[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Kuiken over het bericht dat Jehova’s Getuigen proberen gespreksverslagen te bemachtigen die zijn opgemaakt in het onderzoek naar misbruik bij de Jehova’s Getuigen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D22090, datum: 2021-06-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-3085).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z07076:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3085

Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Kuiken (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht dat Jehova’s Getuigen proberen gespreksverslagen te bemachtigen die zijn opgemaakt in het onderzoek naar misbruik bij de Jehova’s Getuigen (ingezonden 28 april 2021).

Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 7 juni 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2810.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht misbruikslachtoffers die hun verhaal deelden in een onderzoek naar misbruik bij Jehovah’s Getuigen van de Universiteit Utrecht, vrezen geïdentificeerd te kunnen worden nu de organisatie probeert de complete onderzoeksgegevens te bemachtigen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Bent u het er mee eens dat misbruikslachtoffers die hun ervaringen delen in wetenschappelijk onderzoek, dat in opdracht van de Tweede Kamer plaatsvindt, erop moeten kunnen vertrouwen dat hun ervaringen vertrouwelijk worden behandeld? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt hun anonimiteit concreet gewaarborgd? Welke veiligheid kan deze slachtoffers geboden worden?

Antwoord 2 en 3

Voor het uitvoeren van het onderzoek is destijds een elektronisch contactpunt opgesteld, waar ervaringen van seksueel misbruik konden worden gedeeld. De personen die zich daar hebben gemeld, zijn geïnformeerd over het feit dat hun informatie vertrouwelijk wordt behandeld en dat hun persoonsgegevens niet met de gemeenschap van Jehova’s Getuigen of andere derden worden gedeeld. Ook is aan hen medegedeeld wat het doel van het onderzoek is en wat er met de data zou gebeuren. Gelet hierop kan iedereen die zich bij het contactpunt heeft gemeld erop vertrouwen dat hun ervaringen (of het nou ging om eigen ervaringen of ervaringen van een ander waarover een melding werd gedaan) vertrouwelijk worden behandeld.

Aan het begin van het onderzoek heeft de Universiteit Utrecht een zogenaamde Gegevensbeschermingseffectbeoordeling (ook wel aangeduid als Privacy Impact Assessment, PIA) uitgevoerd en die ook afgestemd met het WODC. In de PIA is beschreven hoe binnen het onderzoek met de persoonsgegevens wordt omgegaan en welke maatregelen zijn getroffen om de privacy van betrokkenen te beschermen. Deze PIA is openbaar gemaakt als deel van de bijlage van het Wob-besluit dat het WODC heeft genomen op een eerder ingediend Wob-verzoek. Voor een uitgebreide toelichting verwijs ik derhalve naar: Besluit op Wob-verzoek inzake onderzoek «Seksueel misbruik en aangiftebereidheid binnen de gemeenschap van Jehova’s getuigen» 18 mei 2020 | Wob-verzoek | Rijksoverheid.nl.

Vraag 4, 5 en 6

Wat vindt u van het verhaal van Merel en specifiek ook haar opmerking dat de Jehova’s Getuigen het onderzoek niet aangrijpen om de slachtoffers te helpen, en dat dit juist aanvoelt als wederom een klap in het gezicht?2 Bent u het met Raymond Hintjes van Reclaimed Voices eens dat: «Elke poging om de identiteit van deelnemers te achterhalen een gigantische inbreuk op de vertrouwelijkheid is, en het verzoek om deze data een minachting van misbruikslachtoffers en hun behoeften is»? Zo nee, waarom niet? Wat zegt het feit dat de Jehova’s Getuigen alle middelen aangrijpen om de gespreksverslagen te bemachtigen volgens u over de zo noodzakelijke cultuuromslag bij de gemeenschap van Jehova’s Getuigen?

Antwoord 4, 5 en 6

Het moge duidelijk zijn dat ik teleurgesteld ben in het handelen van het bestuur van de Jehova’s Getuigen. Het bestuur zou in moeten zetten op het creëren van meer openheid en erkenning voor de positie van slachtoffers, in plaats dat het juridische acties onderneemt, waaronder het opvragen van de gespreksverslagen. Ik kan mij voorstellen dat dit voor de slachtoffers en de deelnemers aan het onderzoek aanvoelt als een trap na. Het bevestigt voor mij het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt en waarover ik uw Kamer heb geïnformeerd.3

Vraag 7

Deelt u de mening dat een organisatie die zelf niet in staat is gebleken intern de problemen rondom misbruik op te lossen, en die de problemen zelfs voor de buitenwereld probeert te verhullen, niet in staat mag worden gesteld om aan de hand van gegevens, die tegen de zin van de slachtoffers openbaar worden gemaakt, deze slachtoffers tegen hun zin in te benaderen? Zo ja, hoe kan dat voorkomen worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Ik deel de mening dat het onwenselijk is als de slachtoffers en deelnemers van het onderzoek tegen hun zin zouden worden benaderd. Zoals ook onder beantwoording van vraag 2 en 3 aan bod komt, heeft de Universiteit Utrecht maatregelen getroffen om de privacy te waarborgen van de slachtoffers. Het bestuur van de Jehova’s Getuigen heeft mij daarnaast laten weten dat het hen te doen is om geanonimiseerde gespreksverslagen. Ik ga ervan uit dat de Universiteit het bezwaar van de Jehova’s Getuigen in dat licht zorgvuldig heeft bekeken. De universiteit heeft me laten weten dat in de beslissing op bezwaar het standpunt is gehandhaafd dat documenten waaruit of waarmee de identiteit van de deelnemers aan het onderzoek afgeleid zou kunnen worden, niet openbaar worden gemaakt.

Vraag 8

Kunt u in contact treden met Johava’s Getuigen om hun beweegredenen achter de WOB-verzoeken te achterhalen en deze organisatie er nogmaals op wijzen dat u pal staat voor de bescherming van slachtoffers binnen deze organisatie? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

In mijn eerdere gesprek met de Jehova’s Getuigen en de gesprekken die ambtenaren van mijn departement met hen hebben gevoerd is de bescherming van slachtoffers van misbruik in de eigen organisatie nadrukkelijk aan de orde gesteld. Over mijn positie ten aanzien van de bescherming van slachtoffers kan derhalve geen misverstand bestaan. Gegeven deze gesprekken, en het feit dat dit geen enkele verandering in hun houding teweeg heeft gebracht, zie ik geen heil om over de beweegredenen achter de WOB-verzoeken met het bestuur in overleg te treden. Overigens passen de WOB-verzoeken in het beeld dat de Jehova’s getuigen de resultaten van het onderzoeken bestrijden en hun eerdere acties om de publicatie van rapport te voorkomen.


  1. Trouw.nl: 26 april 2021 https://www.trouw.nl/binnenland/jehovah-s-getuigen-zetten-alles-op-alles-om-gevoelige-data-misbruikonderzoek-te-bemachtigen~b85b0339/↩︎

  2. Trouw: 26 april 2021 https://www.trouw.nl/religie-filosofie/toen-merel-meewerkte-aan-het-misbruikonderzoek-volgde-verguizing-door-andere-jehovah-s-getuigen~b628a8cc/↩︎

  3. Kamerstuk 34 843, nr. 39↩︎