[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van het lid Van der Werf, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 2 juni 2021, over de werkwijze van de NCTV

Nationale Veiligheid

Brief regering

Nummer: 2021D23317, datum: 2021-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30821-132).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30821 -132 Nationale Veiligheid.

Onderdeel van zaak 2021Z10700:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

30 821 Nationale Veiligheid

Nr. 132 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2021

Door middel van deze brief ga ik in op het verzoek van uw Kamer om voorafgaand aan het debat over de werkzaamheden van de NCTV een brief te sturen over de voortgang van de versterking van de grondslag van de NCTV voor de verwerking van persoonsgegevens (Handelingen II 2020/21, nr. 83, Regeling van Werkzaamheden).

In de brief van 21 mei 2021 aan uw Kamer1 ben ik nader ingegaan op de manier waarop de wettelijke grondslag zal worden versterkt voor specifieke werkzaamheden van de NCTV waarbij de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk wordt geacht. De brief gaf mede uitvoering aan het verzoek van het lid Kuzu voor een brief in het ordedebat van 13 april 20212. In deze brief heb ik aangegeven dat was begonnen met het opstarten van een wetstraject.

De ambtelijke fase van het wetsvoorstel dat ziet op de analysetaken en coördinerende taken die de NCTV namens mij uitvoert op het terrein van de nationale veiligheid en terrorismebestrijding is in volle gang. Dit wetsvoorstel wordt, juist gegeven de coördinerende rol van de NCTV, interdepartementaal afgestemd.

Voor ieder wetsvoorstel geldt dat er een ambtelijke fase aan de consultatie van het voorstel en de advisering door de Raad van State vooraf gaat. Indien een voorstel betrekking heeft op de verwerking van persoonsgegevens, die mogelijk een risico kunnen inhouden voor de rechten en vrijheden van betrokkenen, wordt altijd een privacy-impact- assessment (gegevensbeschermingseffectbeoordeling rijksdienst PIA) verricht, zo ook bij dit voorstel. De resultaten van de PIA worden vervolgens betrokken bij de uitwerking van het voorstel. Momenteel zit de PIA in de afrondende fase en worden de resultaten verwerkt in het voorstel, waarna gestart kan worden met de consultatie van de Autoriteit Persoonsgegevens.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus


  1. Kamerstuk 30 821, nr. 131.↩︎

  2. Handelingen II 2020/21, nr. 67, item 6.↩︎