Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1299 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2021

Uw Kamer heeft op 8 juni de motie van het lid Paternotte c.s. aangenomen.¹ De motie roept op om vliegverboden te heroverwegen voor landen alwaar zorgwekkende varianten heersen zoals India. Naar aanleiding daarvan heeft uw Kamer verzocht om toe te lichten hoe het kabinet om zal gaan met deze motie.

Voor het heroverwegen van het besluit om de vliegverboden af te schaffen, is het kabinet voornemens om een aantal stappen te zetten.

1. Wij zullen bezien of voor landen waar zorgelijke virusvarianten veel voorkomen een stringentere controle en handhaving van de quarantaineplicht mogelijk is.

2. Wij zullen in beeld brengen voor welke groepen inreizigers het vliegverbod gevolgen heeft, met het oog op het blijven bestaan van het EU-inreisverbod.

3. Wij zullen in kaart brengen hoe andere EU-landen omgaan met vliegverboden voor deze landen en dit conform de motie Paternotte in de EU-Gezondheidsraad bespreken,² uit het oogpunt van coördinatie van maatregelen.

4. Tegen de achtergrond van de hiervoor bedoelde informatie zal opnieuw een oordeel van het RIVM over al dan niet instellen van vliegverboden worden gevraagd, zoals wij dat altijd doen bij het instellen en opheffen van vliegverboden.

5. Op basis hiervan zal het kabinet een afweging maken, zoals de motie verzoekt. Wij verwachten uw Kamer hierover bij de volgende voortgangsbrief te informeren.

Onderzoek en geleerde lessen pilotreizen

Daarnaast maken wij graag van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over het onderzoek en de geleerde lessen uit de pilotreizen. Op 13 april 2021 bent u geïnformeerd over de uitvoering van een beperkt aantal pilots waarmee nieuwe inzichten kunnen worden verkregen en data kan worden verzameld over onder welke condities er in coronatijd veilig en verantwoord kan worden gereisd (Kamerstuk 25 295, nr. 1105). De betreffende pilots met als bestemming Rhodos (12–19 april) en Gran Canaria (1–8 mei) zijn inmiddels uitgevoerd en het eindrapport is op 7 juni ontvangen. Met het aanbreken van de zomer is het zaak dat de reissector zo snel mogelijk aan de slag gaat met de geleerde lessen.

In de bijlage treft u het rapport aan waarin de belangrijkste lessen zijn opgenomen die op basis van het onderzoek kunnen worden getrokken³. Met het onderzoek is in kaart gebracht of mensen de basismaatmaatregelen en het test- en quarantaineregime naleven in verschillende situaties tijdens hun vakantie en wat de drijfveren achter hun gedrag zijn. De uitkomsten van het onderzoek bieden praktische aanknopingspunten en aanbevelingen voor reisbranche en overheid die reizigers kunnen helpen om veiliger en verantwoord op vakantie te gaan. Om ervoor te zorgen dat alle reisorganisaties aan de slag kunnen met de geleerde lessen, zijn er op 28 mei en 1 juni jl. informatiebijeenkomsten georganiseerd met de leden van de ANVR en de VvKR (Vereniging van Kleine Reisorganisaties). Hierin stonden de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen centraal. Reisorganisaties is aangeboden om hen te ondersteunen bij de implementatie van de aanbevelingen. Een vertaling van de lessen naar het Engels wordt voorbereid voor de Spaanse en Griekse counterparts.

De Minister Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

---

1. Kamerstuk 25 295, nr. 1245.↩︎

2. Kamerstuk 21 501-31, nr. 613.↩︎

3. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