[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de initiatiefnota van het lid Van Raan inzake “Ecocide: de ontbrekende misdaad tegen de vrede” (Kamerstuk 35690)

Initiatiefnota van het lid van Raan: “Ecocide: de ontbrekende misdaad tegen de vrede”

Lijst van vragen

Nummer: 2021D23087, datum: 2021-06-11, bijgewerkt: 2024-04-17 16:15, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D23087).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z25653:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D23087 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de indiener van de initiatiefnota «Ecocide: de ontbrekende misdaad tegen de vrede» (Kamerstuk 35 690, nr. 2).

De fungerend voorzitter van de commissie,
Wilders

De adjunct-griffier van de commissie,
Konings

Nr Vraag
1 Hoe vaak hebben u en uw partijgenoten in de Tweede Kamer het afgelopen decennium in het vliegtuig gezeten en hoeveel CO2 is daarbij uitgestoten? Is dit volgens uw definitie ook ecocide?
2 Kunt u aangeven welke misdrijven er momenteel in Nederland plaatsvinden die niet onder de huidige nationale wetgeving kunnen worden aangepakt, en volgens u wel strafbaar zouden moeten zijn onder de door u gewenste internationale strafnorm van «ecocide»?
3 Welke bedreigingen ziet u wanneer ecocide niet voldoende kan worden toegepast in het internationaal recht door bijvoorbeeld moeilijke bewijslast?
4 Kunt u actuele voorbeelden geven waarbij ecocide strafbaar zou kunnen worden gesteld aan één individu?
5 Wat zullen de meest ingrijpende gevolgen zijn als de criminalisering van ecocide wordt toegevoegd aan het Statuut van Rome?
6 Hoe schat u het draagvlak in voor het opnemen van ecocide in het Statuut van Rome?
7 Hoe beoordeelt u de argumentatie van het kabinet dat in 2015 duidelijk werd dat ook binnen Nederland geen consensus bestaat over het streven naar internationale strafbaarstelling van ecocide, en dat een motie van het lid Wassenberg (Kamerstuk 34 300 V, nr. 36), waarin de regering wordt verzocht te pleiten voor toevoeging van ecocide aan het Statuut van Rome, gesteund werd door slechts zeven Kamerleden?
8 Deelt u de opvatting van het kabinet om andere, in de ogen van het kabinet, effectievere middelen aan te wenden om de vernietiging en beschadiging van ecosystemen en biodiversiteit aan te pakken, zoals de beïnvloeding van internationale beleidskaders en de inzet van ontwikkelingsprogramma’s en -projecten?
9 Wat is de positie van het Europees Parlement jegens het strafbaar stellen van ecocide?
10 Zijn er voorbeelden van internationale rechtszaken waarin ecocide als misdaad is aangevoerd?
11 Waarom is volgens u het strafbaar stellen van ecocide de juiste weg tegenover de vele verdragen en richtlijnen die op dit vlak al bestaan?
12 Op welke wijze verschilt uw zienswijze met de zienswijze van het kabinet zoals uiteengezet in de kabinetsreactie?
13 Is de politiek van massa-immigratie volgens u ook een vorm van ecocide, omdat de aan massa-immigratie gekoppelde bevolkingsgroei ook bijdraagt aan de beschadiging van ecosystemen in Nederland?
14 Bent u bekend met het rapport «The Independent Expert Review of the International Criminal Court», waarin staat dat het Internationaal Strafhof (ICC) bol staat van corruptie en seksueel misbruik, en waarin de vloer wordt aangeveegd met de juridische capaciteit van de rechters? Waarom is dit Hof volgens u geschikt om te oordelen over het door u gepromote misdrijf «ecocide»?
15 Welke problemen voor het maken van milieuafspraken bij de EU en Verenigde Naties (VN) zijn er precies? Is het niet zo dat er al milieuafspraken zijn?
16 Kunt u de uitspraak dat ecocide soms het gevolg is van een «bewust ingecalculeerd bestuursbesluit» verder beargumenteren en onderbouwen?
17 Kunt u onderbouwen waarom het tot nu toe voor het ICC lastig gebleken is om ecocide te vervolgen onder bestaande misdaden, en waarom er dus nieuwe wetgeving nodig zou zijn in plaats van het verder uitwerken en toepassen van bestaande wetgeving?
18 Als u goed gereguleerde en democratische Scandinavische landen al beticht van ecocide vanwege de aldaar aanwezige mijnbouw, is mijnbouw volgens uw definitie van ecocide dan überhaupt wel mogelijk ergens ter wereld? Zo ja, waar en onder welke omstandigheden? Zo nee, hoe moeten we de wereld dan draaiende houden zonder grondstoffen?
19 Betreffende de definitie van ecocide: naar welke maatstaaf wordt bepaald of de schaal van aantasting zodanig is dat het voortbestaan van alle inwoners van het gebied, zowel mens als dier, op het spel komt te staan?
