Preview document (🔗 origineel)

---

Aanleiding

• Over het onderwerp “Net op Zee Ten noorden van de Waddeneilanden” is een plenair debat aangekondigd. Er leven in de samenleving en de Kamer hier nog altijd veel vragen over. Deze zijn slechts ten dele zijn beantwoord in de Kamerbrief van 9 april jongstleden.

• De D66 fractie acht het van groot belang haar eigenstandige kennispositie op dit onderwerp te versterken. Tijdens de vorige PV bestond nog onduidelijkheid over de praktische invulling hiervan. In deze notitie hebben we dat nader uitgewerkt.

Waar gaat het om?

• Centraal in het vraagstuk ‘Net op Zee Ten noorden van de Waddenzee’ staat hoe de besluitvorming met betrekking tot de keuze voor het leidingtracé, te weten ‘Eemshaven west’, heeft plaatsgevonden. En in het bijzonder met welke onderbouwing en argumenten wordt afgeweken van de voorkeur van regionale bestuurders (Eemshaven Oost).

• De bestuurders hadden bij deze uitgesproken voorkeur vooraf aangegeven dat zij enkele mogelijke knelpunten zagen en, in het geval dat tracé daardoor onhaalbaar werd, Eemshaven West als alternatief aangewezen.

• Tegen de achtergrond van de vele vragen die nog altijd leven heeft de Minister aangekondigd met nadere onderzoeken en uitwerking te komen.

• Zo kondigt hij aan dat hij gaat laten onderzoeken welke verbindingen er in de toekomst door het Waddengebied nodig zijn, als ook te bezien hoe het aangewezen VKA voor Ten noorden van de Waddeneilanden past in dit brede beeld. Dit doet hij met de regionale partners in het Omgevingsberaad Waddengebied, de decentrale overheden en TenneT.

• Parallel wordt gewerkt aan een nadere uitwerking van het VKA Ten noorden van de Waddeneilanden zodat ze beter zicht hebben op het exacte tracé, de aanlegtechnieken en de impact op de natuur en landbouw.

De kern: eigenstandige informatiepositie

• Gezien het belang en de grote maatschappelijke discussie over dit onderwerp achten we het van belang niet enkel afhankelijk te zijn van de informatievoorziening vanuit het ministerie, maar om eigenstandig onze informatiepositie te versterken.

• De D66 heeft behoefte aan een algemene, brede maatschappelijke reflectie en stelt ten aanzien hiervan vast dat een rondetafelgesprek in die behoefte kan voorzien.

• Daarnaast denkt de D66 fractie dat het van belang is om gericht enkele wetenschappers zich hierover te laten buigen. Dat strekt verder dan de meer generieke inbreng die van deelnemers aan een rondetafelgesprek mag worden verwacht.

• Het doel van deze gerichte opdracht – we noemen het een contra-expertise – is dat zij dieper ingaan op de door de minister geleverde motivatie en argumenten m.b.t. zijn besluit. En vanuit hun onafhankelijke, wetenschappelijke expertise die argumenten toetsen.

• We hebben contact gezocht met het samenwerkingsverband Parlement en Wetenschap en zij hebben aangegeven onder dit samenwerkingsverband wetenschappers te kunnen selecteren die de opdracht vervolgens uitvoeren.

• We denken dat we in deze combinatie van algemene maatschappelijke reflectie en een gerichte toets op door de geleverde argumenten de beste invulling geven aan onze rol als tegenmacht van de regering.

Voorstel en proces

• We gaan ervan uit dat het plenaire debat plaats zal vinden na het zomerreces.

• De uitvoering van de contra-expertise door wetenschappers zal plaatsvinden gedurende dat reces en kan gereed zijn wanneer het Kamerwerk weer van start gaat (gecheckt bij Parlement en Wetenschap). Aan de contra-expertise zijn geen kosten verbonden.

• De selectie van wetenschappers willen wij overlaten aan de wetenschapskoepels om de onafhankelijkheid te borgen. Over die selectie zal de commissie bij de volgende PV worden geïnformeerd door de commissiestaf.

• Zodra de contra-expertise gereed is plannen we ook het rondetafelgesprek in. Leden van de commissie kunnen hiervoor zoals gebruikelijk hun suggesties aanleveren.

Beslispunt:

De commissie wordt gevraagd in te stemmen met het hierboven beschreven proces m.b.t. het laten uitvoeren van een contra-expertise en het organiseren van een rondetafelgesprek.