[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Vijfde incidentele suppletoire begroting inzake ondersteuning van start- en scale-ups en het (innovatieve) mkb, aanvullingen op het economisch steun- en herstelpakket en tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19)

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2021D22561, datum: 2021-06-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35780-3).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35780 -3 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Vijfde incidentele suppletoire begroting inzake ondersteuning van start- en scale-ups en het (innovatieve) mkb, aanvullingen op het economisch steun- en herstelpakket en tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19).

Onderdeel van zaak 2021Z05004:

Onderdeel van zaak 2021Z10290:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 780 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Vijfde incidentele suppletoire begroting inzake ondersteuning van start- en scale-ups en het (innovatieve) mkb, aanvullingen op het economisch steun- en herstelpakket en tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 11 juni 2021

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 12 mei 2021 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Bij brief van 9 juni 2021 zijn ze door de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie,
Azarkan

De griffier van de commissie,
Nava

1

Hoe verhouden de middelen van € 450 mln. voor de TVL in deze suppletoire begroting zich tot de middelen in de Vierde incidentele suppletoire begroting inzake tegemoetkoming vaste lasten?

Antwoord

Het bedrag van € 450 miljoen betreft de geraamde kosten van de verhoging van het subsidiepercentage van 85% naar 100%. De middelen in de vierde incidentele suppletoire begroting betroffen de geraamde kosten van de verhoging van het subsidieplafond per onderneming van € 300.000 naar € 550.000/€ 600.000 en de verlaging van de vaste lasten drempel van € 2.000 naar € 1.500.

2

Op welke grond kan de mobiliteitscluster subsidie aanvragen voor R&D-uitgaven? Zijn er andere sectoren waarvoor het probleem van achterblijvende investeringen ook speelt?

3

Is ook voor overige sectoren overwogen subsidie voor R&D-investeringen open te stellen?

Antwoord op vraag 2 en 3

De (maak)industrie van de luchtvaart, maritieme en automotive sectoren (de mobiliteitssectoren) heeft in het bijzonder zwaar te lijden onder de gevolgen van de coronacrisis. Er zijn ook andere sectoren die geraakt worden, maar het zijn vooral de mobiliteitssectoren waarbinnen R&D-investeringen onder druk staan. De mobiliteitssectoren hebben met elkaar gemeen dat:

• het internationaal georiënteerde sectoren zijn waarin Nederland een sterke concurrentiepositie inneemt die een belangrijke bijdrage leveren aan onze economie;

• er in deze sectoren grote innovatieopgaven liggen in het kader van de transitie naar klimaatneutrale mobiliteit;

• deze sectoren R&D-intensief zijn en investeringen in R&D door de coronacrisis onder grote druk staan.

De coronacrisis en de daarmee gepaard gaande wereldwijde vraaguitval heeft in de mobiliteitssectoren geleid tot omzetdalingen van 25–30%, met als gevolg het heel sterk terugschroeven van investeringen in onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Daarbij geldt dat ook in andere landen, zoals Duitsland en Frankrijk, voor deze sectoren steunpakketten in het leven zijn geroepen. Dit zou kunnen leiden tot een ongelijk speelveld, met het risico dat grotere bedrijven met meerdere vestigingen hun bedrijfsactiviteiten vanuit Nederland naar het buitenland verplaatsen, waarbij kennis en werkgelegenheid uit Nederland wegvloeit. De gevolgen hiervan voor de lange termijn zijn erg lastig terug te draaien, zelfs wanneer de vraag weer aantrekt. De combinatie van deze factoren maakt dat het kabinet ervoor gekozen heeft om deze sectoren te ondersteunen met R&D-investeringen.

4

Op welke manier wordt geborgd dat ook kleine ondernemers in de evenementenbranche gebruik kunnen maken van de tijdelijke subsidieregeling en op welke manier zij voordeel ondervinden van de subsidieregeling?

Antwoord

De regeling staat open ook open voor kleine organisatoren van evenementen, er geldt hiervoor geen ondergrens. Hierbij geldt wel als voorwaarde dat er voor de voorgaande gehouden of geplande editie van het evenement een annuleringsverzekering met pandemiedekking was afgesloten en dat het evenement een historie kent van tenminste twee eerdere edities.

De organisator vraagt de subsidie aan en kan daarmee aan zijn verplichtingen naar zijn toeleveranciers voldoen. Aan een evenement werken vaak tientallen of zelfs honderden bedrijven samen, voor het grootste deel mkb. Het doel van de regeling is immers om de gehele keten te ondersteunen, waaronder zich ook kleine ondernemingen bevinden.

5

Hoe is tot dusver van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 gebruik gemaakt?

Antwoord

De regeling ligt ter notificatie in Brussel, er kan dus nog geen gebruik van worden gemaakt. Evenementorganisatoren kunnen al wel hun aanvraag voorbereiden op RVO.nl.

6

Kan nader worden uiteengezet hoe «de ondersteuning van alternatieve financiers om het bestaande financieringsaanbod in Nederland te verbreden» wordt vormgegeven?

Antwoord

In de brief van 21 april jl. (Kamerstuk 32 637, nr. 451) ben ik nader ingegaan op de ondersteuning van alternatieve financiers om het financieringsaanbod in Nederland te verbreden. Alternatieve financiers bieden verschillende vormen van schuldfinanciering aan ondernemers. Zij kennen verschillende uitdagingen, waaronder het verkrijgen van funding. In samenwerking met Invest-NL en het EIF onderzoek ik momenteel hoe alternatieve financiers kunnen worden ondersteund, zodat er ook via deze weg meer kapitaal beschikbaar komt voor groeibedrijven. Ik verwacht dat het fonds voor alternatieve financiers van start kan gaan in het huidige tweede kwartaal, zodra Invest-NL en EIF hun investeringsprocedures met goed gevolg hebben afgerond. De beoogde fondsomvang bedraagt € 200 miljoen, waarvan € 50 miljoen door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat wordt ingebracht.

7

Hoeveel start- en scale-ups en innovatieve mkb-bedrijven zijn tot dusver geholpen met een COL via de ROM's? Welke rol kunnen de ROM's spelen bij de uitvoering van het nieuwe pakket ter waarde van 250 miljoen euro?

Antwoord

De stand op 7 juni jl. is dat er 2.509 COL-aanvragen zijn ingediend, met een budgettaire omvang van € 1,04 miljard. Hiervan zijn 911 aanvragen gehonoreerd voor € 270 miljoen. De verwachting is dat eind juni 2021 het beschikbare budget van € 300 miljoen zal zijn gecommitteerd.

In de brief van 21 april jl. (Kamerstuk 32 637, nr. 451) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de oprichting van een Deeptech fonds met een totale omvang van € 250 miljoen. De ROM’s spelen een belangrijke rol in de totstandkoming van dit fonds, dat wordt uitgewerkt in nauwe samenwerking tussen Invest-NL, de ROM’s en EZK. De ROM’s hebben ruime expertise op het gebied van investeren in deeptech startups en hebben goed zicht op de regionale ecosystemen waarin deeptech bedrijven ontstaan. Daarmee zullen zij naar verwachting actief bijdragen aan de investeringspijplijn van het deeptech fonds. Ik verwacht dat het fonds in het 3e kwartaal van 2021 van start kan gaan.