Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 21 juni 2021
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2021D25505, datum: 2021-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2376).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2376 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2021Z11778:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-07-06 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-07-08 10:00: Raad Buitenlandse Zaken (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-07-08 13:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2376 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 21 juni 2021.
Tevens informeer ik uw Kamer middels dit verslag over de mogelijkheden voor NGO’s en nabestaanden om nominaties aan te dragen voor het Mensenrechtensanctieregime.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN 21 JUNI 2021
Introductie
Op 21 juni kwam de Raad Buitenlandse Zaken bijeen in Luxemburg. Onder Current Affairs werd gesproken over Turkije, het Midden-Oosten Vredesproces, Rusland, Mali/Sahel, Ethiopië, de Belgrado-Pristina dialoog, Iran/JCPOA en Libanon. Als volle agendapunten stonden geagendeerd Belarus, Irak en Latijns-Amerika. Er vond tevens een ontbijt plaats met Belarussische oppositieleider Svetlana Tsichanovskaya en een lunch met de Iraakse Minister van Buitenlandse Zaken Fuad Hussein.
Current Affairs
Turkije
De Raad sprak over Turkije voorafgaand aan de bespreking op de Europese Raad van 24–25 juni a.s. Meerdere lidstaten zeiden ruimte te zien om voorzichtige, gebalanceerde, incrementele stappen op het positieve spoor te zetten, mits Turks gedrag standhoudt. De Hoge Vertegenwoordiger gaf aan zich te zullen inspannen voor hervatting van onderhandelingen m.b.t. Cyprus in Geneve.
Zoals toegezegd tijdens het CD RBZ 16 juni jl. ontvangt u hierbij de beantwoording op de nog openstaande vraag van het lid Mulder (CDA) of Turkije in NAVO-verband een veroordeling van Belarus n.a.v. het Ryanairincident heeft geblokkeerd. Bij de NAVO worden beslissingen over uitspraken en maatregelen genomen met consensus, dat wil zeggen dat alle Bondgenoten zich erin moeten kunnen vinden. In reactie op de vliegtuigkaping reageerde de NAVO met een scherpe veroordeling van het incident en deed een oproep om de heer Protasevitsj en mevrouw Sapega direct en onvoorwaardelijk vrij te laten en fundamentele rechten en vrijheden te respecteren en de internationale rechtsorde te handhaven.
Midden-Oosten Vredesproces
De Ministers bespraken de ontwikkelingen rondom het Midden-Oosten Vredesproces. Hierbij spraken de Ministers steun uit voor de huidige inzet, waaronder overleggen van de EU Speciale Vertegenwoordiger Koopmans in de regio over de situatie in Gaza en de wijze waarop de EU bij kan dragen aan stabilisatie van het staakt-het-vuren. Nederland vroeg in dit kader de Hoge Vertegenwoordiger om voorstellen te doen om beide partijen te bewegen stappen te zetten die bijdragen aan stabiliteit en een duurzame oplossing. Het kabinet bepleitte conform de motie van het lid Segers (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2371) een brede inzet, met alle betrokken partijen, inclusief de Palestijnse Autoriteit, Israël, Egypte, andere Arabische landen en vertegenwoordigers van de bevolking in Gaza voor de wederopbouw van Gaza op de korte termijn dat mede kan dienen als opmaat naar duurzame vrede, economische samenwerking en grotere veiligheid in de hele regio op de lange termijn. Tevens sprak Nederland zich uit voor een uitnodiging van de nieuwe Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken Lapid naar de Raad.
Rusland
De Raad sprak over Rusland voorafgaand aan de bespreking van de Europese Raad van 24–25 juni. Veel lidstaten gaven aan de Gezamenlijke Mededeling over de EU-Ruslandrelatie, die op 16 juni jl. werd gepubliceerd, een goede en realistische basis te vinden om tijdens de Europese Raad verder over de EU-Rusland relatie te spreken. Conform de motie van het lid Sjoerdsma (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2368) vroeg Nederland aandacht voor de mogelijkheid om nieuwe sancties aan te nemen als internationale normen geschonden worden, ook tegen de kring rondom president Poetin. Ook noemde Hoge Vertegenwoordiger Borrell dat het streven naar waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor het neerhalen van vlucht MH17 onderdeel blijft uitmaken van de gezamenlijke EU-inzet. Nederland onderstreepte in lijn met eerdere Raadsconclusies het belang dat Rusland terugkeert naar trilaterale onderhandelingen tussen Nederland, Australië en Rusland en dat Rusland voldoet aan zijn verplichtingen onder VNVR-resolutie 2166. Voorts dankte Nederland de Raad en de Hoge Vertegenwoordiger voor de voortdurende steun op dit belangrijke onderwerp.
