[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Besluit advies Gezondheidsraad over vaccinatie van jongeren vanaf 12 jaar

Infectieziektenbestrijding

Brief regering

Nummer: 2021D26363, datum: 2021-06-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-1338).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -1338 Infectieziektenbestrijding.

Onderdeel van zaak 2021Z12213:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1338 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2021

Hierbij informeer ik uw Kamer over het beschikbaar stellen van de COVID-19-vaccinatie aan jongeren vanaf 12 jaar. Ik heb in mijn Kamerbrief van 9 juni jl.1 al aangegeven dat ik me, naast het bereiken van verdere gezondheidswinst, vanuit epidemiologisch en maatschappelijk oogpunt zou kunnen voorstellen dat gezonde jongeren op korte termijn in aanmerking komen voor vaccinatie tegen het coronavirus. De Gezondheidsraad heeft zich de afgelopen weken over dit vraagstuk gebogen, en mij op 29 juni jl. het advies «Vaccinatie van adolescenten tegen COVID-19» doen toekomen (zie bijlage)2. Zoals ik ook in mijn brief van 9 juni jl. heb benoemd, is het vaccineren van alle jongeren vanaf 12 jaar een complex vraagstuk dat vraagt om een bredere maatschappelijke, medische, epidemiologische, ethische en juridische afweging. Thema’s die ook in het maatschappelijke debat over dit onderwerp een belangrijke rol spelen. De Gezondheidsraad heeft de verschillende afwegingen en invalshoeken zorgvuldig gewogen en komt op basis hiervan met een positief advies over het vaccineren van jongeren vanaf 12 jaar met het BioNTech/Pfizer vaccin. Ik neem dit advies over en licht mijn besluit in deze brief verder toe.

Advisering COVID-19-vaccinatie voor jongeren

In de afgelopen periode is in een aantal stappen nagedacht over en besloten tot het beschikbaar stellen van COVID-19-vaccins aan de groepen jonger dan 18 jaar. Op 2 maart jl. heb ik de Gezondheidsraad verzocht te adviseren over het aanbieden van een COVID-19-vaccinatie aan mensen onder de 18 jaar. Ik heb de Gezondheidsraad toen ook gevraagd met welke vaccins dit zou kunnen en of het raadzaam is de omgeving van jongeren te vaccineren (ringvaccinatie) indien zij zelf geen vaccin kunnen ontvangen. De Gezondheidsraad heeft op 9 april jl. een eerste advies uitgebracht over het vaccineren van 16- en 17-jarigen uit medische hoogrisicogroepen (Kamerstuk 25 295, nr. 1105).3 Zij hebben de mogelijkheid gekregen zich te laten vaccineren met het BioNTech/Pfizer-vaccin, aangezien dit vaccin als enige geregistreerd was vanaf 16 jaar. Een maand later, op 28 mei jl., heeft het Europees Medicijnagentschap (EMA) het vaccin van BioNTech/Pfizer ook positief beoordeeld voor gebruik bij kinderen vanaf 12 jaar oud.

De Gezondheidsraad heeft naar aanleiding van dit positieve oordeel op 9 juni jl. het advies «Vaccinatie van kinderen met een medisch risico en ringvaccinatie» uitgebracht (Kamerstuk 25 295, nr. 1285).4 De Gezondheidsraad doet in dit advies de aanbeveling alle jongeren met een verhoogd medisch risico een COVID-19-vaccinatie aan te bieden, evenals gezonde jongeren die bijvoorbeeld een ernstig zieke huisgenoot hebben. Ik heb het advies van de Gezondheidsraad overgenomen. Sinds 22 juni kunnen de eerste jongeren met een medisch risico een afspraak bij de GGD maken voor vaccinatie met het BioNTech/Pfizer-vaccin. Er zijn momenteel nog geen andere vaccins toegelaten op de Europese markt voor mensen onder de 18 jaar. De beoordeling van het coronavaccin van fabrikant Moderna voor jongeren van 12 jaar tot en met 17 jaar is reeds gestart. Het is de verwachting dat het EMA binnenkort met een uitspraak komt.

