Uitstel toezending reactie op de Initiatiefnota van het lid Van den Berg over ‘Naar minder ziekte en betere zorg: Ontzorg de zorg voor behoud van solidariteit’
Initiatiefnota van het lid Van den Berg over "Naar minder ziekte en betere zorg: Ontzorg de zorg voor behoud van solidariteit"
Brief regering
Nummer: 2021D27185, datum: 2021-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35738-3).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Ark, minister voor Medische Zorg (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35738 -3 Initiatiefnota van het lid Van den Berg over "Naar minder ziekte en betere zorg: Ontzorg de zorg voor behoud van solidariteit".
Onderdeel van zaak 2021Z12638:
- Indiener: T. van Ark, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-07-07 17:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-08 10:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-09-09 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 738 Initiatiefnota van het lid Van den Berg over «Naar minder ziekte en betere zorg: Ontzorg de zorg voor behoud van solidariteit»
Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2021
In uw brief van 19 april jl. verzoekt u het kabinet om te reageren op de initiatiefnota van het lid Van den Berg over «Naar minder ziekte en betere zorg: Ontzorg de zorg voor behoud van solidariteit» (Kamerstuk 35 738, nr. 2).
Ik deel u mee dat het mij niet lukt deze reactie u binnen de gebruikelijke deadline toe te sturen. Dit omdat de verschillende aspecten in initiatiefnota om nadere afstemming vragen. Ik streef ernaar om uw commisiebrief zo snel mogelijk na het zomerreces te beantwoorden.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark