Amendement van het lid Leijten over enkel bijdragen van Nederlandse gevers toestaan
Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp)
Amendement
Nummer: 2021D25476, datum: 2021-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35657-7).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35657 -7 Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp).
Onderdeel van zaak 2021Z11768:
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 657 Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp)
Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN
Ontvangen 24Ā juni 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, onder 3, vervalt het voorgestelde onderdeelĀ m, onder verlettering van het voorgestelde onderdeelĀ n tot onderdeelĀ m.
II
In artikel I, onderdeel L, vervalt het tweede onderdeel, alsmede de aanduiding Ā«1.Ā» voor het eerste onderdeel.
III
In artikel I, onderdeel N, wordt in het voorgestelde artikel 23a, eerste lid, de dubbele punt aan het slot vervangen door Ā«een niet-Nederlandse gever.Ā» en vervallen de onderdelenĀ a tot en metĀ c.
IV
Artikel I, onderdeel O, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 komt te luiden:
1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt Ā«van ā¬Ā 25.000 of meerĀ».
2. Onderdeel 2 vervalt.
3. Onderdeel 3 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het voorgestelde vierde lid wordt Ā«onderĀ b tot en met dĀ» vervangen door Ā«onderĀ b enĀ cĀ».
b. In het voorgestelde vijfde lid wordt Ā«onderĀ b en cĀ» vervangen door Ā«onderĀ bĀ».
V
Artikel I, onderdeel Oa, vervalt.
VI
Artikel I, onderdeel P, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 komt te luiden:
1. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt Ā«van ā¬Ā 25.000 of meerĀ».
2. In onderdeel 2 wordt in het voorgestelde derde lid Ā«onderĀ a en bĀ» vervangen door Ā«onderĀ aĀ».
VII
In artikel I, onderdeel Q, onder 1, vervalt Ā«wordt Ā«van een gever in een kalenderjaar bijdragen heeft ontvangen van in totaal ā¬Ā 4.500 of meerĀ» vervangen door Ā«in een kalenderjaar van een Nederlandse gever bijdragen van in totaal ā¬Ā 4.500 of meer of van een andere dan Nederlandse gever uit een lidstaat een bijdrage van meer dan ā¬Ā 0 heeft ontvangenĀ», enĀ».
VIII
In artikel I, onderdeel R, wordt het voorgestelde artikelĀ 30 als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a vervalt Ā«NederlandseĀ».
b. Onderdeel b vervalt.
2. In het vijfde lid wordt Ā«onder a en bĀ» vervangen door Ā«onderĀ aĀ».
IX
In artikel I, onderdeel T, onder 1, vervalt Ā«wordt Ā«van een gever in een kalenderjaar bijdragen heeft ontvangen van in totaal ā¬Ā 4.500 of meerĀ» vervangen door Ā«in een kalenderjaar van een Nederlandse gever bijdragen van in totaal ā¬Ā 4.500 of meer of van een andere dan Nederlandse gever uit een lidstaat een bijdrage van meer dan ā¬Ā 0 heeft ontvangenĀ», enĀ».
Toelichting
Indiener beoogt met dit amendement financiering van politieke partijen vanuit het buitenland in het geheel te verbieden, met uitzondering van Nederlanders die in het buitenland woonachtig zijn. Indieners kiezen er voor om ook buitenlandse financiering vanuit landen binnen de EU te verbieden. De democratie in Nederland is van Nederlanders, financiering van politieke partijen vanuit het buitenland past daar niet bij. De ongewenste beĆÆnvloeding van buiten de EU kan met lidstaten als tussenstap gezet worden en is in zijn geheel niet ondenkbaar gezien het feit dat meerdere lidstaten binnen de EU een niet optimaal functionerende democratie en toezicht op financiering uit het buitenland hebben. Met dit voorstel wordt dit risico ondervangen.
Het onderscheid tussen niet-EU-landen en EU-landen is volgens de indiener bovendien gerechtvaardigd omdat het democratische, openbare, belang boven het belang van de vrije interne markt gaat. Precies dezelfde argumenten gelden voor de onwenselijkheid van financiering van niet-EU-landen en EU-landen.
Leijten