[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de brief van de heer L.H. inzake de beëindiging rekening relaties ABN AMRO op Curaçao en aangenomen motie Eilandsraad St. Eustatius

Brief regering

Nummer: 2021D24690, datum: 2021-06-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D24690).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z11387:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D24690 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2021

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft de staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 19 april gevraagd te reageren op een brief van de heer L. H.1 van 6 februari met als onderwerp «Reactie m.b.t. beëindiging rekening relaties ABN AMRO op Curaçao» en op een aangenomen motie door de Eilandsraad van het Openbaar Lichaam Sint Eustatius op 4 maart.

In de brief van de heer L. H. wordt het ongenoegen uitgesproken over het voornemen van ABN AMRO om het aanbieden van betaalrekeningen en andere producten te beëindigen van klanten woonachtig op Curaçao. Naar ik heb begrepen geldt dit ook voor Sint Maarten en Caribisch Nederland. In de brief wordt onder meer verwezen naar het feit dat de rekening van klanten van ABN AMRO op Aruba niet wordt opgezegd en dat ABN AMRO daarmee onderscheid maakt tussen de verschillende onderdelen van het Koninkrijk der Nederlanden.

Ik kan mij goed voorstellen dat het voornemen van ABN AMRO bij Nederlanders op Curaçao, Sint Maarten en in Caribisch Nederland tot ongerustheid heeft geleid. Het gebruik kunnen maken van een betaalrekening is een belangrijke voorwaarde om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Bovendien kan het soms gaan om het opzeggen van een langdurige klantrelatie. Naar aanleiding van uw verzoek ben ik in gesprek getreden met ABN AMRO. Hieronder ga ik in op de toepasselijke regelgeving en doe ik verslag van het gesprek met ABN AMRO.

Het is allereerst aan een bank zelf om haar strategie te bepalen en te bepalen met welke cliënten zij een zakelijke relatie aangaat of voortzet. Op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is een bank verder verplicht om risico-inschattingen te maken, daar het klantenacceptatiebeleid op af te stemmen en eventueel mitigerende maatregelen te treffen. De Wwft verplicht om van een klant afscheid te nemen indien een bank de geconstateerde risico’s niet kan mitigeren of als de klant de benodigde informatie om een goede risicobeoordeling te maken niet aanlevert. Een verhoogd risico betekent niet dat een groep cliënten categoraal geweigerd moet worden.2

De bank in kwestie heeft in alle gevallen wel een zorgplicht naar de klant en kan een rekening alleen opzeggen met een goede onderbouwing en met oog voor de belangen van de klant. Ik heb van ABN AMRO begrepen dat zij het sluiten van rekeningen in het Caribisch deel van het Koninkrijk in ieder geval voorlopig heeft opgeschort met het oog op het initiatiefwetsvoorstel Wet beschikbaarheid basisbetaalrekening Nederlanders in het buitenland van het lid Sneller.3 In het initiatiefwetsvoorstel wordt geregeld dat ook Nederlanders verblijvend buiten de Europese Unie, onder voorwaarden, recht hebben op een basisbetaalrekening. Ik heb verder begrepen dat wanneer ABN AMRO het voorgenomen beleid ten aanzien van het sluiten van rekeningen zou uitvoeren, klanten tot zes maanden, indien nodig, worden begeleid bij het overstappen naar een nieuwe betaalrekening om bepaalde transacties mee te verrichten, zoals het ontvangen van AOW of pensioen.

Ook heb ik gevraagd waarom Aruba uitgezonderd is van dit beleid. ABN AMRO heeft mij gemeld dat zij zich volgens haar algemene strategie richt op de regio Noordwest Europa. Daarnaast voert ABN AMRO een zogenaamd landenbeleid waar iedere regio een risicoscore toebedeeld krijgt. ABN AMRO stelt voor het landenbeleid betrouwbare bronnen te gebruiken zoals rapporten van toezichthouders en mondiale organisaties. Indicatoren voor een verhoogd risico zijn landen of geografische regio’s die zijn geïdentificeerd als gebieden met een hoog niveau van corruptie of andere criminele activiteiten. ABN AMRO neemt afscheid van klanten die permanent in landen met een verhoogd risico buiten de Europese Economische Ruimte (EER) verblijven en neemt geen nieuwe klanten meer aan uit landen buiten de EER met een neutrale risicoscore. Uit deze methodiek volgt dat Curaçao, Sint Maarten en Caribisch Nederland als een verhoogd risico door ABN AMRO worden aangemerkt en Aruba een neutrale risicoscore heeft.

Tot slot heeft de commissie de staatsecretaris verzocht te reageren een motie van eilandraad van Sint Eustatius waarin zij aandacht vragen voor het niveau van bancaire dienstverlening. Ik ben in gesprek getreden met vertegenwoordigers van Sint Eustatius over deze problematiek en ik zal binnenkort met de op St. Eustatius aanwezige bank verder spreken om te achterhalen welke knelpunten er zijn en hoe deze kunnen worden weggenomen.

De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra


  1. Op verzoek van de commissie worden alleen de initiatalen van de briefschrijver vermeld.↩︎

  2. DNB Leidraad Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en Sanctiewet (Sw) 2020, p. 23.↩︎

  3. Te raadplegen via: https://www.internetconsultatie.nl/wbbnb↩︎