Advies over alle jongeren

Op 29 juni heeft de Gezondheidsraad ook positief geadviseerd over het beschikbaar stellen van het BioNTech/Pfizer-vaccin voor alle jongeren vanaf 12 jaar die daar gebruik van willen maken. Daarbij heeft de Gezondheidsraad niet alleen gekeken naar de directe en indirecte gezondheidseffecten voor deze groep, maar ook naar de veiligheid van vaccinatie voor jongeren en de effecten op de samenleving als geheel.

Directe en indirecte gezondheidseffecten

De Gezondheidsraad geeft in het advies aan dat vaccinatie van jongeren van 12–17 jaar zowel directe als indirecte gezondheidswinst oplevert en geeft daarvoor drie redenen:

1) Het bij een (beperkte) groep voorkomen van ernstige ziekte en ziekenhuisopname. Hoewel COVID-19 in de meeste gevallen mild verloopt bij jongeren, bestaat er ook een kleine groep bij wie de ziekte een ernstiger beloop kent en voor wie ziekenhuisopname noodzakelijk is. De Gezondheidsraad schrijft in het advies dat 101 jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 17 jaar als gevolg van COVID-19 in het ziekenhuis opgenomen zijn geweest in de periode september 2020 – mei 2021. Ongeveer de helft van deze groep had geen onderliggende aandoening. In de leeftijdsgroep 15–19 jaar zijn twee jongeren overleden als gevolg van COVID-19. De raad beschrijft daarnaast een specifieke complicatie van COVID-19 bij kinderen en adolescenten die tot nu toe bij 83 Nederlandse kinderen en adolescenten is vastgesteld: Multisystem Inflammatory Syndrome – Children (MIS-C); een ernstige algemene ontstekingsreactie waarbij meerdere orgaansystemen, zoals het hart en de spijsverteringsorganen, zijn aangedaan en die levensbedreigend kan zijn.

2) Het voorkomen van langdurige ziekte bij een mogelijk grotere groep adolescenten en jongeren. De Gezondheidsraad benoemt dat er aanwijzingen zijn dat kinderen en adolescenten ook langdurige klachten kunnen ontwikkelen na een COVID-19-infectie («Long COVID»), net als volwassenen. Deze langdurige klachten na infectie zijn minder ernstig dan MIS-C, maar treffen mogelijk een grotere groep jongeren.

3) Het indirect voorkomen van negatieve effecten op de (mentale) gezondheid en algemeen welbevinden van jongeren. De Gezondheidsraad geeft aan dat jongeren gedurende de pandemie beperkingen ervaren hebben in de toegang tot medische zorg, (fysiek) onderwijs, sportactiviteiten en sociale contacten. Er zijn aanwijzingen dat de mentale gezondheid van jongeren tijdens de pandemie is verslechterd, onder andere door noodzakelijke maatregelen die zijn genomen om verspreiding van het virus te beperken, zoals het sluiten van scholen. Op basis van modelleringsonderzoek van het RIVM concludeert de Gezondheidsraad dat niet kan worden uitgesloten dat bij een sterke toename van de infectiedruk in de winter, opnieuw beperkende preventieve maatregelen nodig zijn. Er wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat het reproductiegetal (gemiddeld aantal mensen dat besmet wordt door een persoon die een infectie heeft) in de winter boven de 1 uitkomt. In dit ongunstige scenario kunnen scholen een reservoir vormen voor SARS-CoV-2-infecties, waarvoor sluiting van scholen als maatregel opnieuw overwogen zou kunnen worden. De Gezondheidsraad geeft aan dat vaccinatie van jongeren de kans verkleint dat zij (individueel of per schoolklas) in quarantaine moeten in de winter.

Veiligheid en mogelijke bijwerkingen

De Gezondheidsraad geeft aan dat ook jongeren na vaccinatie tijdelijk last kunnen hebben van klachten zoals vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn of koorts. Deze klachten zijn ook bij jongeren kortdurend. Daarnaast besteedt de raad, net als in het advies van 9 juni jl., aandacht aan de meldingen van myocarditis en pericarditis die momenteel door het EMA worden onderzocht. In Europa gaat het om 122 meldingen van myocarditis en 126 meldingen van pericarditis op in totaal 160 miljoen toegediende doses van het BioNTech/Pfizer-vaccin. De Gezondheidsraad benoemt dat de meldingen vooral voorkwamen bij mannen jonger dan 30 jaar en dat deze in de meeste gevallen (circa 95%) mild verliepen. De Gezondheidsraad schrijft ook dat myocarditis en pericarditis verschillende oorzaken kunnen hebben en dat de klachten in algemene zin bij 1 tot 10 op de 100.000 mensen per jaar worden gerapporteerd. Dergelijke hartproblemen worden ook regelmatig gezien na infectie met het coronavirus. Voor de Gezondheidsraad is een belangrijke factor dat myocarditis en pericarditis bekende ziektebeelden zijn, die goed behandeld kunnen worden en in de meeste gevallen geen restverschijnselen geven. Ook het Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention heeft aangegeven dat de voordelen van vaccinatie opwegen tegen de nadelen en adviseert de vaccinatie met het BioNTech/Pfizer-vaccin ook bij jongeren voort te zetten. De berichtgeving van de FDA en CDC en de bevindingen uit Europa, Nederland, Israël en de VS zijn meegewogen in de afweging die de Gezondheidsraad heeft gemaakt.

Effect op de samenleving

Vaccinatie voorkomt tot op zekere hoogte ook transmissie. De Gezondheidsraad geeft in het advies aan dat ook het vaccineren van 12 tot en met 17 jarigen een effect heeft op de verspreiding van het virus en nieuwe varianten. Uit modelleringsonderzoek van het RIVM komt naar voren dat het vaccineren van jongeren vanaf 12 jaar bij een vaccinatiegraad van 65–85% kan zorgen voor een afname in het reproductiegetal van 20–35%. Daarmee wordt ook een afname verwacht van het aantal infecties, ziekenhuisopnames, IC-opnames en sterfte bij volwassenen. Dit levert volgens de Gezondheidsraad gezondheidswinst op voor de samenleving als geheel. De Gezondheidsraad schrijft ook dat het goed mogelijk is dat het reproductiegetal in het najaar hoger uitvalt, in het geval verschillende virusvarianten circuleren en vaccinatie geen levenslange bescherming biedt.

Vaccineren van jongeren in andere landen

De Gezondheidsraad geeft ook aan dat verschillende andere landen inmiddels zijn overgegaan op het vaccineren van jongeren vanaf 12 jaar. In Europa zijn Duitsland, Frankrijk, Spanje en Roemenië van plan om alle jongeren vanaf 12 jaar vaccinatie aan te bieden. Buiten Europa adviseren o.a. de Verenigde Staten en Canada vaccinatie van jongeren vanaf 12 jaar.

Conclusie

Op basis van bovenstaande afwegingen komt de Gezondheidsraad tot de conclusie dat het beschikbaar stellen van het Pfizer/BioNTech-vaccin aan jongeren in de leeftijd 12 tot en met 17 jaar zinvol en verantwoord is en zowel de directe als indirecte belangen van het kind dient.

Reactie op het advies

Ik dank de Gezondheidsraad voor het brede en zorgvuldige advies dat zij hebben opgesteld, en ik neem dit advies over. Dat betekent dat alle jongeren vanaf 12 jaar de gelegenheid krijgen om zich te laten vaccineren tegen het coronavirus, als zij dat willen.

Gezondheidsbelangen voor jongeren

Uit het advies van de Gezondheidsraad komt duidelijk naar voren dat het aanbieden van de COVID-19-vaccinatie aan jongeren vanaf 12 jaar leidt tot gezondheidswinst. Dat is allereerst in het belang van de jongeren zelf. Zoals de Gezondheidsraad in het advies aangeeft, kunnen jongeren (langdurig) klachten ondervinden als gevolg van COVID-19. Daarom vind ik het belangrijk om de mogelijkheid van bescherming tegen het virus beschikbaar te maken voor deze groep. Daarnaast heeft de pandemie het afgelopen jaar veel gevraagd van jongeren. Zo hebben scholen de deuren moeten sluiten om verspreiding van het virus tegen te gaan en dat heeft veel impact gehad op het dagelijks leven en welbevinden van veel jongeren. De sociale gevolgen van thuis blijven, vrienden enkel op afstand zien en weg blijven van school spelen een belangrijke rol bij mijn besluit. De Gezondheidsraad geeft aan dat vaccinatie van jongeren kan leiden tot minder viruscirculatie binnen deze groep en dat zorgt er mogelijk voor dat minder beperkende maatregelen nodig zijn die een negatieve invloed hebben op jongeren.

Daarmee biedt vaccinatie niet alleen directe bescherming tegen COVID-19, maar is het voor jongeren ook de sleutel naar meer vrijheid: weer zorgeloos naar school kunnen, met vrienden of vriendinnen afspreken, of een bijbaantje oppakken. Ook de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) onderstreept dat het belangrijk is alle jongeren de gelegenheid te bieden zich te laten vaccineren. De NVK vindt dat de voordelen van vaccinatie opwegen tegen de kleine kans op bijwerkingen.

Zorgvuldige beoordeling van veiligheid en mogelijke bijwerkingen

Ik begrijp heel goed dat ouders en jongeren vragen hebben over de COVID-19-vaccinatie, en met name als het gaat om de veiligheid van het vaccin en de mogelijke bijwerkingen. Ik vind het belangrijk om hier nogmaals te benadrukken dat alle vaccins zorgvuldig worden beoordeeld op werkzaamheid, kwaliteit én veiligheid. Het EMA en het CBG stellen hoge eisen aan vaccins en hanteren zeer strenge criteria, die hetzelfde zijn als bij de toelating van andere vaccins. Ook na toelating moeten vaccinproducenten maandelijks een extra veiligheidsrapportage inleveren bij het EMA.

Inmiddels is bij volwassenen op zeer grote schaal ervaring met het gebruik van het BioNTech/Pfizer-vaccin. Het geneesmiddelenbeoordelingscomité van het EMA heeft daarnaast ook goed gekeken naar de onderzoeken die zijn gedaan bij jongeren. Het vaccin is op 2.260 jongeren tussen de 12 en 16 jaar getest. Het CBG geeft aan dat de immuunrespons bij deze groep vergelijkbaar is met die van mensen tussen de 16 en 25 jaar die de prik kregen. Daarom kan van onderzoeken in beide groepen gebruik worden gemaakt om de betrouwbaarheid bij jongeren te beoordelen. Op basis van deze beschikbare studies en de ervaringen in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, waar al miljoenen jongeren vanaf 12 jaar zijn gevaccineerd, geeft het EMA aan dat de voordelen van het vaccin opwegen tegen de mogelijke bijwerkingen bij de leeftijdsgroep 12 tot 15 jaar. Ik hecht veel waarde aan deze zorgvuldige beoordeling en ben daarmee van mening dat het beschikbaar stellen van vaccins aan de groep jongeren vanaf 12 jaar voldoende veilig en verantwoord is.

Epidemiologische effecten van vaccinatie bij jongeren

De Gezondheidsraad schrijft daarnaast dat het vaccineren van jongeren een belangrijke bijdrage levert aan het beschermen van de samenleving als geheel. Uit de modelleringsstudies van het RIVM, die voor dit advies zijn gebruikt, blijkt dat vaccinatie van jongeren vanaf 12 jaar zorgt voor minder verspreiding van het virus en daarmee voor minder ziekenhuisopnames onder volwassenen. De kans dat het reproductiegetal deze winter boven de 1 uitkomt wordt door het beschikbaar stellen van vaccins aan jongeren aanzienlijk kleiner. De afname in het reproductiegetal van 20–35%, die uit de berekeningen van het RIVM naar voren komt, is aanzienlijk. Het beschikbaar stellen van de COVID-19-vaccinatie aan jongeren is daarmee een onvermijdelijke keus om de kans op een opleving van SARS-CoV-2 in het najaar te verkleinen. Ook het OMT besteedde in het advies naar aanleiding van het 116e en 117e OMT (Kamerstuk 25 295, nr. 1297) aandacht aan het effect dat het vaccineren van jongeren heeft op verspreiding van het coronavirus.

