[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Van Raan over experimenteerruimte voor het opslaan van duurzame energie

Wijziging van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 in verband met de implementatie van Uitvoeringsrichtlijn 2018/1581/EU

Amendement

Nummer: 2021D23526, datum: 2021-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35693-7).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35693 -7 Wijziging van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 in verband met de implementatie van Uitvoeringsrichtlijn 2018/1581/EU.

Onderdeel van zaak 2021Z10803:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 693 Wijziging van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 in verband met de implementatie van Uitvoeringsrichtlijn 2018/1581/EU

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID VAN RAAN

Ontvangen 15Ā juni 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan het slot van de beweegreden wordt voor de puntkomma ingevoegd: ,Ā alsmede om aanvullende voorzieningen te treffen.

II

Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Na artikel 30 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 3a. Experiment voorraadvorming duurzame energie

Artikel 30a

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten behoeve van het bij wijze van experiment gaan vormen van voorraden voor energie waarvan bij de productie geen broeikasgassen als bedoeld in artikel 1 van de Klimaatwet in de atmosfeer zijn vrijgekomen.

2. Een experiment als bedoeld in het eerste lid duurt ten hoogste tien jaar. Indien, voor een experiment is afgelopen, een voorstel van wet is ingediend bij de Staten-Generaal om het experiment om te zetten in een structurele wettelijke regeling, kan het experiment worden verlengd tot het tijdstip waarop het voorstel van wet in werking treedt.

3. Onze Minister zendt na de start van een experiment als bedoeld in het eerste lid elk jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk, alsmede negen maanden voor het einde van het experiment een standpunt inzake de voortzetting anders dan als experiment.

4. De voordracht voor krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregelen van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Om in 2050 klimaatneutraal te zijn heeft het kabinet zich eraan gecommitteerd om in 2030 de uitstoot van broeikasgassen te hebben teruggebracht met 55Ā procent ten opzichte van 1990. Ons land zal steeds minder ingericht zijn op de distributie en verbranding van fossiele brandstoffen. Uiteindelijk zal het aanhouden van olievoorraden dan ook niet meer effectief zijn in noodsituaties. In noodsituaties moet er voldoende duurzame energie voorhanden zijn, waar de wereld nu op wordt ingericht. Het opslaan van energie is echter momenteel nog de achilleshiel in de energietransitie. Om in 2050 een volledig duurzame reserve mogelijk te maken, moet er nu volop geĆ«xperimenteerd kunnen worden. Dit amendement regelt experimenteerruimte voor het opslaan van duurzame energie.


Van Raan