Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op verzoek commissie met een reactie op het verslag over richtlijn 2017/541 inzake terrorismebestrijding (o.a. Kamerstuk 27925-757)
Bestrijding internationaal terrorisme
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D25267, datum: 2021-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D25267).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.M. Brood, griffier
Onderdeel van zaak 2020Z23196:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-12-08 17:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-16 14:30: Procedures en brieven (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-01-20 14:30: Extra procedurevergadering Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-01-28 13:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-06-17 14:00: Terrorisme en nationale veiligheid (is omgezet in schriftelijk overleg op 23 juni 2021) (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-06-23 14:00: Terrorisme en Nationale Veiligheid (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D25267 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid over terrorisme en nationale veiligheid, betreffende de brieven:
• Reactie op de motie van de leden Yesilgöz-Zegerius en Van Toorenburg over wijziging van de Wet op het intrekken van het Nederlanderschap d.d. 26 augustus 2020 (Kamerstuk 29 754, nr. 557);
• Reactie op verzoek commissie met een reactie op het verslag over richtlijn 2017/541 inzake terrorismebestrijding d.d. 30 november 2020 (Kamerstuk 27 925, nr. 757);
• De beveiliging van joodse instellingen in relatie tot het verlagen van het dreigingsniveau d.d. 14 december 2020 (Kamerstuk 29 754, nr. 586);
• Oriënterend onderzoek naar werkwijze informatieknooppunt Contraterrorisme d.d. 9 februari 2021 (Kamerstuk 29 628, nr. 1004);
• Nationale veiligheid, strategische afhankelijkheden en planbureau, d.d. 10 februari 2021 (Kamerstuk 30 821 nr.127);
• Reactie op het artikel in HP/De Tijd over departementaal vertrouwelijke NCTV-nota («Opkomst van het salafisme in Turkije en de invloed in Nederland»), d.d. 17 februari 2021 (Kamerstuk 29 754, nr. 588);
• Voortgangsrapportage van de Nationale Veiligheid Strategie 2019 d.d. 8 maart 2021 (Kamerstuk 30 821, nr. 128);
• Rapportage «Evaluatie nationale Contraterrorisme-strategie 2016–2020, Analyse en identificatie meetbare beleidsmaatregelen» d.d. 30 maart 2021 (Kamerstuk 29 754, nr. 591);
• Reactie op verzoek van het lid Azarkan, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 9 februari 2021, over het bericht «Amnesty: moslims slachtoffers van Europees antiterreurbeleid» d.d. 29 april 2021 (Kamerstuk 30 950, nr. 239);
• Reactie op het verzoek van het lid Van Baarle, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 6 april 2021, over het bericht «Brandstichting bij moskee in aanbouw in Gouda» d.d. 25 mei 2021 (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 110);
• Voortgang evaluatie Wet gebruik passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven (PNR) d.d. 16 juni 2021 (Kamerstuk 34 861, nr. 27).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Meenen
De griffier van de commissie,
Brood
Inhoudsopgave
I. | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 | |
1. | Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie | 2 | |
2. | Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie | 3 | |
3. | Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie | 4 | |
4. | Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie | 5 | |
5. | Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie | 6 | |
6. | Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie | 6 | |
II. | Reactie van de Minister van Justitie en Veiligheid | 7 |
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brieven en rapporten over het onderwerp terrorisme en hebben hier nog enkele vragen over.
De voornoemde leden vragen zich allereerst af of u een overzicht kunt geven van alle strafzaken van een terugkeerder; de tenlastelegging, de opgelegde straf en de bijkomende voorwaarden (bijvoorbeeld na detentie).
Reactie op de motie van de leden Yeşilgöz-Zegerius en Van Toorenburg over wijziging van de Wet op het intrekken van het Nederlanderschap
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse de reactie op de motie van de leden Yeşilgöz-Zegerius en Van Toorenburg (Kamerstuk 35 300-VI, nr. 39) over wijziging van de Wet op het intrekken van het Nederlanderschap gelezen. Zij lezen dat van de honderd Nederlandse uitreizigers met een dubbele nationaliteit, van zestien personen het Nederlanderschap is afgenomen, op grond van artikel 14, lid 4 Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). De voornoemde leden vragen hoeveel zaken er nog lopen. Hoeveel zaken zijn opgestart, maar hebben niet geleid tot het afnemen van het Nederlanderschap? Kunt u nader toelichten hoe het belang van vervolging wordt meegewogen in het oordeel over het intrekken van het Nederlanderschap? Bent u het met deze leden eens dat het uitgangspunt moet zijn dat het Nederlanderschap wordt ingetrokken als je aangesloten bent bij een terroristische organisatie? Hoe wordt bepaald of het voor de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) wenselijk/mogelijk/noodzakelijk is om een ambtsbericht voor het intrekken van het Nederlanderschap op te stellen? Zijn alle Syriëgangers beoordeeld op de vraag of het mogelijk was hun Nederlanderschap in te trekken en, zo nee, waarom niet en kan dit nog gebeuren?
Deze leden vragen voorts wanneer er een evaluatie volgt van artikel 14, lid 4 Rijkswet op het Nederlanderschap, uitgevoerd door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
Reactie op verzoek commissie met een reactie op het verslag over richtlijn 2017/541 inzake terrorismebestrijding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de reactie op het verzoek van de commissie om een reactie op het verslag over richtlijn 2017/541 inzake terrorismebestrijding. Deze leden vragen hier wat wordt bedoeld met de bepaling dat «rechtsmacht moet worden gevestigd wanneer het misdrijf in een andere lidstaat is gepleegd ten voordele van een op het grondgebied van de betreffende lidstaat gevestigde rechtspersoon».
Voortgangsrapportage van de Nationale Veiligheid Strategie 2019
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse de Voortgangsrapportage van de Nationale Veiligheid Strategie 2019 gelezen. Deze leden vragen of deze voortgangsrapportage aanleiding geeft om de Nationale Veiligheidsstrategie 2019 voortijdig te herzien, nu er meer focus is op de digitale en economische dreigingen. Zo nee, waarom niet?
Rapportage «Evaluatie nationale Contraterrorisme-strategie 2016–2020, Analyse en identificatie meetbare beleidsmaatregelen»»
Daarnaast hebben de leden van de VVD-fractie nog enkele vragen over de Rapportage Evaluatie nationale Contraterrorisme-strategie 2016–2020, Analyse en identificatie meetbare beleidsmaatregelen. Hoe beoordeelt u de analyse dat er sprake is van een sterk gefragmenteerd veld bestaande uit netwerken dat nog relatief jong en doelzoekend is? Wat betekent dit voor de doelmatigheid van het contraterrorismebeleid? Welke rol speelt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) in het samenbrengen en doelgeven van de betrokken partijen? Op welke manier geeft hij dit vorm? Welke knelpunten in de randvoorwaarden ervaart hij om deze taak te vervullen?
Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 54
De leden van de VVD-fractie hebben voorts met interesse kennisgenomen van het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 54. Deze leden lezen dat een aanslag door een eenling met extremistisch gedachtegoed, soms gepaard met psychosociale of psychiatrische problemen, voorstelbaar is. Hoe groot is deze doelgroep in totaal? Wordt samengewerkt met de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) om de doelgroep beter in beeld te krijgen? U stelt dat wordt bezien of samenwerking tussen veiligheidsdomein en sociaal- en zorgdomein moet worden versterkt. Waarom wordt dat niet al daadkrachtig opgepakt?
Deze leden vragen daarnaast hoe groot de totale groep rechts-extremisten is. Is deze groep gegroeid in aantal of is de ernst van de dreiging die van deze groep uitgaat gegroeid? Horen de outlaw motorcycle gangs (OMG’s) tot deze groep?
Ook vragen deze leden wat de door de rechter opgelegde bijkomende voorwaarden na detentie zijn van de 47 terroristen die in de terroristenafdelingen zitten.
Deze leden zijn benieuwd of de Terrorist Content Online (TCO)-verordening ook voor rechts-extremistische dreiging geldt. Zo nee, waarom niet? Wat is de voortgang van de nog in te richten autoriteit die toezicht moet houden op hostingdiensten ten behoeve van uitvoering van de TCO-verordening?
Als laatste op dit punt vragen deze leden wat de driesporenaanpak voor het aanpakken van informele lesinstituten is. Kunt u garanderen dat er geen publiek geld gaat naar dit soort lesinstituten, vanuit het Rijk noch vanuit de gemeenten?
2. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken op de agenda. Zij hebben nog enkele vragen over het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) 54.