Mali/Sahel
De Ministers bespraken de recente ontwikkelingen in Mali na de militaire staatsgreep van 25 mei jl. en de aankondiging van de Franse president Macron op 10 juni jl. om de Franse militaire inzet in de Sahel te herzien. De Raad herbevestigde dat het organiseren van presidentsverkiezingen – volgens het transitietijdspad – in februari 2022 de prioriteit heeft. De Raad sprak begrip uit voor de Franse herziening van de militaire inzet in de regio en benadrukte de noodzaak van een gezamenlijke veiligheidsinzet in de Sahel. Frankrijk gaf aan dat het tijdelijk opschorten van de Franse militaire samenwerking met Mali los staat van de herziening van de militaire inzet in de bredere regio en dat het de modaliteiten en het tijdspad van de herziening van de Franse militaire inzet in de regio met de betrokken partners zal afstemmen.
Ethiopië/Hoorn
Ministers spraken kort over de situatie in Ethiopië en uitten met name diepe bezorgdheid over de humanitaire situatie in Tigray, mensenrechtenschendingen, en seksueel geweld in het conflict. Ook refereerde de Raad aan het communiqué van de G7, waar dezelfde thema’s werden benoemd en dat opriep tot een einde aan het geweld. Ethiopië wordt naar verwachting wederom besproken in de volgende RBZ.
Belgrado-Pristina dialoog
Hoge Vertegenwoordiger Borrell informeerde de Ministers over de ontmoeting tussen de Servische president Vucic en de Kosovaarse premier Kurti in het kader van de dialoog tussen beide landen in Brussel op 15 juni jl. De verschillen in de posities tussen beide landen blijven volgens Borrell groot. De Hoge Vertegenwoordiger verwacht een vervolgafspraak in juli. De Hoge Vertegenwoordiger gaf aan dat de EU en de VS constructief samenwerken ten aanzien van de dialoog.
Iran/JCPOA
De Raad heeft kort gesproken over Iran/JCPOA, waarbij onder andere de verkiezingsoverwinning van Ebrahim Raisi bij de presidentsverkiezingen werd genoemd. De Raad sprak de hoop uit dat de JCPOA-onderhandelingen onverminderd zullen worden voortgezet en benadrukte dat alle zijden gebaat zijn bij een terugkeer naar de afspraken uit het nucleaire akkoord.
Libanon
De Raad besprak de zorgelijke situatie in Libanon. De Hoge Vertegenwoordiger bracht recentelijk een bezoek aan Libanon en sprak daar met de belangrijkste politieke leiders en afgevaardigden van het maatschappelijk middenveld. Tijdens de Raad uitte de Hoge Vertegenwoordiger zijn zorgen over de verslechterende financieel-economische situatie en de politieke impasse. De Raad deelde deze zorgen en verkende de opties voor een sterkere EU-inzet, waarbij de Hoge Vertegenwoordiger en Nederland ook de optie van sancties benoemde. Het kabinet is voorstander van een sterke EU-inzet in Libanon en staat ervoor open om de haalbaarheid van verschillende opties daartoe te verkennen.
Belarus
De Raad besprak de situatie in Belarus, waar sinds de frauduleuze presidentsverkiezingen van augustus 2020 sprake is van steeds verder toenemende repressie tegen oppositieleden, activisten, leden van het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke journalisten. Voorafgaand aan deze bespreking organiseerde de Hoge Vertegenwoordiger een ontbijt met de Belarussische oppositieleider Svetlana Tsichanovskaya.
Volgend op de conclusies van de Buitengewone Europese Raad van 24 en 25 mei (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1700), nam de Raad een krachtig en omvangrijk sanctiepakket aan tegen Belarus, het vierde sinds augustus 2020. Dit pakket betreft 78 personen en 8 economische entiteiten die betrokken zijn bij de aanhoudende repressie en intimidatie van de bevolking van Belarus en de onacceptabele gedwongen landing van een passagiersvliegtuig met als doel journalist Roman Protasevitsj en zijn partner Sofia Sapega te arresteren. Het kabinet was actief betrokken bij de voorbereiding van dit pakket. Hierdoor staan er op dit moment in totaal 166 personen en 15 bedrijven op de sanctielijst van de EU tegen Belarus.
In lijn met de Nederlandse inzet werd ook een politiek akkoord bereikt over de economische sectorale sancties. Voor zowel de import als export van specifieke producten en op het verlenen van bepaalde financiële diensten gaan beperkingen gelden. Deze sectorale sancties zullen rondom de aanstaande Europese Raad formeel worden aangenomen. Op dit moment worden hiervoor de laatste juridische voorbereidingen getroffen. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, spraken zich verder uit voor de mogelijkheid om, in lijn met de gefaseerde aanpak die de EU hanteert bij sancties tegen Belarus, in de toekomst aanvullende sanctiemaatregelen aan te nemen als repressie door het Belarussische regime aanhoudt. Ook heeft Nederland gepleit voor heldere voorwaarden waaraan dient te worden voldaan voordat sancties kunnen worden verlicht. Tot slot besprak de Raad het belang van voortgaande steun aan de bevolking en het maatschappelijk middenveld in Belarus, onder meer via het verlenen van studiebeurzen aan studenten die het land hebben moeten ontvluchten.
Irak
De Raad sprak over Irak en de fragiele politieke en economische situatie aldaar. De aankomende Iraakse verkiezingen kregen veel aandacht en de Raad benadrukte het belang van vrije en eerlijke verkiezingen. Tijdens de Raad kondigde de Hoge Vertegenwoordiger aan een politiek principebesluit te hebben genomen voor het uitvoeren van een EU-verkiezingswaarnemingsmissie, waarbij de exacte voorwaarden van de EU-missie nog moeten worden uitgewerkt. Het kabinet onderschrijft het belang van de verkiezingen en benadrukte voorstander te zijn van een EU-verkiezingswaarnemingsmissie, mits de veiligheidssituatie dit toelaat. Voorts besprak de Raad het belang van verbeterde migratiesamenwerking tussen de EU en Irak. Ook onderstreepte de Raad het belang van regionale stabiliteit en de rol die Irak daarin kan spelen.
Tijdens de lunch sprak de Raad met de Iraakse Minister van Buitenlandse Zaken, Fuad Hussein, die de ontwikkelingen in zijn land uiteenzette. In dit gesprek benadrukten de Raad nogmaals het belang van een stabiel Irak voor de EU, alsook het belang van vrije en eerlijke verkiezingen. De Raad verwelkomde het besluit van Irak om vervroegde verkiezingen te organiseren. Tevens riep de Raad een nieuwe Iraakse regering op om de inspanningen voor economische hervormingen voort te zetten. De diversificatie van de economie en de ontwikkeling van de private sector zijn daarbij prioriteiten. Ook werden door de Raad zorgen gedeeld over de mensenrechtensituatie en de hoge mate van straffeloosheid in Irak. Daders van geweld blijven te vaak onbestraft. Nederland vroeg conform het verzoek van het lid Van Dijk (SP) aandacht voor de vermiste mannen en jongens uit Fallujah.
Latijns Amerika en Cariben (LAC)
De Raad sprak steun uit voor het pleidooi van de Hoge Vertegenwoordiger om de relaties tussen de EU en LAC-regio te intensiveren. Veel lidstaten, inclusief Nederland via een gezamenlijke Benelux interventie, wezen op de groeiende rol van andere internationale actoren in de LAC-regio en benadrukten dat de EU en LAC grotendeels dezelfde waarden delen en belangrijke partners zijn in multilaterale fora.
Verschillende lidstaten gingen ook in op de zorgelijke COVID-situatie in de regio, waarbij onder andere Nederland het belang onderstreepte van COVAX en de bijdrage van de EU aan groen en duurzaam herstel. Daarnaast noemde een aantal lidstaten de politieke onrust in enkele landen in de regio, met name de crisis in Venezuela. Nederland wees hierbij net als andere lidstaten op het belang van samenwerking met internationale partners, waaronder de VS. Verder kwamen in de bespreking ook de samenwerking met de regio op het gebied van rechtsstaat, mensenrechten en drugsbestrijding aan bod.
Meerdere lidstaten spraken zich uit voor snelle afronding van associatie- en handelsakkoorden met landen in de regio en noemden daarbij de akkoorden met Chili, Mercosur en Mexico. De Hoge Vertegenwoordiger sprak hierop de hoop uit dat de onderhandelingen over de modernisering van het EU-Chili associatieakkoord voor het einde van dit jaar af zullen worden afgerond. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, noemde handelsakkoorden een belangrijk instrument voor samenwerking met de regio, mits voorzien van waarborgen op het gebied van duurzaamheid en mensenrechten. Conform de motie van het lid Brekelmans (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2366) pleitte Nederland ervoor om de toegang tot essentiële grondstoffen te benoemen als prioriteit in de relatie met de regio en aangegeven dat dit onderwerp zou moeten worden geagendeerd bij een eventuele toekomstige EU-LAC top of bij een bezoek van de Hoge Vertegenwoordiger aan de regio.
Any other business
Jemen
De Zweedse Minister van Buitenlandse Zaken deed onder Any other business verslag van haar bezoek aan Saoedi-Arabië, Oman en Jemen. Daarbij benadrukte zij dat de toenemende EU-steun aan de VN-inzet op het gebied van het vredesproces merkbaar is, Saoedi-Arabië zich op dit moment constructief opstelt ten opzichte van een staakt-het vuren en meer druk op de Houthi’s nodig is. Het kabinet wees conform de motie van het lid Kuzu (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2372) op het financieringstekort van het World Food Programme en sprak de hoop uit dat EU Lidstaten de steun kunnen verhogen ten behoeve van de humanitaire situatie in Jemen.
Myanmar sancties
De Raad nam naar aanleiding van de aanhoudende schending van mensenrechten en ondermijning van de democratie en rechtsstaat sinds de militaire coup in Myanmar een derde pakket sancties aan. De aanvullende sancties zijn opgelegd aan vier entiteiten en acht personen. Onder de vier entiteiten zijn drie bedrijven uit de hout- en edelstenenindustrie die in handen zijn of onder zeggenschap vallen van het leger: Myanmar Gems Enterprise, Myanmar Timber Enterprise en Forest Products Joint Venture Corporation. De vierde entiteit is de Myanmar War Veterans Organization. De persoonsgerichte sancties zijn opgelegd aan leden van het leger en de militaire junta, waaronder het enige nog niet geliste lid van de door het leger ingestelde State Administrative Council. Met dit derde pakket sancties sluit de EU aan bij wat gelijkgezinde landen aan maatregelen nemen naar aanleiding van de staatsgreep in Myanmar. Met de nieuwe sancties verhoogt de EU de druk op de militaire junta om de aanhoudende gewelddadige onderdrukking te stoppen.
Overig
Naar aanleiding van de toezegging voor de zomer terug te komen op mogelijkheden voor NGO’s en nabestaanden om nominaties aan te dragen voor het Mensenrechtensanctieregime, heeft Nederland opnieuw binnen de EU gepleit voor betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en nabestaanden bij het sanctieregime. Daarbij benadrukte Nederland dat mensenrechtenorganisaties de kennis en expertise hebben om concrete input te leveren met oog op de toepassing van het sanctieregime. Lidstaten geven er echter vooralsnog de voorkeur aan om hiervoor voort te bouwen op bestaande contacten met maatschappelijke organisaties. Het ontbreekt binnen de EU aan steun om bijvoorbeeld een proces in te richten of een vast contactpunt in te stellen. Nederland zal dit onder de aandacht blijven brengen, maar kijkt ondertussen ook naar andere manieren om de inbreng te faciliteren, zoals het delen van een tijdspad van de voorbereidingen en besluitvorming, zodat belanghebbenden daarop kunnen inspelen. Daarnaast zal Nederland zelf actief het gesprek blijven voeren met NGO’s over situaties die de aandacht vragen vanuit de doelstelling van het sanctieregime en de manier waarop voorstellen voor nominaties aangeleverd kunnen worden.