Oprichting van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij in Noord-Holland
Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid
Brief regering
Nummer: 2021D28889, datum: 2021-07-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29697-104).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29697 -104 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid.
Onderdeel van zaak 2021Z13566:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-09-08 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-14 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-09-29 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal | 1/2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
29 697 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid
F/ Nr. 104 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitters van de Eerste en van Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2021
Met deze brief wil ik uw Kamer inlichten over de voorgenomen oprichting van een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) in Noord-Holland, te weten de beleidsdeelneming ROM in West B.V. (en de daarbij behorende kapitaalstorting).
In de Kamerbrief «Noodpakket banen en economie» van 28 augustus 20201 heeft het kabinet aangegeven extra te willen investeren in de economie. In de genoemde brief stelde het kabinet € 150 miljoen beschikbaar voor de versterking van het fondsvermogen van de ROM's. Met het versterken van het fondsvermogen van de ROM's worden de ROM's in staat gesteld nieuwe financieringsrondes te doen om het eigen vermogen en daarmee de solvabiliteitspositie van veelal innovatieve mkb-ondernemingen in hun portefeuilles te versterken. Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat de regio's cofinanciering verschaffen.
Naar aanleiding van deze kabinetsreactie heb ik de andere aandeelhouders van de ROM's geïnformeerd over eerdergenoemd kabinetsvoornemen en hen uitgenodigd om met elkaar te bezien hoe we het traject om te komen tot cofinanciering vanuit de andere aandeelhouders van de ROM’s vorm willen geven. Ook heb ik aan de gedeputeerde van de provincie Noord-Holland en wethouder van de gemeente Amsterdam een brief gestuurd over de uitvoering van de fondsversterking van de ROM’s en hoe het deel bestemd voor de provincie Noord-Holland naar de regio kan worden gebracht, omdat de situatie in Noord-Holland een andere benadering vergt in verband met het ontbreken van een ROM.
Binnen de provincie Noord-Holland en de Metropoolregio Amsterdam (MRA) werden op dat moment gesprekken gevoerd over het oprichten van Invest-MRA. Al eerder zochten deze partijen contact met mij over eventuele rijksbetrokkenheid bij dit initiatief. Echter, in reactie op mijn brief aan de provincie Noord-Holland en gemeente Amsterdam is er op initiatief van de provincie Noord-Holland met de overige spelers in het krachtenveld uitvoerig gesproken over het doorontwikkelen van het initiatief Invest-MRA naar een ROM. In de regio werd er geconstateerd dat een ROM in de gewijzigde omstandigheden logisch en wenselijk is. Zij hebben het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) benaderd om na te gaan op welke manier betrokkenheid vanuit het Rijk bij een ROM in Noord-Holland gewenst en mogelijk is, zoals reeds het geval is bij de acht bestaande ROM-deelnemingen. Ik heb dit verzoek positief beoordeeld, mede indachtig de uitgevoerde evaluatie van de ROM’s in 2016.2
Deze laatste evaluatie, uitgevoerd door onderzoeksbureau Ecorys, deed de aanbeveling om te komen tot een landsdekkend stelsel van ROM’s om op deze wijze invulling te geven aan het landelijke topsectoren- en innovatiebeleid op regionaal niveau. Met de uitbreiding van het ROM-instrument naar Noord-Holland is de geografische dekking in Nederland compleet. Mijn voorganger heeft aangegeven dat het Rijk daarvoor openstaat, mits het voorstel daartoe uit de regio komt en er sprake is van robuust voorstel. Dit is het geval. Daarbij houd ik rekening met de verschillende regionaal economische speerpunten en economische omvang van de regio.
De ROM’s zijn voor mij een waardevol instrument voor de ontwikkeling en versterking van de regionale economie en de uitvoering van nationaal beleid op regionaal niveau. Dit doen zij door een bundeling van de kerntaken acquisitie, ontwikkeling en innovatie (business development) en participatie/ ondernemingsfinanciering. De participatieactiviteiten zijn met name gericht op het verstrekken van risicodragend vermogen aan startende en innovatieve mkb’ers. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) benadrukt onder meer dat een goed samenspel van Rijk en regio bij regionaal-economische ontwikkelingen van groot belang is. Zo vervullen de ROM’s een essentiële rol in het onderzoeks- en innovatieecosysteem. Hierbij is een goede gezamenlijke en individuele samenwerking tussen de ROM’s en Invest-NL van groot belang.
De nieuw op te richten ROM in West B.V. in Noord-Holland zal een belangrijke rol vervullen bij de uitvoering van het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Door het ontbreken van een ROM in Noord-Holland blijft veel potentieel liggen om de economische structuur te versterken en versnippering in het landschap tegen te gaan. Uit een in 2020 door ERAC Impact uitgevoerd kapitaalmarktonderzoek blijkt dat de er in de regio west-Nederland, waaronder Noord-Holland, sprake is van een mismatch tussen vraag en aanbod van financiering voor innovatieve mkb-bedrijven. Dit toont aan dat een door de ROM in West B.V. op te richten mkb-fonds van € 60 miljoen een gewenste toevoeging vormt aan het bestaande krachtenveld.
Aandeelhouderschap
Bij de oprichting van de ROM in West B.V. zijn (indirect) een groot aantal overheden, waaronder verschillende kleine gemeenten betrokken. Om recht te doen aan de betrokkenheid van de hoeveelheid aandeelhouders en de structuur van de ROM in West B.V. niet overbodig te bemoeilijken is ervoor gekozen om de ROM in West B.V. op te richten met twee partijen, EZK namens de Staat en de regionale overheden via een separate vennootschap. De ROM in West B.V. zal vervolgens een 100% dochter oprichten, genaamd het MKB-fonds B.V. Door de vennootschap waarin de regionale overheden participeren wordt daarnaast een 100% dochter opgericht, genaamd het (regionale) Transitiefonds B.V.