20 Welke vormen van grootschalige vernietiging van leefomgeving zouden volgens u onder de term ecocide moeten vallen?
21 Hoe beoogt u dat het (internationaal) strafbaar stellen van ecocide gaat «optreden» tegen legaal verleende vergunningen en contracten? Waarom is dit nodig?
22 Zijn er andere Europese landen naast Frankrijk en België die hebben toegezegd zich in te gaan zetten voor de strafbaarstelling van ecocide op internationaal niveau? Zo ja, welke landen zijn dit?
23 Waaruit blijkt volgens u dat de internationale steun voor de strafbaarstelling van ecocide groeit?
24 Wat voor handelingen beoogt u strafbaar te stellen onder de internationale ecocide-wetgeving? Vallen deze niet al onder het bestaande (straf-)recht?
25 Wanneer is een staat niet zelf in staat om misdaden tegen ecosystemen te vervolgen?
26 Wat is uw reactie op de juridische definitie van ecocide zoals opgesteld door de commissie Sands QC?
27 Waarom is het volgens u beter om nieuwe regels op te stellen, in plaats van de bestaande (EU-) milieuregelgeving te verbeteren en de uitvoering efficiënter te maken?
28 Wat zijn de nadelen van de term ecocide vastleggen in internationale strafrechtelijke wetgeving?
29 Zijn er voorbeelden van instanties waarbij hard en soft law maatregelen complementair en parallel aan elkaar zijn ingezet?
30 Hoe verhoudt eco-kolonisatie zich tot de term ecocide?
31 Waarop baseert u de verwachting dat het instellen van een pakket aan sancties helpt om ecocide mee te bestraffen, terwijl we in de praktijk zien dat talloze landen zich nu al (vrijwel) niks aantrekken van internationale sancties?
32 Welke drie landen – en hun onderdanen – zijn volgens u de grootste vervuilers en plegers van ecocide wereldwijd? Zijn deze landen verdragspartijen bij het Internationaal Strafhof en waarom denkt u dat de route via het Internationaal Strafhof de geijkte weg is om deze ecocideplegers aan te pakken?
33 Hoe beoordeelt u de argumentatie van de regering dat 1) ecocide niet strafbaar is gesteld als internationaal misdrijf en ook een nationale praktijk tot strafbaarstelling vooralsnog ontbreekt, en 2) dat een proces om het Statuut van Rome te amenderen met dit doel weinig kansrijk is, omdat het niet op consensus zal kunnen rekenen?
34 Hoe beoordeelt u de opvatting van het kabinet dat om een opmaat te hebben naar internationale strafbaarstelling van ecocide in het Statuut van Rome, er een praktijk moet bestaan van strafbaarstelling op nationaal niveau of in andere internationale verdragen?
34 Hoe beoordeelt u de opvatting van het kabinet dat op dit moment het begrip «ecocide» onvoldoende gedefinieerd is en het niet erkend is als internationaal misdrijf, en dat er evenmin in de rest van de wereld een voldoende praktijk bestaat van strafbaarstelling op nationaal niveau?
35 Waarom koos u voor een casestudy over West-Papoea?
36 Zijn de activiteiten waarbij bossen in bijvoorbeeld Estland worden kaalgekapt om Nederlandse biomassacentrales van brandstof te voorzien, ook een vorm van ecocide? Zo ja, zijn consumenten in Nederland die stroom afnemen van deze centrales dan ook strafbaar aangezien u stelt dat «personen strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld wanneer door hun handelen ecocide het gevolg is»?
37 Hoe beoordeelt u de argumentatie van het kabinet ten aanzien van het onderzoeken van de mogelijkheid tot aanpassing van de Nederlandse wet internationale misdrijven (WIM)? Erkent u dat in de memorie van toelichting van de WIM staat dat deze wet er primair toe strekt om op inzichtelijke wijze te voldoen aan de eisen die voortvloeien uit het complementariteitsbeginsel van het Statuut van het Internationaal Strafhof, waarbij het gaat om een categorie misdrijven waarvoor in het internationaal recht inmiddels een aantal specifieke regels en leerstukken is ontwikkeld, zoals met betrekking tot de onverjaarbaarheid, universele rechtsmacht en de aansprakelijkheid van de meerdere?
38 Hoe beoordeelt u de opvatting van het kabinet dat het niet in de rede ligt om in de WIM op de internationale rechtsontwikkelingen op het gebied van «ecocide» vooruit te lopen?
39 Als er volgens uw voorstel rechtspersoonlijkheid wordt gegeven aan natuurgebieden en ecosystemen, kan er dan op basis daarvan worden verhinderd dat de natuur in Nederland wordt vol gezet met zonneparken en windmolens? Zo nee, waarom niet?