Marktbijdrage project Kornwerderzand
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
Brief regering
Nummer: 2021D23381, datum: 2021-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-A-60).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 A-60 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2021Z10724:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-16 13:00: Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-17 15:10: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-06-23 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-09-08 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
Nr. 60 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14Â juni 2021
Tijdens het Commissiedebat Maritiem van 2Â juni jl. heb ik toegezegd om voor het Commissiedebat MIRT van 16Â juni as. uw Kamer per brief te informeren over de mogelijkheden die ik zie voor marktpartijen om 26,5Â mln. bij te dragen aan het project Kornwerderzand. In deze brief zal ik hier op ingaan.
Omdat marktpartijen gedurende het proces hebben aangegeven belang te hechten aan een «level playing field», is initieel gezocht naar publiekrechtelijke mogelijkheden om de marktbijdrage te organiseren. Eerder heb ik u geïnformeerd dat de onderzochte routes niet haalbaar zijn (Kamerstuk 35 300 A, nrs. 84 en 88 en Kamerstuk 35 570 A, nr. 58). Daarom worden er nu door de provincie Fryslùn en betrokken marktpartijen gekeken naar nieuwe (privaatrechtelijke) mogelijkheden.
Een mogelijkheid waar over gesproken wordt, is dat iedere betrokken marktpartij op basis van vrijwilligheid een privaatrechtelijke overeenkomst afsluit met de provincie FryslĂąn, waarin zij afspreken hoeveel en in welke termijnen de betrokken marktpartij bijdraagt aan het project. In deze overeenkomst kunnen verder ook bepalingen opgenomen worden over o.a. het doorgeven van verplichtingen bij overname (kettingbeding).
Deze oplossing is in lijn met de bestuursovereenkomst die ik vorig jaar met de provincie Fryslùn heb afgesloten. Daarin staat dat de provincie het project uitvoert en ook verantwoordelijk is voor de inning van de marktbijdrage. Met deze privaatrechtelijke overeenkomsten krijgt de provincie Fryslùn financiële zekerheid over de bijdrage van betrokken marktpartijen en kan zij verder met de realisatie van de sluis.
Deze oplossing sluit ook aan bij het aanbod wat regionale overheden en tientallen betrokken marktpartijen gedaan hebben in hun eigen «bidbook Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand». In dat bidbook zeggen tientallen betrokken marktpartijen toe om samen 26,5 mln. te willen inbrengen in het project. Aan deze toezegging worden in het bidbook door de betrokken marktpartijen geen nadere voorwaarden gesteld. Voor het realiseren van deze oplossing hoeft geen wetgeving aangepast te worden. Het is daardoor op korte termijn te realiseren. Na ondertekening van de diverse privaatrechtelijke overeenkomsten kan er snel verder gegaan worden met de realisatie van de sluis.
Tegelijkertijd is het een mogelijk dat medeoverheden met eventuele nieuwe marktpartijen in hun regio â die ook baat hebben bij het project â het gesprek aangaan en een appĂšl op hen doen om ook mee te doen met de financiering van de marktbijdrage. Dit vergt echter nadere uitwerking.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga