Onderzoek klassenjustitie
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021
Brief regering
Nummer: 2021D24784, datum: 2021-06-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-VI-113).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
- Een verkennend kwalitatief onderzoek naar klassenjustitie in de Nederlandse strafrechtketen
- Samenvatting
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 VI-113 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2021Z11433:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-06-29 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-07-07 14:30: Procedures en brieven (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-10 09:30: Strafrechtketen (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-17 17:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021
Nr. 113 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2021
Bij de behandeling van de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het jaar 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 27, item 14) heeft het lid Van Nispen (SP) een motie ingediend waarin hij de regering verzocht een onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoek uit te laten voeren dat moet uitwijzen of en, zo ja, in welke omvang er sprake is van klassenjustitie in Nederland, wat de oorzaken zijn en waar de kwetsbaarheden zitten (Kamerstuk 35 000 VI, nr. 53). De indiener overwoog daarbij dat twintig jaar geleden serieus onderzoek is verricht naar het bestaan van klassenjustitie in Nederland en dat uit dit onderzoek bleek dat er verschijnselen van klassenjustitie aanwezig zijn en meer onderzoek nodig is om een helder beeld te krijgen van aard en omvang van klassenjustitie en de oorzaken van ongewenste selectiviteit. Bij brief van 24 juni 2019 bent u door ons reeds geïnformeerd over de opzet van het onderzoek (Kamerstuk 35 000 VI, nr. 123).
Hierbij zenden wij u het rapport terzake getiteld «Een verkennend kwalitatief onderzoek naar klassenjustitie in de Nederlandse strafrechtketen» met bijbehorende samenvatting1. Dit onderzoek is in opdracht van het WODC uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit Utrecht.
Momenteel wordt door het WODC een kwantitatief onderzoek verricht naar klassenjustitie in de Nederlandse strafrechtketen. Naar verwachting zal dat onderzoek in het vierde kwartaal van dit jaar worden afgerond. Zo spoedig mogelijk na afronding van dat kwantitatieve onderzoek zal een inhoudelijke reactie op beide rapporten aan Uw Kamer worden toegezonden. Op die wijze kunnen de beide rapporten in onderlinge samenhang worden beoordeeld van een voldragen reactie worden voorzien.
Wij vertrouwen erop u hiermee naar behoren te hebben geïnformeerd.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