Daarom regelt dit amendement dat deze kosten niet gedekt worden binnen de OCW-begroting maar ten laste komen van het saldo, gelijk aan andere vormen van coronasteun zoals de NOW, de TVL of specifieke steun voor land- en tuinbouwsectoren. De indieners stellen voor om het kas- en verplichtingenbudget op artikelen 4, 6 en 7 over de periode 2022–2027 te verhogen met de benodigde bedragen en in de eerstvolgende begrotingswijziging in de meerjarenraming te verwerken, met als doel de extensiveringen te schrappen zoals opgenomen in tabel 5 van de memorie van toelichting van deze begrotingswet en de maatregelen ter verlenging van de OV-kaart en tegemoetkoming ten aanzien van de studiefinanciering zoals aangekondigd door te voeren.
Van Weyenberg
Paternotte
Van Meenen