Ik vind het heel belangrijk dat we verspreiding van het virus in de komende maanden zo veel mogelijk weten terug te dringen, zeker met het oog op het najaar en de oprukkende deltavariant. Uit de studies die de Gezondheidsraad voor dit advies heeft gebruikt blijkt heel duidelijk dat het vaccineren van jongeren een belangrijke rol kan spelen bij het zo veel mogelijk voorkomen van een nieuwe piek in het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk om op te merken dat ik, naast het beschikbaar stellen van COVID-19 vaccins aan jongeren die gevaccineerd willen worden, volop blijf inzetten op een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad in álle groepen. In mijn brief van 18 juni jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 1297) heb ik uiteengezet op welke manieren we hier samen met alle betrokken partijen aan werken, bijvoorbeeld door laagdrempelig en zonder afspraak te vaccineren, door het inrichten van pop-up vaccinatielocaties en door maatwerk te bieden voor specifieke doelgroepen.

Uitvoering COVID-19-vaccinatie voor jongeren

De groep 12 tot en met 17-jarigen bestaat uit circa 1,1 miljoen jongeren. Op basis van de huidige leveringsschema’s, en uitgaande van een vaccinatiebereidheid van 85% onder alle doelgroepen, verwacht ik dat vanaf week 27 (de week van 5 juli) vaccins beschikbaar komen voor deze groep. Dat betekent dat we in de komende dagen kunnen starten met het uitnodigen van de verschillende leeftijdsgroepen.

Net als bij de vaccinatie voor 18-plussers, zullen ook jongeren op basis van leeftijdscohorten een uitnodiging ontvangen. Vanaf vrijdag 2 juli kunnen de eerste jongeren op basis van hun leeftijdscohort een afspraak maken. Alle jongeren van 12 tot en met 17 jaar kunnen vanaf 6 juli een uitnodigingsbrief op de deurmat verwachten. Ik verwacht daarmee dat alle jongeren die gevaccineerd willen worden nog vóór het begin van het nieuwe schooljaar hun eerste vaccinatie kunnen ontvangen.

In mijn brief van 9 juni jl. heb ik u geïnformeerd over het vaccineren van de groep jongeren vanaf 12 jaar met een medische indicatie. Inmiddels hebben de huisartsen vorige week de eerste jongeren die ook in aanmerking komen voor de jaarlijkse griepprik en de eerste jongeren met het syndroom van Down uitgenodigd voor een vaccinatie. Ik heb in mijn brieven van 9 juni jl. en 18 juni jl. toegelicht dat het selecteren van de jongeren met obesitas en jongeren waarbij ringvaccinatie aan de orde is, ingewikkelder is. Met de mogelijkheid om alle jongeren van 12 tot en met 17 jaar op korte termijn al uit te kunnen nodigen, kunnen ook deze jongeren direct wanneer hun leeftijdscohort aan de beurt is een afspraak maken. Aangezien deze groep al langer in afwachting is van een vaccin, verwacht ik dat zij snel een afspraak zullen maken. Dat biedt hen de kans om voor het nieuwe schooljaar begint de eerste vaccinatie te kunnen ontvangen.

Jongeren beslissen zelf over vaccinatie

Vaccinatie tegen COVID-19 is, zoals ik eerder heb aangegeven, voor iedereen vrijwillig en dus ook voor jongeren. Voor jongeren van 12 tot en met 15 jaar geldt dat zij samen met hun ouders/verzorgers beslissen over vaccinatie. Bij verschil van mening tussen kind en ouders/verzorgers is de mening van het kind doorslaggevend. Dat betekent dat jongeren vanaf 12 jaar zich ook zonder toestemming van de ouder of voogd mogen laten vaccineren, als dit de weloverwogen wens van het kind is. Dit is vastgelegd in Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Vanaf 16 jaar mogen jongeren zelf beslissen over vaccinatie. Het kabinet vindt het erg belangrijk dat ouders en jongeren zelf een afweging kunnen maken en wil hen daarbij handvatten en informatie bieden. Op de website van de rijksoverheid is daarom een aparte informatiepagina ingericht voor jongeren en hun ouders over de COVID-19-vaccinatie.

