Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot wijziging van het RVV 1990 en het BABW in verband met de invoering van de helmplicht voor snorfietsers en diverse andere kleine aanpassingen (Kamerstuk 29398-940)
Maatregelen verkeersveiligheid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D25428, datum: 2021-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D25428).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z09253:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-02 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-06-09 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-24 12:00: Voorhang ontwerpbesluit invoering helmplicht voor snorfietsers (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-11-02 16:30: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-11-10 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D25428 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het ontwerpbesluit tot wijziging van het RVV 1990 en het BABW in verband met de invoering van de helmplicht voor snorfietsers en diverse andere kleine aanpassingen (Kamerstuk 29 398, nr. 940).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave | Blz. |
Inleiding | 2 |
VVD-fractie | 0 |
D66-fractie | 0 |
PVV-fractie | 0 |
CDA-fractie | 0 |
SP-fractie | 0 |
PvdA-fractie | 0 |
SGP-fractie | 0 |
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorgehangen ontwerpbesluit invoering helmplicht voor snorfietsers en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie staan positief tegenover het ontwerpbesluit invoering helmplicht voor snorfietsers. De invoering van de helmplicht voor snorfietsers is een maatregel die de verkeersveiligheid positief kan bevorderen. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de betreffende beleidsbrieven en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Deze leden hebben er via de motie-Von Martels c.s. (Kamerstuk 29 398, nr. 652) in januari 2019 voor gepleit dat het dragen van een helm verplicht wordt voor snorfietsers en dat er spoedig een wetsvoorstel wordt voorgelegd waarmee dit wordt geregeld. Deze leden vinden het verstandig dat de Minister nu via het ontwerpbesluit aan deze wens tegemoetkomt.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot invoering van de helmplicht voor snorfietsers. Deze leden hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit invoering helmplicht voor snorfietsers en hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende voorstel voor onder meer invoering van de helmplicht voor snorfietsers. Zij hebben nog enkele vragen.
VVD-fractie
Type helm
De leden van de VVD-fractie lezen dat uit een eerste simulatiestudie die TNO heeft uitgevoerd kan worden geconcludeerd dat de speedpedelec-helm voor de bestuurders van alle soorten snorfietsen een veilig alternatief ter preventie van hoofdletsel biedt, maar dat uit aanvullend onderzoek moet blijken of deze helm ook geschikt is in het geval een bestuurder met een passagier op een snorfiets zit. Deze leden vragen de Minister waarom er mogelijk een andere uitkomst zou kunnen zijn voor het type helm als er een passagier in het spel is? Welke factoren komen hierbij kijken? Als blijkt dat de speedpedelec-helm niet geschikt is voor de passagier, vervalt dit type helm op de snorfiets in zijn geheel? Komt er een eenduidig beleid voor zowel bestuurder als passagier?
De leden van de VVD-fractie lezen ook dat, afhankelijk van het aanvullende onderzoek door TNO, in de Regeling aanduiding motor- en bromfietshelmen wordt neergelegd of de bestuurders en passagiers van snorfietsen een goedgekeurde speedpedelec-helm of een goedgekeurde brom-/motorfietshelm mogen dragen en dat deze aangepaste regeling gelijktijdig met het onderhavige ontwerpbesluit in werking zal treden. Wanneer verwacht de Minister dat dit aanvullende onderzoek is afgerond? Hoeveel tijd mag er maximaal tussen de afronding van het onderzoek en de inwerkingtreding zitten? Hoe wordt voorkomen dat op het laatste moment vóór inwerkingtreding nog allerlei zaken wijzigen? Geldt hier ook dat dit deel pas minimaal zes maanden na publicatie in werking treedt? Hoe kan onrust en verwarring bij consumenten en ondernemers zo snel mogelijk worden weggenomen, zodat zij weten welke helm zij moeten (in)kopen?