DTN 54 en «De verschillende gezichten van de coronaprotesten»
De leden van de D66-fractie hebben grote zorgen over verschillende constateringen die in het DTN en het rapport «De verschillende gezichten van de coronaprotesten» naar voren komen.
De NCTV constateert dat er binnen de coronaprotesten een kleinere, radicale en amorfe onderstroom bestaat waarbinnen sprake is van radicalisering. De coronamaatregelen zouden met name een trigger zijn voor buitenwettelijk gedrag van potentieel gewelddadige eenlingen. In België zagen we dit recent tot uiting komen toen een beroepsmilitair met zware defensiewapens op de vlucht ging en viroloog Marc Van Ranst bedreigde. Elf andere Belgische militairen verloren hun toegang tot wapendepots en gevoelige informatie vanwege extreemrechtse sympathieën.1 In 2019 berichtte de Volkskrant al dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) in de vijf jaar daarvoor 21 keer onderzoek deed naar militairen vanwege rechts-extremisme.2 Tegelijkertijd constateert de NCTV dat ook in Nederland extreemrechtse personen bij de beweging van de coronaprotesten zijn aangehaakt. De aan het woord zijnde leden vinden de radicale stroming binnen de coronaprotesten op zichzelf al zorgelijk, maar het zou nog alarmerender zijn als personen binnen die stroom – net als in België – ook nog werkzaam zouden zijn bij Defensie en toegang zouden hebben tot wapens.
Kunt u toelichten welke maatregelen er worden genomen om de dreiging van rechts-extremisme en antioverheidsextremisme binnen de coronaprotestbeweging te mitigeren?
In hoeverre heeft u zicht op rechts-extremisme en antioverheidsextremisme binnen Defensie? Is de dreiging die daarvan uitgaat de laatste jaren toegenomen? Welke maatregelen worden daartoe genomen?
Ziet u een risico in het samenkomen van deze twee dreigingen – extremisme binnen de coronaprotestbeweging en extremisme binnen Defensie – zoals dat zich ook in België manifesteerde?
Daarnaast lezen deze leden in het DTN over veiligheidsrisico’s die kunnen ontstaan door het vrijkomen van terrorismegedetineerden. Zij staan volgens u veelal langere tijd onder toezicht van het specialistische team Terrorisme, Extremisme en Radicalisering (TER-team) van de reclassering.3 In dat licht merkte de NCTV tijdens het rondetafelgesprek over dreiging van Syriëgangers voor de nationale veiligheid op dat veel van de strafrechtelijke en bestuurlijke maatregelen om zicht te houden op veroordeelde terroristen, niet meer van toepassing zijn wanneer de Nederlandse nationaliteit deze mensen is afgenomen.
Kunt u toelichten of er situaties zijn van vrijgekomen veroordeelde terroristen, waarbij de Nederlandse nationaliteit is afgenomen, maar die Nederland nog niet hebben verlaten, waarbij de mogelijkheden tot het in beeld blijven bij de veiligheidsdiensten worden beperkt door de afname van nationaliteit? Klopt het dat hier in de Rijkswet op het Nederlanderschap geen rekening mee gehouden is?
3. Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met afschuw kennisgenomen van de stiekeme missie van deze demissionaire regering om IS-tuig naar Nederland te halen.
Zijn er voorbereidingen of plannen voor het repatriëren van andere Syriëgangers? Kan worden uitgesloten dat er meer Syriëgangers worden gerepatrieerd, conform uw uitlatingen tijdens het Vragenuurtje op 8 juni 2021 («teruggehaalde Syriëganger hoeft geen precedent te zijn»).
Klopt het dat, als de AIVD een ambtsbericht heeft opgesteld en gestuurd heeft naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), u de Nederlandse nationaliteit van Ilham B. had kunnen intrekken? Waarom is er over Ilham B. niet zo’n ambtsbericht opgesteld? Was er te weinig informatie over Ilham B. om een dergelijk ambtsbericht op te stellen? In dat geval vinden deze leden het volstrekt onacceptabel dat de Nederlandse regering, die nota bene demissionair is, de veiligheid van Nederland op het spel zet door een jihadist te repatriëren waarvan het gevaar niet duidelijk is.
Zijn of worden er momenteel door de AIVD ambtsberichten opgesteld over andere jihadisten met de Nederlandse nationaliteit? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid alsnog in het belang van de nationale veiligheid op grond van artikel 14, lid 4 van de Rijkswet op het Nederlanderschap de Nederlandse nationaliteit in te trekken en Ilham B. met de drie kinderen uit te zetten? Zo nee, waarom niet?
Kan een volledig overzicht worden gegeven van alle (ex-)Syriëgangers en de straffen die hier in Nederland zijn opgelegd sinds 2015 tot op heden, uitgesplitst per afgereisde man/vrouw? Hoeveel (ex)-Syriëgangers heeft de AIVD momenteel in zijn vizier? Kan een feitenrelaas/overzicht worden gegeven vanaf het moment dat de Rotterdamse rechter te kennen heeft gegeven de rechtszaak tegen Ilham B. te willen beëindigen tot het moment van repatriëring, waarin specifiek wordt ingegaan op de rol, standpunten en handelingen van de bewindspersonen (Rutte, Grapperhaus, Blok, Bijleveld en Kaag)? Zo nee, waarom niet?
Wat waren de totale kosten van de repatriëringsmissie van Ilham B. en de drie terroristenkinderen? Deze leden zijn van mening dat met het repatriëren van deze kinderen de deur voor een kinderterroristenpardon is opengezet.
Kunt u aangeven wat er niet klopt aan de uitlatingen van prof. dr. Ruud Koopmans bij het rondetafelgesprek van 16 juni jl. over de dreiging van Syriëgangers voor de nationale veiligheid? Bent u het met de heer Koopmans eens dat jihadisten na terugkeer, en ook na detentie bijdragen aan een significante dreiging voor de veiligheid van Nederlanders? Zo nee, waarom niet? Waarom vindt u het belangrijker dat een jihadist in Nederland wordt berecht en waarschijnlijk een zeer korte, tijdelijke gevangenisstraf krijgt dan te voorkomen dat er in Nederland een aanslag wordt gepleegd waarmee de veiligheid van miljoenen Nederlanders op het spel wordt gezet?
4. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie lezen in het DTN 54 een opsomming van de werkzaamheden die worden verricht op het gebied van deradicalisering en het houden van zicht op veroordeelde terroristen. Dezeleden vragen om hoeveel personen het op dit moment gaat die onder het toezicht staan van het TER-team. Ook vragen deze leden naar de behaalde resultaten van de genoemde teams en afstemmingsoverleggen. In hoeveel gevallen is er een traject succesvol doorlopen? Verder vragen de voornoemde leden hoeveel vrouwen er onder het toezicht staan van het TER-team en hoe zich dat verhoudt tot het aantal vrouwen dat is teruggekeerd vanuit IS-gebied.
De genoemde leden vragen in hoeverre ervaringen die zijn opgedaan met contraterrorisme van jihadistisch terrorisme, ook toepasbaar zijn op de bestrijding van rechts-extremistisch terrorisme. Ook vragen deze leden hoeveel overtredingen, misdrijven en andere activiteiten met een rechts-extremistisch oogmerk jaarlijks plaatsvinden. Hoe verhoudt zich dit tot antisemitische, jihadistische en links-extremistische incidenten, zo vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie zijn positief gestemd over de ontwikkelingen op Europees niveau ten aanzien van het aanpakken van terroristische online content. Zij vragen welke stappen Nederland op dat vlak heeft gezet de afgelopen periode. Ook vragen deze leden of u kunt aangeven of de EU-verordening Terrorist Online Content ook gaat betekenen dat het verheerlijken van terroristisch geweld strafbaar gesteld zal gaan worden.
5. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben enkele opmerkingen en vragen over terrorismebestrijding en ze hebben vragen of de diensten voldoende uitgerust zijn om signalen van radicalisering op te vangen. Deze leden maken zich zorgen over hoe extreem gedachtegoed meer vat lijkt te krijgen gedurende te coronaperiode, terwijl er tegelijkertijd minder zicht is op deze ontwikkelingen vanwege de lockdowns en het gebrek aan politiecapaciteit in de wijken. Kunt u ingaan op deze zorgen? Erkent u dat het moeilijker is om signalen van radicalisering vroeg op te vangen door het sluiten van buurthuizen, het gebrek aan agenten in de wijk en bijvoorbeeld het sluiten van de scholen? Hoe wordt dit ondervangen? Hoe gaan de verschillende diensten hiermee om? Genoemde leden lezen bijvoorbeeld dat de invloed van rechts-extremisten onderschat wordt.4 Hoe kan het dat deze groep te veel onder de radar blijft? Is er naar aanleiding van deze publicatie meer aandacht voor bij de verschillende diensten? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie maken zich verder zorgen over geradicaliseerde terugkeerders uit IS-gebieden in Syrië en Irak. Kunt u aangeven of er voorbereidingen worden getroffen voor als de terugkeerders hun straf hebben uitgezeten? Ligt de regie dan bij de gemeenten, bij de AIVD of de reclassering voor deradicalisering bijvoorbeeld? En hoe worden de verschillende instanties betrokken, zoals de Kinderbescherming, zodat teruggekeerde kinderen niet geplaatst worden bij familieleden met extremistisch gedachtegoed? Welke deradicaliseringsprogramma’s zijn er en zijn deze effectief? Worden gemeenten voldoende ondersteund in het herkennen en tegengaan van radicalisering en deelt u de zorgen dat als elke gemeente apart beleid heeft of moet maken, dit minder effectief is?
De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de versnippering van de verschillende diensten die signalen van radicalisering moeten opmerken, zowel van de zorginstanties als de repressieve instanties. Hoewel genoemde leden uiteraard begrijpen dat nooit elke aanslag voorkomen kan worden, lezen ze in het inspectierapport dat de tramschutter onder de radar kon blijven, omdat instanties onder andere niet goed genoeg met elkaar communiceerden. Kunt u hierop ingaan? Wat gaat u ondernemen om te voorkomen dat er te veel instanties verantwoordelijkheid dragen en wat gaat u ondernemen om te voorkomen dat er te weinig gecommuniceerd wordt tussen de verschillende instanties? Hoe is dit geregeld bij terugkeerders uit IS-gebieden?
6. Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ten behoeve van de voorbereiding op dit schriftelijk overleg. Zij hebben nog enkele vragen hierover.
Dreigingsbeeld Terrorisme
De leden van de SGP-fractie lezen dat een terroristische aanslag in Nederland voorstelbaar is en dat dit verwacht wordt van een eenling die overgaat tot het plegen van een aanslag. De afgelopen jaren zijn aanslagen in Europa veelal door islamistische en jihadistische alleen handelende daders gepleegd, bij wie extremistisch gedachtegoed soms gepaard kan gaan met psychosociale of psychiatrische problemen. De leden van de SGP-fractie constateren dat de tramaanslag in Utrecht hier een voorbeeld van is en dat dit mede te wijten is aan falen in het rechtssysteem. Kunt u aangeven wat er na de tramaanslag in Utrecht is veranderd in de informatievoorziening en opsporing van deze geradicaliseerde eenlingen?
Kunt u aangeven of de veiligheidsdiensten voldoende inzichtelijk hebben welke personen een gevaar vormen voor de veiligheid? Is er voldoende capaciteit beschikbaar?
Vormt de terugkeer van Syriëgangers een verhoogd risico voor de veiligheid van Nederland? Is er extra capaciteit beschikbaar bij de veiligheidsdiensten om deze personen te monitoren?
RTG Dreiging van Syriëgangers voor de nationale veiligheid
De leden van de SGP-fractie lezen dat de wettelijke bepaling die het mogelijk maakt om het Nederlanderschap in te trekken in het kader van de nationale veiligheid zorgvuldig is opgesteld. De toepassing van deze wettelijke bepaling is met waarborgen omgeven. Het betreft immers een ingrijpende maatregel. Kunt u aangeven of deze maatregel ingezet zal worden bij Syriëgangers die willen terugkeren?
Kunt u de Kamer blijven informeren over de mogelijkheden tot berechting in de regio?
II. Reactie van de Minister van Justitie en Veiligheid
Belgische militairen met extreemrechtse sympathieën geweerd van depots | NOS, 23 mei 2021↩︎
Extremisme in het leger: 21 onderzoeken leiden tot vertrek vier rechts-extremistische militairen | De Volkskrant, 2 juli 2019↩︎
Kamerstuk 29 754, nr. 593↩︎
Website NOS, 18 mei 2021 (https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2381279-onderzoek-naar-extreemrechts-sommige-activisten-in-staat-tot-een-aanslag)↩︎