Motie van het lid Van Raan over ECT claims ter compensatie van de inkomstenderving van bedrijven
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Motie
Nummer: 2021D22702, datum: 2021-06-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-862).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. van Raan, Tweede Kamerlid (Ooit PvdD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-862 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2021Z10375:
- Indiener: L. van Raan, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-06-10 10:15: Tweeminutendebat Energieraad 11 juni 2021 (CD d.d. 03/06) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2021-06-10 13:40: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over moties ingediend bij het tweeminutendebat NAVO Top 11 juni 2021, het Tweeminutendebat Energieraad en bij het Tweeminutendebat EU-Gezondheidsraad) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 862 MOTIE VAN HET LID VAN RAAN
Voorgesteld 10 juni 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Energy Charter Treaty (ECT) verkeerd uitpakt en bedrijven nu miljarden claimen uit Nederlands belastinggeld omdat het kabinet klimaatmaatregelen neemt om burgers te beschermen;
constaterende dat de meeste «transitiebrandstoffen» nog steeds koolstofgebaseerd zijn;
constaterende dat het kabinet investeringen in transitiebrandstoffen stimuleert, waarvan het zelf ook zegt dat er zo snel mogelijk van afgestapt moet worden ten behoeve van de klimaatdoelen;
overwegende dat het niet zo kan zijn dat de betrokken bedrijven straks op grond van het ECT claims kunnen indienen ter compensatie van de inkomstenderving die hiermee gepaard kan gaan, terwijl ze nu al kennis hebben over de kortst mogelijke tijdelijkheid van die investeringen;
verzoekt de Staatssecretaris, om in de Energieraad uit te dragen dat bedrijven zichzelf gewaarschuwd moeten achten voor die kortst mogelijke tijdelijkheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Raan