Transparante, toegankelijke en begrijpelijke informatie

Ik vind het van groot belang dat jongeren samen met hun ouders of verzorgers een zorgvuldige afweging kunnen maken. Hiervoor is, zoals de Gezondheidsraad ook benadrukt, toegankelijke en begrijpelijke informatie over de voor- en nadelen van vaccinatie essentieel. Informatie moet ook zijn afgestemd op de doelgroep. Op www.coronavaccinatie.nl/jongeren is speciale informatie voor jongeren en hun ouders te vinden. Ook is aan de uitnodigingsbrief een infographic toegevoegd, waarin wordt uitgelegd hoe de COVID-19-vaccinatie werkt.

Voor het verstrekken van begrijpelijke en toegankelijke informatie voor de jongere doelgroep, wordt gebruik gemaakt van verschillende mediakanalen (waaronder sociale media) en diverse materialen (zoals korte video’s en infographics). We besteden daarbij aandacht aan de thema’s die spelen bij jongeren en hun ouders. Dit betreft vragen zoals: Is het vaccin wel geschikt voor minderjarigen? Wat zijn de bijwerkingen van vaccineren? Is het vaccin onderzocht op kinderen? Inmiddels zijn diverse korte (animatie) video’s gemaakt waarin deze en andere vragen van jongeren worden beantwoord over COVID-19-vaccinatie. Ook werken we aan voorlichtingsmaterialen waarin jongeren zelf vertellen hoe zij denken over vaccinatie. In aanvulling daarop beantwoorden we vragen van jongeren direct via kanalen als VICE en FunX. Om de beschikbare informatie nog beter te kunnen afstemmen op de doelgroep en de vragen die zij hebben, wordt ook aanvullend onderzoek gedaan door de Corona Gedragsunit van het RIVM. Daarnaast wordt kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder ouders en vindt overleg plaats met het Nederlands Jeugdinstituut, jongerenwerkers en jongerenambassadeurs over eventueel aanvullende mogelijkheden in de voorlichtingscampagnes. Tot slot is in samenwerking met het Nederlands Instituut voor de Biologie (NIBI) een themales over vaccineren tegen het coronavirus in ontwikkeling. Deze themales komt in augustus beschikbaar.

Internationale solidariteit

De Gezondheidsraad gaat daarnaast terecht in op de vraag of het opportuun is om jongeren onder de 18 jaar te vaccineren, zolang kwetsbare mensen in sommige andere landen nog geen toegang tot vaccins hebben. Het kabinet hecht veel waarde aan internationale solidariteit, juist hierom is de mogelijkheid vaccins te doneren aan kwetsbare landen al sinds de opzet van de vaccinatiestrategie onderdeel van de Nederlandse inzet. Nu we in de afrondende fase van deze vaccinatieoperatie komen, en met de keuze voor vaccinatie bij kinderen vanaf 12 jaar duidelijkheid hebben over wat we nog nodig hebben op korte termijn, wordt ook duidelijk hoeveel vaccins gedoneerd kunnen worden. Volgens de motie van de leden Bikker (CU) en Hammelburg (D66)5 uit het debat van 24 juni jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 93, Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus) vraag ik het RIVM om een planning hiervoor en zal deze uw Kamer doen toekomen. In de volgende stand van zakenbrief ga ik hier verder op in.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge


  1. Kamerstuk 25 295, nr. 1285.↩︎

  2. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  3. Zie ook: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2021/04/09/vaccinatie-van-kinderen↩︎

  4. Zie ook: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2021/06/09/vaccinatie-van-kinderen-met-een-medisch-risico-en-ringvaccinatie↩︎

  5. Kamerstuk 25 295, nr. 1315.↩︎