Nieuwe versie van het Memorandum of Understanding (MoU) voor de productie-, instandhoudings- en doorontwikkelingsfase voor de F-35, die het bestaande MoU uit 2006 vervangt
Behoeftestelling vervanging F-16
Brief regering
Nummer: 2021D23743, datum: 2021-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26488-465).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Visser, staatssecretaris van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 26488 -465 Programma doorontwikkeling F-35.
Onderdeel van zaak 2021Z10929:
- Indiener: B. Visser, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2021-06-22 16:00: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-07-01 10:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2021-09-15 10:00: Materieel Defensie (Commissiedebat), vaste commissie voor Defensie
- 2021-11-02 14:00: Personeel/Materieel Defensie (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2022-09-08 14:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (ð origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
26 488 Behoeftestelling vervanging F-16
Nr. 465 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16Â juni 2021
In het kader van de vervanging van het F-16 jachtvliegtuig neemt Nederland als partner deel aan de ontwikkeling van de F-35 en is het vertegenwoordigd op het hoogste besluitvormend niveau. Naast de ontwikkelingsfase is in 2007 de productie-, instandhoudings- en doorontwikkelingsfase gestart die gedurende de levensduur van het vliegtuig van kracht blijft. Hiertoe zijn verschillende Memoranda of Understanding gesloten.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over mijn besluit tot het tekenen van de nieuwe versie van het Memorandum of Understanding (MoU) voor de productie-, instandhoudings- en doorontwikkelingsfase voor de F-35, die het bestaande MoU uit 2006 vervangt. Deze overeenkomst staat bekend als de zogeheten Production Sustainment and Follow-on Development Memorandum of Understanding (PSFD MoU). Het MoU behelst afspraken over het F-35 programma om de productie en de inzet van dit wapensysteem op doelmatige en doeltreffende wijze in te richten en over de daaraan gerelateerde financiële, contractuele en industriële verplichtingen tussen de partners.
De betrokken partnerlanden trekken zich terug uit het huidige PSFD MoU uit 2006 alvorens het nieuwe PSFD MoU voor 1Â juli aanstaande te tekenen. Het nieuwe MoU voor de periode 2021â2052 treedt op 1Â oktober aanstaande in werking.
Zoals vermeld in de éénentwintigste voortgangsrapportage project Verwerving F-35 (Kamerstuk 26 488, nr. 461) d.d. 15 september 2020, is de aanleiding van deze nieuwe PSFD MoU in eerste instantie de schorsing van Turkije uit het F-35 programma door de Verenigde Staten vanwege de verwerving van een Russisch S-400 luchtverdedigingssysteem. Om uit deze impasse te komen, zijn de resterende partnerlanden overeengekomen dat het gezamenlijk terugtrekken uit het bestaande MoU en zich te verbinden aan een nieuwe MoU zonder Turkije de beste route is om het internationale programma voort te zetten.
Verder worden bij deze gelegenheid de kostenplafonds van de individuele landen vastgesteld in lijn met de geactualiseerde ramingen. Een administratieve verhoging van de kostenplafonds voor alle partnerlanden is noodzakelijk, omdat de ramingen sinds 2006 stapsgewijs zijn toegenomen. Dit is vanwege een verbeterd inzicht in de (verwachte) kosten binnen het programma, terwijl de opgenomen kostenplafonds in het oorspronkelijke MoU sinds 2006 onveranderd zijn. De stijging van de ramingen voor het PSFD MoU is meegenomen in het Nederlandse life cycle cost model voor de F-35, welke sinds 2013 wordt gehanteerd en onder beheer van TNO jaarlijks wordt geactualiseerd. Deze herijkte ramingen zijn verwerkt in de opeenvolgende voortgangsrapportages die uw Kamer samen met een accountantsrapport van de Auditdienst Rijk ontvangen heeft. Aangezien sommige partnerlanden op korte termijn tegen de in 2006 vastgestelde kostenplafonds aan zouden lopen, is internationaal overeengekomen deze gelegenheid te benutten om in het nieuwe MoU de administratieve kostenplafonds van de landen overeenkomstig de meest recente ramingen aan te passen. Dit leidt voor de Nederlandse situatie niet tot aanpassing in de begroting, omdat de administratieve kostenplafonds reeds waren verwerkt in de Nederlandse ramingen.
De afzonderlijke plafonds voor productie, instandhouding en doorontwikkeling zijn in het PSFD MoU substantieel gestegen ten opzichte van 2006 en in absolute bedragen laat het plafond voor de doorontwikkeling de grootste stijging zien. De doorontwikkeling was bij de start van de PSFD MoU in absolute bedragen al de grootste kostenpost van de gezamenlijk te dragen programmakosten. Pas recent is de ontwikkeling van de F-35 afgerond en is er een beter inzicht ontstaan in de kosten voor doorontwikkeling voor de F-35. Dit heeft geleid tot een nieuwe raming. In de doorontwikkeling worden gedurende de levensduur van het vliegtuig de capaciteiten van de F-35 continu verbeterd. Het veranderende dreigingsbeeld inclusief de versterking van de capaciteiten van potentiële tegenstanders de afgelopen jaren, dragen bij aan de noodzakelijke verhoging van de doorontwikkelingskosten van het vijfde generatie vliegtuig dat in een onverhoopt conflict het overwicht moet kunnen blijven bieden. Nederland onderschrijft het belang van de doorontwikkeling van de F-35, zodat het vliegtuig ook in de toekomst de grondwettelijke taken kan uitvoeren.
Tegelijkertijd is Nederland binnen het internationale programma een sterk pleitbezorger van de beheersbaarheid van de kosten en onderschrijft het de recente internationale afspraken dat o.a. de nieuwe kostenplafonds voortaan leidend zijn voor de doorontwikkeling van de F-35.
Conform de afgesproken verdeelsleutel in het PSFD MoU voor gezamenlijk te dragen programmakosten, de zogeheten Cost Share Ratio, vertegenwoordigt Nederland een aandeel van 1,54% op basis van de in totaal 46 bestelde F-35 jachtvliegtuigen. Op basis van deze verdeelsleutel wordt de totale bijdrage van Nederland aan het PSFD MoU verhoogd van 586Â miljoen naar 1.428 miljoen Amerikaanse dollars over de periode 2007â2052. Gemiddeld betreft dit een bedrag van ongeveer 32Â miljoen Amerikaanse dollars per jaar. Aangezien Nederland in de periode 2007â2021 reeds betalingen heeft getroffen, wordt het Nederlandse kostenplafond in het nieuwe PSFD MoU 1.142Â miljoen Amerikaanse dollars voor de periode 2021â2052.
Deze administratieve verhoging van het kostenplafond in het nieuwe MoU was reeds in de Nederlandse ramingen verwerkt, zoals gerapporteerd in de voortgangsrapportage van 2020. De verhoging van het kostenplafond leidt daarom niet tot aanpassing in de begroting.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser