[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Grinwis over het verkorten van de evaluatietermijn en bijzondere aandacht voor Europese klimaatontwikkelingen

Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking)

Amendement

Nummer: 2021D23646, datum: 2021-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35216-10).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35216 -10 Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking).

Onderdeel van zaak 2021Z10868:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 216 Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID GRINWIS

Ontvangen 16 juni 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel IV wordt «vijf» vervangen door «drie» en wordt aan het slot toegevoegd «, met in het bijzonder oog voor de ontwikkelingen in het Europese klimaatbeleid».

Toelichting

Dit amendement regelt een snellere evaluatie van de effecten van de Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking: binnen drie in plaats van binnen vijf jaar. In de memorie van toelichting wordt de noodzaak van een evaluatie als volgt onderbouwd: «Het is wenselijk om binnen vijf jaren te evalueren wat de effecten zijn van het voorstel. Daarbij zal onder meer worden gekeken naar de mate waarin het voorstel bijdraagt aan investeringszekerheid/investeringen in CO2-arme technieken, CO2-reductie en – in samenhang met de maatregelen die omringende landen eventueel zullen nemen – welke effecten er zijn op bijvoorbeeld de leveringszekerheid.» Volgens de indiener zijn er redenen de evaluatie te versnellen en daarbij nadrukkelijk de sinds de indiening van dit wetsvoorstel gewijzigde context te betrekken, namelijk een forse aanscherping van het voor Nederland – en tevens door Nederland bepleitte – bepalende Europese klimaatbeleid.

Toen in 2017 werd afgesproken om, naar Brits voorbeeld, in Nederland een minimumprijs voor CO2 in te voeren lag de ETS-prijs op ca. € 7 per ton CO2, toen het wetsvoorstel in 2019 werd ingediend was de ETS-prijs opgelopen tot ca. € 25 en inmiddels koerst de ETS-prijs boven de € 50 per ton CO2. Met name het afgelopen jaar is de CO2-prijs hard gestegen. Of deze stijging doorzet is onzeker, maar de trend is duidelijk. Deze ontwikkeling vormt een reden om sneller dan oorspronkelijk voorgesteld het instrument minimumprijs en het in de wet opgenomen prijspad te evalueren. Daarbij is de uitwerking van de Europese Green Deal een relevant gegeven met bijvoorbeeld de uitwerking en implementatie van het voorstel om in 2023 een CO2-grensheffing in de Europese Unie in te voeren. Ten slotte is relevant dat in het nationale Klimaatakkoord is afgesproken om in 2023 het prijspad voor de periode na 2030 vorm te geven. Alvorens daartoe over te gaan, is het goed deze wet te evalueren en deze te betrekken bij het vervolg.


Grinwis