[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie inzake rapport 'Nationaal Actieplan Huidkanker' van IKNL, namens Stuurgroep Huidkankerzorg Nederland

Preventief gezondheidsbeleid

Brief regering

Nummer: 2021D28026, datum: 2021-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32793-559).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32793 -559 Preventief gezondheidsbeleid.

Onderdeel van zaak 2021Z13056:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 559 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2021

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij op 20 april jl. gevraagd een reactie te geven op de maatregelen die in het «Nationaal Actieplan Huidkanker» staan en om in mijn reactie de motie van het lid Diertens c.s. (Kamerstuk 32 793, nr. 531) te betrekken.

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het «Nationaal Actieplan Huidkanker» van de stuurgroep huidkankerzorg Nederland. De stuurgroep constateert dat huidkanker de meest voorkomende soort van kanker in Nederland is en dat hier jaarlijks 900 mensen aan overlijden. Ter preventie van huidkanker stelt de stuurgroep in het actieplan een aantal maatregelen voor, waar ik in deze brief op reageer.

Preventie

De stuurgroep roept op om in de preventie van huidkanker te focussen op specifieke doelgroepen (kinderen, buitensporters, buitenwerkers en zonnebankgebruikers) en aan de hand van literatuuronderzoek effectieve interventies voor deze doelgroepen in kaart te brengen. Ter preventie van huidkanker bestaat sinds 2019 het Zonkrachtactieplan (ZAP). Het ZAP is een initiatief van het Ministerie van VWS om, onder begeleiding van het RIVM, in Nederland op een eenduidige geharmoniseerde manier te werken aan preventie van huidkanker en staar. Sinds 2019 is een brede groep non-profit partijen samengebracht en wordt er met succes samengewerkt aan twee pijlers: de communicatiestrategie en de kennisagenda. Gezien de relevantie van dit thema heb ik besloten de opdracht aan het ZAP te verlengen, zodat de partijen de komende jaren aan deze problematiek kunnen blijven werken en zij zich kunnen buigen over de specifieke doelgroepen, de bijbehorende interventies en de evaluatie daarvan.

Voor het UV-beleid raadpleegt VWS het ZAP, zo ook ten aanzien van het ontmoedigen van het gebruik van zonnebanken. Hiervoor zie ik op dit moment geen urgentie. Het ZAP heeft hierover nog geen standpunt ingenomen, omdat er nog geen wetenschappelijke overeenstemming is over de (extra) risico’s van zonnebankgebruik.

Motie Diertens

De stuurgroep stelt tevens voor campagnes te organiseren om mensen bewust te maken van de risico’s van hun zongedrag en om te zoeken naar methodes voor vroege opsporing van huidkanker. Op 1 februari jl. heeft het lid Diertens (Kamerstuk 32 793, nr. 531) een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht om samen met de Stuurgroep Huidkankerzorg Nederland een voorstel te doen voor een effectieve voorlichtingscampagne en om de Gezondheidsraad om advies te vragen op welke wijze screening (kosten)effectief kan plaatsvinden. Hierover vindt inmiddels overleg plaats tussen de stuurgroep, het RIVM en VWS. In reactie op het verzoek om een adviesaanvraag aan de Gezondheidsraad over huidkankerscreening, zend ik u bijgaand een kopie van mijn brief aan de Gezondheidsraad1. Gelet op de werkagenda van de Commissie Bevolkingsonderzoek van de Gezondheidsraad, moet ik wel aangeven dat pas later in 2021 gestart kan worden met de behandeling van deze adviesaanvraag.

Om te komen tot een effectieve voorlichtingscampagne wordt allereerst het RIVM gevraagd om met een literatuuronderzoek te achterhalen hoe een effectieve campagne vormgegeven kan worden. Met de resultaten van dit onderzoek zal naar verwachting in het voorjaar 2022 een voorlichtingscampagne over UV uitgerold worden.

Leefomgeving

Een andere suggestie van de stuurgroep betreft het creëren van meer schaduwplekken bij recreatieplekken zoals parken, speeltuinen, pleinen en sportvelden. Ik ben het eens met de suggestie dat de leefomgeving ingezet kan worden om gezond (zon)gedrag te bevorderen. Op 16 april jl. stuurde ik samen met de Ministers Van Ark en Schouten een brief naar uw Kamer over het Programma Gezonde Groene Leefomgeving (Kamerstuk 32 793, nr. 549) waarin ik hierop in ga.

Tevens stelt de stuurgroep organisatorische maatregelen voor zoals het plannen van sportwedstrijden buiten de tijden dat de zonkracht het sterkst is en het gratis beschikbaar stellen van zonnebrandmiddel. Hierin zie ik geen rol voor de overheid. Acties op dit vlak laat ik aan de veldpartijen. Het erkennen van huidkanker als beroepsziekte daarentegen is een suggestie waarover ik in gesprek zal gaan met SZW.

