[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van het lid Vestering over de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland dat voor het gebruik van landbouwgif, ontwatering en beregening rond Natura 2000-gebieden een natuurvergunning nodig is

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2021D28419, datum: 2021-07-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-3507).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z12527:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3507

Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland dat voor het gebruik van landbouwgif, ontwatering en beregening rond Natura 2000-gebieden een natuurvergunning nodig is (ingezonden 2 juli 2021).

Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 8 juli 2021).

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat de rechtbank Noord-Nederland heeft geoordeeld dat agrarische bedrijven die landbouwgif gebruiken, ontwateren of beregenen met oppervlakte- of grondwater rond Natura 2000-gebieden gezien moeten worden als project, waarvoor een passende beoordeling gemaakt moet worden om het effect op beschermde natuurgebieden te kunnen beoordelen?

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat dit erop neerkomt dat dergelijke agrarische bedrijven, indien een verslechterend effect op een natuurgebied niet uitgesloten kan worden, dus een vergunning op basis van de Wet natuurbescherming nodig hebben?1

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat deze vergunningplicht voortvloeit uit de verplichtingen uit de Habitatrichtlijn, die stelt dat Natura 2000-gebieden kwalitatief niet achteruit mogen gaan?

Vraag 4

Erkent en omarmt u deze uitspraak van de rechter, mede gezien de huidige natuurcrisis, en gaat u een vergunningplicht invoeren voor alle situaties waarin een project significante gevolgen kan hebben op Natura 2000-gebieden? Zo ja, gaat u dit opnemen in de Wet natuurbescherming? Zo nee, waarom niet en handelt u hiermee in strijd met de jurisprudentie?

Vraag 5

Kunt u, als verantwoordelijke Minister voor de correcte implementatie en uitvoering van de Habitatrichtlijn, de provincies erop wijzen dat ook agrarische bedrijven die landbouwgif gebruiken, ontwateren of beregenen onder het begrip project vallen en dus vergunningplichtig kunnen zijn?

Vraag 6

Kunt u de provincies erop wijzen dat vele van dergelijke agrarische activiteiten momenteel worden uitgevoerd zonder de benodigde natuurvergunning, en dat eventuele handhavingsverzoeken zorgvuldig moeten worden bekeken in het licht van een correcte uitvoering van de Wet natuurbescherming?

Vraag 7

Kunt u bevestigen dat wanneer landbouwgif door middel van drift en verdamping veel verder reikt dan de grenzen van landbouwpercelen, zoals u ook heeft erkend in antwoorden op eerdere Kamervragen, dit niet alleen een risico vormt voor beschermde natuurgebieden, maar ook voor de algemene gezondheid van mensen? Zo ja, op welke manier gaat u dat gezondheidsrisico afdekken? Zo nee, waarom niet?2

Vraag 8

Kunt u deze vragen één voor één en binnen de gestelde termijn beantwoorden?

Mededeling

De vragen van het lid Vestering (PvdD) van 2 juli 2021, over de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland dat voor het gebruik van landbouwgif, ontwatering en beregening rond Natura 2000-gebieden een natuurvergunning nodig is (kenmerk 2021Z12527), kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De vragen zullen zo spoedig mogelijk worden beantwoord.


  1. Uitspraak rechtbank Noord-Nederland, 18 juni 2021, zaaknummer LEE 19/1028 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2021:2483)↩︎

  2. Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 427↩︎