De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast dat de categorie snorfiets een breed scala aan voertuigen omvat met een maximum constructiesnelheid van 25 km per uur, waarbij voor sommige soorten fysieke inspanning wordt gevraagd en waarvoor de brom-/motorfietshelm niet geschikt is. Deze leden vragen dan ook of de Minister zou kunnen kijken naar de mogelijkheid om een type helm te kiezen dat ook bij andere, soortgelijke voertuigen met dezelfde snelheid zou kunnen worden gebruikt. Dit is met name bedoeld om te voorkomen dat producenten en consumenten op extra, onnodige kosten worden gejaagd, doordat zij op verschillende voertuigen, verschillende helmen moeten dragen. Dit met het oog op het toekomstige kader voor lichte elektrische voertuigen (LEV-kader) en voertuigen die mogelijk onder dezelfde categorie gaan vallen.
Plaats op de weg
De leden van de VVD-fractie lezen dat de helmplicht voor de snorfiets geen betrekking heeft op de plaats op de weg van de snorfiets. Daarnaast lezen deze leden dat wegbeheerders de mogelijkheid behouden om de plaats op de weg van snorfietsers af te laten hangen van lokale situaties. Dit betekent dat er geen regels komen om overal in Nederland de snorfiets van het verplichte fietspad naar de rijbaan te verplaatsen. Deze leden vragen de Minister of zij het ermee eens is dat consistentie in beleid noodzakelijk is. Gebruikers van snorfietsen leggen vaak langere afstanden af, waardoor het voor verkeersonveilige situaties zou kunnen zorgen als de plaats van de snorfiets op de weg in iedere gemeente verschilt. In hoeverre verwacht de Minister dat gemeenten ervoor gaan kiezen de snorfiets te verplaatsen van het fietspad naar de rijbaan? Welke gemeenten hebben kenbaar gemaakt dit van plan te zijn? Deze leden lezen bijvoorbeeld dat de gemeente Utrecht groot voorstander is van de helmplicht voor snorfietsers. Wat wordt bedoeld met de opmerking dat de gemeente Utrecht rekening houdt met de beperkingen die de maatregelen voor sommige inwoners kunnen opleveren? Volgens de gemeente Utrecht is er mogelijk een groep waarvoor alternatieven minder aantrekkelijk zijn. Op welke groep doelt deze gemeente? Kan de uitleg van de gemeente Utrecht nader worden gespecificeerd?
Evaluatie
De leden van de VVD-fractie lezen dat een wettelijke evaluatiebepaling met een vooraf vastgelegde termijn als knellend wordt ervaren en er in ieder geval vijf jaar na inwerkintreding met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Openbaar Ministerie (OM) en de politie wordt bekeken of aanpassing nodig is. Deze leden vragen de Minister of het mogelijk is om na het vaststellen van het LEV-kader alsnog dit besluit te wijzigen en een evaluatiebepaling op te nemen, zodat wettelijk een evaluatietermijn is vastgelegd.
De leden van de VVD-fractie vragen daarnaast wat precies wordt bedoeld met de opmerking dat de effecten van de wijziging zullen worden gemonitord. Wat houdt deze monitoring in? Betekent dit dat, als het LEV-kader op zich laat wachten, de monitoring ook vooruitgeschoven zal worden? Hoe kijkt de Minister aan tegen jaarlijkse monitoring van de helmplicht, in ieder geval tot de invoering van het LEV-kader, waarin eventuele monitoring later wordt overgenomen? Hoe gaat de Minister de Kamer informeren over de effecten van de invoering van de helmplicht? Wanneer verwacht zij dat de eerste effecten zichtbaar zijn?
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister om bij de monitoring en/of evaluatie de effecten van de helmplicht voor snorfietsers op de volledige verkeersveiligheid mee te nemen. Is de Minister bereid dit te doen?
Snorfiets ombouwen tot bromfiets
De leden van de VVD-fractie lezen dat na het ombouwen van een snorfiets, deze moet voldoen aan de toelatingseisen en de permanente eisen die gelden voor een bromfiets. Deze leden lezen dat deze keuring wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Deze leden vragen of de Minister kan garanderen dat de RDW over voldoende capaciteit beschikt om binnen de overgangstermijn alle snorfietsen te keuren die worden omgebouwd.
Inwerkingtreding
De leden van de VVD-fractie lezen dat de helmplicht zes maanden na publicatie in werking treedt. De reden hiervoor is dat verkeersdeelnemers met een snorfiets voldoende tijd hebben om een geschikte helm aan te schaffen. Ook wordt er gesproken over de invoeringsdatum 1 juli 2022. Is in deze termijn ook rekening gehouden met importeurs, fabrikanten, detailhandelaren en andere betrokkenen? Heeft de Minister gekeken naar een gefaseerde invoering of een ruimere overgangsperiode door de inwerkingtreding van het besluit minimaal zes maanden vooruit te schuiven?
Campagne
De leden van de VVD-fractie roepen de Minister daarnaast op tot het opzetten van een heldere campagne over de invoering van de helmplicht. Deze leden achten het waarschijnlijk dat de consument door de bomen het bos niet meer ziet, met daarbij als voorbeeld dat de snorfiets met drie wielen, waarvan twee aan de achterkant en één aan de voorkant wel een helmplicht krijgt en de brombakfiets met twee wielen aan de voorkant en één aan de achterkant niet.
Handhaving
De leden van de VVD-fractie benadrukken nogmaals dat verkeersveiligheid niet alleen zit in het treffen van maatregelen, maar ook in de handhaving daarvan. Deze leden vragen de Minister dan ook nogmaals om ervoor te zorgen dat harder opgetreden wordt tegen snelheidsovertredingen en opgevoerde snorfietsen, zodat kan worden voorkomen dat we in de toekomst problemen oplossen met het instellen van nog meer wet- en regelgeving, omdat handhaving tekortschiet.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie zien in de invoering van de helmplicht een positief effect op de verkeersveiligheid en vragen de Minister wanneer zij de eerste positieve effecten verwacht te zien en of een evaluatiemoment voorzien is.
De leden van de D66-fractie ontvangen meerdere vragen en zorgen over welke helm uiteindelijk voorgeschreven zal worden en of deze de veiligheid van de bestuurder voldoende zal beschermen. Kan de Minister reflecteren op welke verschillende opties aan helmen er zijn en wat de verwachte bescherming van de helmen tegen letsel zijn?
De leden van de D66-fractie vragen de Minister welke ondersteuning de Minister biedt aan de handhaving van de helmplicht voor snorfietsers. Tevens vragen deze leden of er naar de inschatting van de Minister voldoende capaciteit is bij de RDW voor gebruikers die hun snorfietsen willen laten omkeuren tot een bromfiets.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Minister waarom er een onderscheid moet worden gemaakt tussen snorscooters en (elektrische) fietsen, welke beide snelheden tot circa 30 km per uur halen in de praktijk. Waarom geen advies om een fietshelm te dragen in plaats van een verplichting alleen voor snorscooters?
De leden van de PVV-fractie constateren dat in het onderzoek dat uitgevoerd is door Arcadis alleen een risicoanalyse is gemaakt voor de fiets als modaliteit. Er zou echter een aantoonbaar verschil in risico moeten zijn tussen de gewone fiets, elektrische fiets en de speedpedelec. Deze leden vragen dan ook aan de Minister of zij onderzocht heeft hoeveel extra verkeersdoden er gaan vallen door verschuivingen naar snellere brommers en (meestal opgevoerde) elektrische fietsen en speedpedelecs.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Minister hoeveel snorscooterrijders zullen overstappen naar de auto.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Minister waarom de speedpedelec-helm niet direct in dit ontwerpbesluit wordt meegenomen en waarom er dus zoveel haast geboden is. Deze leden vragen tevens aan de Minister of zij niet beter kan wachten, totdat het aanvullende onderzoek van TNO is afgerond, alvorens dit ontwerpbesluit in de Kamer te bespreken. Waarom is een normale fietshelm, zoals die in de handel te verkrijgen is niet voldoende? Immers, zelfs racefietsers die veel hogere snelheden halen dan 25 km per uur, hebben geen helmplicht.
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister naar de effecten van het invoeren van de helmplicht op de verkoop van snorscooters, inclusief de veelbelovende elektrische snorscooters, de gevolgen voor bijvoorbeeld de voorraad van ondernemers en de financiële consequenties ervan voor deze branche.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Minister of zij bereid is om de helmplicht, gezien de risico’s die worden veroorzaakt door verschuiving van modaliteiten, niet in te voeren.
CDA-fractie
Inleiding
De leden van de CDA-fractie lezen dat het ontwerpbesluit ook een onderhoudswijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 bevat. Kan de Minister de achtergrond toelichten waarom deze wijzigingen zijn toegevoegd aan het ontwerpbesluit, dat gaat over de invoering van de helmplicht voor snorfietsers, en niet in een apart ontwerpbesluit?
De inhoud van de helmplicht voor snorfietsers
De leden van de CDA-fractie lezen dat TNO in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft onderzocht of de goedgekeurde speedpedelec-helm vanuit het perspectief van veiligheid geschikt is voor alle soorten snorfietsen. Deze leden zijn hierbij benieuwd of het onderzoek is uitgegaan van de constructiesnelheid van 25 km per uur. Deze leden zijn benieuwd of ook onderzoek is uitgevoerd naar de effecten van de helm, als wordt uitgegaan van de werkelijke snelheid in het verkeer, die soms hoger lijkt te liggen dan de 25 km per uur. Zo nee, waarom is dit niet onderzocht? Zou de Minister aan TNO kunnen vragen of het verwacht dat een speedpedelec-helm voor de bestuurders van alle soorten snorfietsen ook een veilig alternatief ter preventie van hoofdletsel biedt, indien de werkelijke snelheid hoger ligt dan 25 km per uur? Kan de Minister aangeven welke cijfers er beschikbaar zijn over het percentage snorfietsers dat harder rijdt dan de constructiesnelheid? Indien die er niet zijn, is hier een inschatting van te geven?
De leden van de CDA-fractie lezen verder over snorfietsen waarbij fysieke inspanning wordt gevraagd. Klopt het dat van de 790.000 snorfietsen er ruim 60.000 snorfietsen zijn waarbij inspanning moet worden geleverd? Wil de Minister de speedpedelec-helm ook toestaan bij snorfietsen waarbij geen fysieke inspanning wordt gevraagd? Zo ja, om welke reden?
De leden van de CDA-fractie lezen dat in het onderhavige besluit wordt neergelegd dat een helm verplicht is voor de bestuurders en passagiers van alle snorfietsen. Afhankelijk van het aanvullende onderzoek door TNO wordt in de Regeling aanduiding motor- en bromfietshelmen neergelegd of de bestuurders en passagiers van snorfietsen een goedgekeurde speedpedelec-helm of een goedgekeurde brom-/motorfietshelm mogen dragen. Wanneer wordt het aanvullende onderzoek van TNO verwacht? Deze leden lezen verder dat het besluit in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Wat is de planning van de Minister voor de inwerkingtreding van het onderhavige besluit, met name het deel over de helmplicht voor snorfietsers? Is de Minister het met deze leden eens dat het met het oog op de verkeersveiligheid verstandig is het deel over de helmplicht voor snorfietsers zo snel als mogelijk in werking te laten treden?
Kosten en administratieve lasten
De leden van de CDA-fractie vragen naar meer achtergrond waarom niet bekend is hoeveel snorfietsers voor de brom-/motorfietshelm zullen kiezen en hoeveel voor de speedpedelec-helm. Deze leden lezen dat de minimumprijs van een goedgekeurde brom-/motorfietshelm rond de 40 euro en een goedgekeurde speedpedelec-helm rond de 70 euro ligt. Kan de Minister aangeven of dit een reden zou kunnen zijn dat snorfietsers vooral zullen kiezen voor de brom-/motorfietshelm?
Advies en consultatie
De leden van de CDA-fractie lezen dat vanwege de reacties in de consultatie het verbod tot het voeren van verlichting op kleding of helm uit het ontwerpbesluit is geschrapt. Deze leden zijn benieuwd of verlichting op kleding of de helm mag knipperen. Zo ja, zou het verstandig zijn dit te verbieden in verband met mensen met epilepsie die hier last van kunnen hebben? Verder lezen deze leden dat het OM en de politie hebben aangegeven dat de handhaving van de helmplicht voor snorfietsers eenvoudiger wordt. Deze leden vragen of de pakkans op het niet naleven ervan daardoor ook toe zal nemen. Verder vragen deze leden op welke termijn de Minister verwacht de eerste effecten van een helmplicht op de snorfiets te zullen zien.
SP-fractie
De leden van de SP-fractie staan positief ten aanzien van de plicht tot het dragen van een helm voor snorfietsers. Deze leden delen de opvatting van de Minister dat deze maatregel bijdraagt aan het verminderen van het aantal verkeersdoden en -gewonden onder bestuurders van snorfietsen. Voor de verkeersveiligheid zien deze leden dit voorstel dan ook als een waardevolle toevoeging. De totstandkoming van dit voorstel heeft wat deze leden betreft erg lang geduurd. Deze leden hopen dat deze vertraging heeft geleid tot zorgvuldige regelgeving die de toets der kritiek kan doorstaan en die uitwijkgedrag naar risicovollere vormen van mobiliteit reduceert. Het is positief te noemen dat snorfietsers de mogelijkheid krijgen om zelf een keuze te maken in het aan te schaffen type helm.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of zij signalen heeft ontvangen van wegbeheerders die in navolging van de gemeente Amsterdam voornemens zijn om de snorfietsers te verplaatsen van het fietspad naar de rijbaan. Deze leden zijn verder benieuwd in hoeverre deze maatregel binnen Amsterdam heeft geleid tot handhavingsproblemen. Kan de Minister hierover uitweiden? Veel handhavingsorganisaties kampen met een gebrek aan medewerkers, en een handhavingsverplichting voor deze maatregel kan mogelijk leiden tot een tekort aan capaciteit voor handhaving van andere verkeersveiligheidsproblematiek. De Minister geeft aan dat overleg heeft plaatsgevonden tussen de politie en de verantwoordelijke bestuursorganen. Kan de Minister toelichten of hieruit de mogelijke knelpunten naar voren zijn gekomen? Tot slot spreken deze leden de wens uit dat dit ontwerpbesluit zo spoedig mogelijk in werking zal treden.
PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben zorgen over de mate waarin snorfietsgebruikers wegens een helmplicht zullen overstappen op een bromfiets en vragen hoe de Minister hiertegen aankijkt. Voorts vragen deze leden om een reflectie op de extra kosten die snorfietsgebruikers zullen moeten dragen wegens de helmplicht en of dit volgens de Minister redelijk is voor mensen met een laag inkomen.
De leden van de PvdA-fractie merken op dat Amsterdam al eerder is overgegaan tot een helmplicht voor snorfietsers en vragen welke lessen de Minister uit deze casus kan trekken.
De leden van de PvdA-fractie hebben bezorgde berichten ontvangen van aanbieders van elektrische deelscooters en vragen of de Minister in voorbereiding op het voorliggende besluit heeft gesproken met deze sector. Is de Minister anders bereid om dit te doen en obstakels voor zover mogelijk weg te nemen? Deze sector heeft aangegeven een groot deel van de elektrische snorfietsen wegens de helmplicht om te zullen zetten in snorfietsen. Heeft RDW hier voldoende capaciteit voor?
De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat het wegens de onzekerheid over alle gevolgen van de helmplicht goed zou zijn om na enkele jaren een evaluatie te doen. Is de Minister bereid dit binnen drie jaar te doen?
SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie horen graag of overwogen is om ook ruimte te bieden voor gebruik van de fietshelm, zoals die ook door racefietsers gedragen wordt. Waarom is hier niet voor gekozen?
De leden van de SGP-fractie constateren dat door betrokken bedrijven en de RDW nog veel werk verzet moet worden, terwijl er nog onduidelijkheden zijn rond de keuring en het helmtype. Deze leden noemen in dit verband bedrijven met deelscooters die nog veel te doen hebben. Deze leden vragen zich af of niet meer tijd nodig is dan zes maanden voor de invoering. Heeft de RDW voldoende capaciteit om de mogelijk duizenden snorfietsen van particulieren en deelscooterbedrijven binnen enkele maanden om te zetten? Is de Minister bereid de helmplicht pas in te voeren per 1 juli 2023?
De leden van de SGP-fractie constateren dat bij snorfietsen met trapondersteuning geen sprake is van het risico op hoge snelheden. Zij vragen waarom de Minister niet gekozen heeft voor een vrijstelling van de helmplicht voor deze categorie. Het verschil met snorfietsen zonder trapondersteuning is duidelijk, zodat dit voor de handhaving geen probleem hoeft te zijn.