[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van de leden Van der Woude en Peters over het bericht ‘AIVD: hoger onderwijs is zich totaal niet bewust van digitale dreiging’

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2021D26778, datum: 2021-07-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-3387).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z10670:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3387

Vragen van de leden Van der Woude (VVD) en Peters (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «AIVD: hoger onderwijs is zich totaal niet bewust van digitale dreiging» (ingezonden 14 juni 2021).

Mededeling van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 1 juli 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel in ScienceGuide «AIVD: hoger onderwijs is zich totaal niet bewust van digitale dreiging»1 over uitspraken van de heer Akerboom tijdens de technische briefing van de AIVD aan de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken ten aanzien van het gebrek aan bestuurlijke aandacht voor digitale veiligheid bij hogescholen en universiteiten?

Vraag 2

Hoe kijkt u aan tegen de uitspraak van de heer Akerboom dat kennisinstellingen in het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs niet zijn doordrongen van de dreiging van cyberaanvallen van statelijke actoren? Bent u het eens met de heer Akerboom dat het bewustzijn hierover bij universiteiten en hogescholen nog te laag is? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Hoe verhouden de uitspraken van de heer Akerboom zich met uw uitspraken in de kamerbrief2 van 19 mei 2021 waarin u stelt dat «cyberveiligheid bij de hoger onderwijs- en onderzoekinstellingen hoog op de agenda staat»? Baseert u deze veronderstelling enkel op gesprekken met kennis- en onderzoeksinstellingen of heeft u hier zelf ook actief onderzoek naar gedaan? Hoe verklaart u de uitspraak van de heer Akerboom dat er bij hogescholen en universiteiten onvoldoende bestuurlijke aandacht is voor digitale veiligheid?

Vraag 4

In hoeverre hebben kennisinstellingen oog voor ogenschijnlijk «onschuldige» incidenten, zoals de cyberaanvallen bij de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam van afgelopen februari, die mogelijkerwijs grotere gevolgen kunnen hebben? Zoals een opmaat tot cyberaanvallen met meer impact?

Vraag 5

Erkent u, naast de dreiging van ransomware aanvallen, de dreiging vanuit statelijke actoren als het gaat om spionage, met name gericht op het verkrijgen van hightech kennis en informatie, en sabotage? Zo ja, welke gerichte stappen gaat u nemen naar aanleiding van dit signaal van de AIVD om de bestuurlijke aandacht voor digitale veiligheid te vergroten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u het ermee eens dat de activiteiten van statelijke actoren een hogere prioriteit moeten krijgen als het gaat om de (digitale) beveiliging van onze kennisinstellingen? Zo ja, hoe gaat u dit concreet oppakken in samenwerking met universiteiten, hogescholen en de AIVD? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Op 14 juni 2021 hebben de leden Van der Woude (VVD) en Peters (CDA) schriftelijke vragen gesteld over het bericht «AIVD: hoger onderwijs is zich totaal niet bewust van digitale dreiging».

Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat de afstemming met de betrokken partijen vertraging oploopt. Ik zal de vragen in augustus beantwoorden.


  1. ScienceGuide, 9 juni 2021, AIVD: hoger onderwijs is zich totaal niet bewust van digitale dreiging, www.scienceguide.nl/2021/06/aivd-hoger-onderwijs-is-zich-totaal-niet-bewust-van-digitale-dreiging/↩︎

  2. Kamerstuk 31 288, nr. 910↩︎