Het nieuws dat het openbaar vervoer in Utrecht volgend jaar op peil blijft
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D28673, datum: 2021-07-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z13466).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z13466:
- Gericht aan: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z13466
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat het openbaar vervoer in Utrecht volgend jaar op peil blijft (ingezonden 9 juli 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving over het voornemen van de provincie Utrecht om het bestaande aanbod van openbaar vervoer zoveel mogelijk voort te zetten?1
Vraag 2
Kunt u de Kamer, in aanvulling op uw brief over de verlenging van de beschikbaarheidsvergoeding, informeren over de voortgang van uw inventarisatie bij provincies over de herstart van het openbaar vervoer?2
Vraag 3
Wat is de huidige status en waarde van de op crisissituaties gebaseerde transitieplannen, nu is besloten om de beschikbaarheidsvergoeding voort te zetten?
Vraag 4
Is u bekend in hoeverre regionale vervoersbedrijven ondanks het voortzetten van de beschikbaarheidsvergoeding toch kiezen voor het afschalen van (minder rendabele) trajecten en dienstlijnen onder het mom van «optimalisatie»? Zo nee, bent u bereid om dit alsnog in kaart te brengen?
Vraag 5
Hoe vaak is het voorgekomen dat provincies het afgelopen jaar zijn overgegaan tot het sluiten van noodconcessies en vallen verslechteringen uit deze concessies terug te draaien nu de voortzetting van de beschikbaarheidsvergoeding definitief is?
Vraag 6
Zijn u vervoersbedrijven bekend die niet kiezen voor het herstarten met lijndiensten die grotendeels zijn bestemd voor vervoer van scholieren en studenten?
Vraag 7
Zijn u vervoersbedrijven bekend die niet kiezen voor het herstarten met door vrijwilligers bemande (buurt)bussen die tijdens de coronacrisis stil hebben gestaan vanwege gezondheidsrisico’s?
Vraag 8
Is u bekend of – en zo ja hoeveel – vervoersbedrijven in acute financiële nood verkeren? Zijn hierbij bedrijven die dreigen om te vallen?
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe het gebruik van het openbaar vervoer zich over de laatste weken heeft ontwikkeld? Wat zijn de meest recente prognoses voor de ontwikkeling van de reizigersaantallen?
Vraag 10
Hoe wordt, bij het beoordelen van geschrapte lijnen, onderscheid gemaakt tussen «optimalisatie» of afschaling vanwege de coronacrisis?
Vraag 11
Deelt u de vrees dat op basis van onder crisisomstandigheden opgestelde transitieplannen wordt gekozen voor onnodig afgeschaalde dienstverlening? Zo ja, wat valt hiertegen te beginnen?