Gezamenlijk stellen de oprichters van de ROM in West B.V. € 60 miljoen beschikbaar aan ROM in West B.V., waarvan € 30 miljoen ten laste komt van mijn begroting. Deze middelen worden beschikbaar gesteld vanuit het Noord-Holland deel van de € 150 miljoen voor de fondsversterking van de ROM’s. Het kapitaal is bestemd voor de participatie-activiteiten van het mkb-fonds B.V. Ik krijg, namens de Staat der Nederlanden, een aandelenbelang van 49,9% in het kapitaal van de ROM in West B.V. De door de regionale overheden opgerichte vennootschap krijgt een belang van 50,1% in het kapitaal van ROM in West B.V. Met deze verdeling bied ik de mogelijkheid voor de ROM om een fiscale eenheid te vormen tussen de ROM in West B.V. en de door de regionale overheden opgerichte vennootschap. De belangen van de Staat als aandeelhouder in de ROM in West B.V. zijn gewaarborgd met een in de statuten neergelede 2/3 meerderheid voor belangrijke aandeelhoudersbesluiten (waaronder ook de goedkeuring van belangrijke bestuursbesluiten). Voor de kerntaken acquisitie en business development ben ik voornemens een subsidie van jaarlijks € 1 miljoen in het vooruitzicht te stellen te beginnen met de periode 2021–2025.
Corporate governance en dekking
In lijn met het aandeelhouderschap van de reeds bestaande Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen, is sprake van een beleidsdeelneming van EZK gezien de sterke beleidsmatige verwevenheid van het takenpakket van ROM in West B.V. met het EZK-beleidsterrein. Hierdoor blijven de deelnemingen in de ROM’s in één hand bij de Minister van EZK. Deze deelnemingen worden verantwoord op het beleidsartikel 3 (Toekomstfonds) van de EZK-begroting.
De corporate governance van de nieuw op te richten beleidsdeelneming zal worden ingericht volgens de principes van goed ondernemersbestuur en is vastgelegd in de oprichtingsakte van ROM in West B.V. en de aandeelhoudersinstructie. De oprichtingsakte van de ROM in West B.V. en aandeelhouderinstructie sluiten aan op het model dat EZK hanteert bij de overige ROM’s. Jaarlijks vindt er een algemene vergadering van aandeelhouders van de ROM in West B.V. (AvA) plaats waarbij de aandeelhouders o.a. worden geïnformeerd over de strategie, de voortgang en prestatie van de fondsen, de begroting en waarin de jaarrekening wordt vastgesteld. In navolging van het overgrote deel van de ROM’s wordt er een Raad van Commissarissen (RvC) ingesteld. Verder wordt er een investeringscommissie gevormd, gericht op het beoordelen van investeringsvoorstellen en het geven van advies aan het bestuur van ROM in West B.V.
EZK en haar medeaandeelhouder spreken af om de ROM in West B.V. mee te laten lopen in de reguliere ROM brede 5-jaarlijkse evaluatiecyclus. Ook zullen de aandeelhouders hun onderlinge samenwerking met betrekking tot de nieuw op te richten deelneming voorafgaand aan de eerste evaluatie tegen het licht houden. Na oprichting van de ROM in West B.V. en effectuering van de kapitaalstorting ontstaat in de regio Noord-Holland een vrijwel sluitende financieringsketen voor het innovatieve mkb. Voor een kapitaalbehoefte die de capaciteit van de ROM’s ontstijgt, worden de ROM’s gestimuleerd de samenwerking te zoeken met collega ROM’s en Invest-NL.
In verband met de voorgenomen oprichting van de ROM in West B.V. in Noord-Holland en de bijbehorende kapitaalstorting informeer ik beide Kamers op grond van de voorhangprocedure conform artikel 4.7 van de Comptabiliteitswet (CW), voorafgaand aan de feitelijke effectuering van de oprichting en de kapitaalstorting. Na het verstrijken van de voorhangprocedure wordt de ROM opgericht en de kapitaalstorting geëffectueerd.
Conform artikel 4.7 lid 4 van de CW heb ik overleg gevoerd met de Algemene Rekenkamer. Naar aanleiding hiervan heeft de Algemene Rekenkamer (AR) in de bijgevoegde brief een aantal aandachtspunten verwoord, zie bijlage 13. Ten eerste benoemt de AR dat er rekening is gehouden met opmerkingen van de AR uit eerder overlegprocedures, zoals het scheiden van rollen, mogelijke belangenverstrengelingen en het afleggen van verantwoording. Ten tweede verwijst de AR naar de kamerbrief over de oprichting van de ROM’s in Utrecht en Flevoland. In deze kamerbrief wordt gesteld dat de participatie in de ROM’s voor onbepaalde duur is. De AR wijst mij erop dat als ik de optie voor tussentijds terugtreden open wil houden het verstandig is om daarvoor een mogelijkheid in te bouwen in de oprichtingsakte. Ik wens hier geen gebruik van te maken. De participatie van EZK in de ROM’s blijft van onbepaalde duur. Ten derde verwijst de AR naar mijn verantwoordelijkheid om uw Kamer te informeren over het overzicht van de ROM-fondsen, ook in relatie tot de doelmatige en doeltreffende besteding van middelen. Uw Kamer wordt over financiële prestaties van de ROM's jaarlijks geïnformeerd via het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen. Ten vierde verwijst de AR naar haar eigen (onderzoeks)bevoegdheden ten opzichte van de ROM’s.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer