Antwoord op vragen van de leden Markuszower en Wilders over het bericht dat een asielzoeker uit Iran in korte tijd meerdere meisjes heeft aangerand
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D25700, datum: 2021-06-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-3316).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van zaak 2021Z10552:
- Gericht aan: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Indiener: G. Markuszower, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: G. Wilders, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3316
Vragen van de leden Markuszower en Wilders (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat een asielzoeker uit Iran in korte tijd meerdere meisjes heeft aangerand (ingezonden 11 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 25 juni 2021).
Vraag 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
Bent u ervan op de hoogte dat een 35-jarige asielzoeker uit Iran een 18-jarig meisje in Assen heeft aangerand en twee minderjarige meisjes zijn geslachtsdeel heeft laten zien?1
Bent u ervan op de hoogte dat deze asielviezerik tijdens de afgelopen jaarwisseling ook al een meisje in Coevorden zou hebben aangerand?
Bent u ervan op de hoogte dat deze asielviezerik vorige zomer een medewerkster van het AZC in Assen bij haar borsten heeft gegrepen?
Bent u ervan op de hoogte dat deze asielviezerik in 2017 al is veroordeeld tot drie maanden cel voor aanranding?
Kunt u verklaren hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat dit stuk asieltuig niet al lang is uitgezet na zijn straf?
Deelt u de mening dat de straf die nu tegen hem wordt geëist van één jaar cel, waarvan de helft voorwaardelijk, schandalig laag is? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat het te zot voor woorden is dat deze aanrander in een procedure zit voor zijn tweede asielaanvraag? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid een nieuwe aanranding te voorkomen en deze asielviezerik na zijn straf direct uit te zetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
Bovenstaande vragen gaan over een individuele zaak. Zoals u bekend kan ik niet ingaan op individuele zaken.
In algemene zin wil ik benadrukken dat wetsovertreding onacceptabel is en delicten zoals beschreven in de vragen verwerpelijk zijn. Of het gaat om vreemdelingen of andere personen maakt daarbij geen verschil. Een ieder dient zich aan de wet te houden.
Het is aan de rechter om te oordelen over schuldigverklaring en, bij schuldigverklaring, over een op te leggen sanctie. Het is niet aan mij als Staatssecretaris om te oordelen over de beslissing van een onafhankelijke rechter.
Als een vreemdeling vluchtelingrechtelijke vervolging of ernstige schade te vrezen heeft, kan de verblijfsvergunning asiel enkel worden geweigerd of ingetrokken als er sprake is van een (bijzonder) ernstig misdrijf. Uw Kamer is hierover op meerdere momenten geïnformeerd, laatstelijk in mijn brief van 1 juli 20202. Indien het verblijfsrecht wordt beëindigd dan dient de vreemdeling Nederland te verlaten. Bij voorkeur gebeurt dit zelfstanding waarbij de vreemdeling ondersteund kan worden door de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V), de Internationale Organisatie voor Migratie of non-gouvernementele organisaties. Indien nodig kan de DT&V overgaan tot gedwongen terugkeer.
Dagblad van het Noorden, 10-06-2021, «Asielzoeker (35) verdacht van aanranding meisjes in Coevorden en Assen: vermeend zedenincident leidde na jaarwisseling tot rellen in de wijk Poppenhare in Coevorden (https://www.dvhn.nl/drenthe/Asielzoeker-35-verdacht-van-aanranding-meisjes-in-Coevorden-en-Assen-vermeend-zedenincident-leidde-na-jaarwisseling-tot-rellen-in-de-wijk-Poppenhare-in-Coevorden-26875952.html)↩︎
Kamerstuk 19 637, nr. 2643↩︎