Koolstofvastlegging
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D24526, datum: 2021-06-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z11284).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid (CDA)
- Mede ondertekenaar: H. Bontenbal, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van zaak 2021Z11284:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Bontenbal, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z11284
Vragen van de leden Boswijk en Bontenbal (beiden CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over koolstofvastlegging (ingezonden 21 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Markt loopt warm voor koolstofboeren» van 14 mei 2021?1
Vraag 2
Kunt u aangeven wat de potentie is van koolstofvastlegging in de agrarische sector ten behoeve van het Nederlandse klimaatbeleid?
Vraag 3
Op welke manier kan «carbon farming» het verdienmodel van de Nederlandse boer verbeteren?
Vraag 4
Deelt u de mening van Eurocommissaris Timmermans dat Nederland niet geschikt is voor het op grote schaal vastleggen van koolstof in landbouwbodems?
Vraag 5
Welke initiatieven ontplooit u om boeren in Nederland te ondersteunen bij «carbon farming»?
Vraag 6
Verwacht u dat de beleidsaanpassing die in het rapport «Bestemming Parijs» wordt genoemd zal worden doorgevoerd, waarbij het gaat om het samenvoegen van non-energetische emissies van de landbouw en landgebruik tot een gemeenschappelijke pijler genaamd «Agriculture, Forestry en Land Use», gezien het feit dat samenvoeging van de sectoren landgebruik en landbouw inhoudelijk gezien niet onlogisch is en kan leiden tot meekoppelkansen (onder andere het zogenaamde «carbon farming», het belonen van boeren voor koolstofvastlegging in grond en gewassen)?2 Wat kan dat betekenen voor de Nederlandse agrarische sector?