Passende zorg

De stuurgroep doet ook een aantal aanbevelingen met betrekking tot passende zorg. Hieronder ga ik in op een aantal specifieke punten. Daarnaast wil ik u ook verwijzen naar de brief «Doorontwikkeling gepast gebruik» die Minister van Ark recent naar uw Kamer heeft verstuurd (Kamerstuk 29 248, nr. 326). Het is belangrijk dat huidkankerzorg passend is voor de patiënt, net zoals dat geldt voor andere onderdelen van de curatieve zorg. Dat vraagt om (wetenschappelijke) kennis over de juiste zorg die toegepast wordt in samenspraak met de patiënt. Dat betekent enerzijds dat zorg die verleend wordt bewezen effectief moet zijn en anderzijds dat deze moet passen bij de specifieke wensen van de patiënt. In programma’s zoals Zorgevaluatie en Gepast Gebruik, Uitkomstgerichte Zorg en ZonMw DoelmatigheidsOnderzoek worden vragen over de meerwaarde van verschillende interventies onderzocht en wordt gewerkt aan de implementatie van deze kennis. Zoals mijn collega in haar brief heeft aangegeven is het daarbij belangrijk dat het systeem (o.a. van bekostiging, onderzoek, kwaliteitsstandaarden en toezicht) erop ingericht is dat deze implementatie van de grond komt. Dit is een belangrijk vraagstuk voor de komende periode.

Dermatologische expertise

Wat betreft de suggestie van de stuurgroep om de dermatologische expertise uit te breiden, is het relevant kennis te nemen van het proces waarmee het aantal opleidingsplaatsen voor dermatologie wordt bepaald. Het jaarlijks beschikbare aantal opleidingsplaatsen voor dermatologie is, zoals voor alle medische specialismen, gebaseerd op het advies van het Capaciteitsorgaan (CO). In het CO zijn instellingen, verzekeraars en beroepsgroepen vertegenwoordigd; het advies van het CO is daarmee een advies van het veld zelf. Het CO brengt ongeveer eens in de drie jaar een nieuw advies uit over de benodigde instroom, waarbij rekening wordt gehouden met de nieuwste inzichten en ontwikkelingen. Eind 2022 is een nieuw advies van het CO voorzien. Overigens ligt het aantal van 25 nieuwe opleidingsplaatsen voor dermatologen in 2021 zo’n 20% hoger dan in de voorgaande drie jaren.

Bevoegdheden zorgprofessionals

Verder relevant is dat sinds 1 september 2018 Physician Assistants (PA’s) en Verpleegkundig Specialisten (VS’en) reeds, in het kader van taakherschikking, zelfstandige bevoegdheid hebben om een aantal voorbehouden handelingen binnen hun deskundigheidsgebied te verrichten. Het werk dat sindsdien verricht wordt door de PA’s en VS’en heeft onder andere voor kortere wachttijden gezorgd, meer tijd voor de patiënt en een meer doelmatige zorg. Het Ministerie van VWS ziet taakherschikking daarom als een goed instrument dat gebruikt kan worden om in te spelen op de veranderende en stijgende zorgvraag en om «de juiste persoon op de juiste plek» te organiseren. Taakherschikking alleen kan echter niet de oplossing zijn; er is ook elk jaar een maximaal aantal PA’s en VS’en dat opgeleid wordt, en daarom is ook dit een beperkt middel.

eHealth

De suggestie om gebruik te maken van de mogelijkheden van eHealth is er één waar ik me goed in kan vinden. Er zijn al veel initiatieven op dit gebied. Zorgverzekeraars hebben met de inkoop van zorg een krachtig instrument in handen om opschaling van slimme digitale zorg te versnellen. Het beste gaat dit in nauwe samenwerking met de zorgaanbieders (partnerschappen) en met innovatieve vormen van zorg die zich al bewezen hebben. We maken afspraken over hoe zij de inzet van digitale zorg onderdeel kunnen maken van alle contracten met zorgaanbieders en hoe ze, eventueel met inzet van transformatiegelden, de zorgaanbieders ondersteunen bij de benodigde transformatie om deze innovatieve vormen integraal onderdeel te maken van zorgpaden en processen binnen en tussen zorgaanbieders. Er zijn tal van voorbeelden van, vaak meerjarige, contracten die inzet van slimme digitale zorg stimuleren. Zo heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) een Taskforce digitale zorg ingesteld, waarin zorgverzekeraars samen afspraken gaan maken over digitale zorg. Daarbij maakt National eHealth Living Lab (NeLL) een toetsingskader voor gezondheidsapps.

Het is belangrijk dat patiënten regie over hun eigen gezondheidsgegevens kunnen hebben, en gemakkelijk kunnen communiceren met hun zorgverleners. Persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) kunnen hierin ondersteunen. Een PGO is een digitaal hulpmiddel, bijvoorbeeld een website of app, waarmee je toegang hebt tot je eigen gezondheidsgegevens en deze kunt verzamelen, beheren en delen. Naast inzicht in gezondheidsgegevens zitten er in een PGO ook allerlei aanvullende gebruiksmogelijkheden die ondersteunen in je gezondheid en zorg. Sommige PGO’s bieden de mogelijkheid om te koppelen met andere apps en toepassingen of de mogelijkheid om via aparte modules te communiceren met een zorgverlener. Er zijn al verschillende PGO’s op het gebied van dermatologie.

Ten slotte doet de stuurgroep de suggestie voor het opzetten van uitgebreide monitoring van huidkanker(zorg) en de determinanten hiervan. Dit is een intensief en kostbaar proces waar het volgende kabinet over zal moeten beslissen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