[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorlopig akkoord wijziging mandaat Europese Ombudsman

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2021D23366, datum: 2021-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3127).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3127 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2021Z10716:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3127 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2021

Met deze brief informeer ik u over het voorlopige akkoord tussen Europees Parlement en Raad dat is bereikt over het voorstel van het Europees Parlement over de aanpassing van het mandaat van de Europese Ombudsman. De tekst van het voorstel is bijgevoegd (AFCO-PR-692761_EN)1.

Op 18 juni 2020 heb ik u de kabinetsreactie op de opinie van de Europese Commissie op het oorspronkelijke voorstel van het Europees Parlement gezonden met een appreciatie van het voorstel en de inzet van het kabinet [Kamerstuk 22 112, nr. 2880]. Eind mei 2020 heeft het toenmalige Kroatische voorzitterschap de besprekingen gestart en informele consultaties met het Europees Parlement.

De uitkomst van deze besprekingen hebben geleid tot een aangepast voorstel van het Europees Parlement op 25 mei 2021. Het is de verwachting dat de komende Raad Algemene Zaken van 22 juni 2021 met het aangepaste voorstel zal kunnen instemmen. Daarom zend ik uw Kamer nu het aangepaste voorstel en de kabinetsreactie op onderdelen hierop.

Achtereenvolgens zal ik een puntsgewijze beschrijving geven van de in de ontwerpverordening opgenomen voorstellen, waar zij zijn gewijzigd ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel en waar dit onderdeel was van de kabinetsinzet. Vervolgens geef ik hierop een reactie. Afsluitend schets ik het proces.

Essentie gewijzigde onderdelen voorstel

Niet verlengen termijn indienen klachten

De in het huidige mandaat gehanteerde termijn van twee jaar waarbinnen een klacht kan worden ingediend bij de Ombudsman wordt gehandhaafd en niet verlengd naar drie jaar. In de besprekingen tussen Raad, Commissie en Europees Parlement is geen aanwijzing gebleken dat de huidige periode tot problemen leidt. Het kabinet kan hiermee instemmen.

Uitbreiden bevoegdheden zelfstandig strategisch onderzoek

Ook in het aangepaste voorstel krijgt de Ombudsman de bevoegdheid om op eigen initiatief, d.w.z. zonder een klacht vooraf, strategische onderzoeken uit te voeren naar zaken van wanbeheer. Het gaat hier om de mogelijkheid om zelfstandig en naar eigen inzicht onderzoek uit te voeren, in het bijzonder maar niet uitsluitend, naar herhaalde, systemische of buitengewoon ernstige gevallen van wanbeheer.

Het kabinet steunt dit. Het kabinet heeft het expliciet vastleggen van de bevoegdheid van de Ombudsman om zelfstandig strategisch onderzoek te kunnen doen steeds als positief beoordeeld. Het gaat hierbij niet om structurele of periodieke onderzoeken; het mandaat van de Ombudsman bevat immers niet de beoordeling van beleid en procedures in het algemeen.

Het Europees Parlement, de Commissie en de Raad zijn het niet eens geworden om het begrip wanbeheer te definiëren. Voor het kabinet is het van belang dat hier in ieder geval niet voor een restrictieve lezing van het begrip is gekozen. Met het aangepaste voorstel blijft de Ombudsman in staat om in lijn met de huidige praktijk bijvoorbeeld zelfstandig onderzoek te doen naar de wetgevingsprocedures binnen de Raad.

Uitbreiden bevoegdheden inzake intimidate

Met het oorspronkelijke voorstel van het Europees Parlement voor de uitbreiding van de bevoegdheid van de Ombudsman inzake intimidatie dreigde ongewenste doublure te ontstaan met de procedures volgens het Ambtenarenstatuut. Dit zou negatieve effecten voor ambtenaren kunnen hebben. Voor een uitgebreide toelichting verwijs ik u naar de kabinetsreactie van 18 juni 2020. In het aangepaste voorstel blijft de procedure op basis van het Ambtenarenstatuut leidend en ontstaat er geen parallelle structuur.

Nieuw wordt de mogelijkheid voor de Ombudsman om de maatregelen te verifiëren die de bevoegde autoriteit van de EU-instelling in kwestie heeft genomen om vermeende slachtoffers van intimidatie te beschermen en een gezonde en veilige werkomgeving te herstellen. Eén duidelijke en heldere procedure voor ambtenaren sluit aan bij het uitgangspunt van het kabinet en voor het kabinet heeft de nieuwe bevoegdheid van de Ombudsman meerwaarde bij het bestrijden van intimidatie.

Uitbreiden bevoegdheden onderzoek inzake klokkenluiders

Oorspronkelijk heeft het Europees Parlement voorgesteld dat de Ombudsman een regelmatige beoordeling zou moeten uitvoeren van de beleidsmaatregelen en evaluaties van procedures binnen de instellingen, organen en agentschappen met betrekking tot klokkenluiders. Europees Parlement, Raad en Commissie zijn overeengekomen dit niet op te nemen in het aangepaste voorstel. Daarnaast zou de Ombudsman individuele klachten van klokkenluiders in behandeling moeten kunnen nemen. Hoewel het kabinet de bescherming van klokkenluiders zeer belangrijk vindt, is zij van mening dat met name dit laatste voorstel deze bescherming juist zou kunnen uithollen. Voor een uitgebreide toelichting verwijs ik naar de kabinetsreactie van 18 juni 2020.

In het aangepaste voorstel van het Europees Parlement sluiten de bevoegdheden van de Ombudsman met betrekking tot klokkenluiders aan bij de reeds bestaande procedure van het Ambtenarenstatuut. De Ombudsman krijgt daarnaast de bevoegdheid om na te gaan of de klokkenluidersprocedure goed is verlopen en of de klokkenluidersbescherming is gehandhaafd. De bescherming van klokkenluiders wordt hiermee versterkt en dit draagt bij aan het tegengaan van misstanden en kan daarmee uiteraard rekenen op steun van het kabinet.

Toegang tot documenten

Het aangepaste voorstel zorgt voor een goede toegankelijkheid van overheidsdocumenten voor de Ombudsman, binnen de geldende Verdragen. Het voorziet in de voorwaarden waaronder de EU-instellingen en de lidstaten de Ombudsman zonder onnodige vertraging alle informatie verstrekken waar de Ombudsman ten behoeve van een onderzoek om heeft verzocht. De lidstaten behouden hierbij de mogelijkheid om de Ombudsman informatie te weigeren die onder nationale wetten inzake de bescherming van gerubriceerde informatie valt, maar kunnen deze informatie desalniettemin aan de Ombudsman verstrekken mits de Ombudsman voldoet aan de gestelde voorwaarden. De ontwerpverordening voorziet ook dat de Ombudsman zorgdraagt voor een adequate bescherming van door de EU-instellingen of lidstaten gedeelde gerubriceerde informatie of andere informatie die niet openbaar toegankelijk is.

Tevens regelt de ontwerpverordening dat de Ombudsman verzoeken om toegang van het publiek tot de eigen documenten – met uitzondering van documenten die in de loop van een onderzoek zijn verkregen – overeenkomstig de voorwaarden en beperkingen van Verordening (EG) nr. 1049/2001 behandelt.

Het kabinet onderschrijft het belang van dit onderdeel van het aangepaste voorstel waarmee enerzijds de toegang van de Ombudsman tot informatie zoveel mogelijk wordt gewaarborgd en anderzijds de belangen van de lidstaten niet worden geschaad waar het gaat om gerubriceerde informatie.

Aanvullende eisen voor kandidaten

Ook in het aangepaste voorstel zijn restrictiever voorwaarden voor de benoeming van de Ombudsman opgenomen ten opzichte van het huidige Statuut. Zo mag de Ombudsman geen lid zijn geweest van een nationale regering, het Europees Parlement of de Europese Commissie in de twee jaar voorafgaand aan benoeming. Het Europees Parlement hecht aan deze zogenaamde afkoelperiode om een bijzondere waarborg in te bouwen ten behoeve van de onafhankelijkheid en aard van het ambt van Europees Ombudsman aan de start van een nieuwe Europese legislatuur, waarin veel hoge Europese benoemingen tegelijkertijd plaatsvinden. Op verzoek van de Raad is de afkoelperiode teruggebracht van 3 naar 2 jaar. Op zich is het kabinet van mening dat er voldoende waarborgen voor de onafhankelijkheid van de uitoefening van het ambt zijn ingebouwd in het statuut van de Ombudsman en ziet zij de aflegging van de eed aan de start van de zittingstermijn eveneens als een belangrijke waarborg maar kan zij instemmen met dit voorstel vanwege de grote waarde die het Europees Parlement eraan hecht. In het aangepaste voorstel staat niet langer de uitsluitende eis opgenomen dat een kandidaat voldoet aan de voorwaarden voor het bekleden van het hoogste juridische ambt in de lidstaat van oorsprong, in Nederland de Hoge Raad. Dit zou immers veel competente kandidaten onnodig kunnen uitsluiten.

Vervolgproces

Het Europees Parlement is op grond van artikel 228(4) van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) bevoegd om op eigen initiatief, na advies van de Commissie en met goedkeuring van de Raad het statuut van de Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van Ombudsman vast te stellen. Het Europees Parlement heeft het aangepaste voorstel in eerste ronde besproken in de plenaire vergadering van 7 – 10 juni 2021. Na een besluit van de Raad Algemene Zaken op 22 juni a.s. waarin zij goedkeuring verleent en een opinie van de Europese Commissie zal het Europees Parlement het gewijzigde Statuut van de Ombudsman kunnen vaststellen tijdens de plenaire sessie van 23 en 24 juni a.s. De wijzigingen zullen in werking treden op de eerste dag van de maand na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de EU. Op basis van het voorlopige akkoord tussen Raad en Europees Parlement is het de verwachting dat dit proces verloopt zoals hierboven geschetst. Hiermee krijgt het belangrijke ambt van Europese Ombudsman de benodigde actualisatie van zijn mandaat en zal hij met versterkte bevoegdheden zijn werkzaamheden kunnen uitvoeren. Europees Parlement, Raad en Europese Commissie hebben zich hier de afgelopen tijd gezamenlijk voor ingezet.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