[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de appreciatie voortgangsrapportage 2020 Invest-NL (Kamerstuk 35123-37)

Machtiging tot oprichting van de Nederlandse financierings- en ontwikkelingsinstelling Invest-NL (Machtigingswet oprichting Invest-NL)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D29655, datum: 2021-07-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D29655).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z12114:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D29655 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de Appreciatie voortgangsrapportage 2020 Invest-NL (Kamerstuk 35 123, nr. 37).

De fungerend voorzitter van de commissie,
Azarkan

De adjunct-griffier van de commissie,
Reinders

Inhoudsopgave blz.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
II Antwoord / Reactie van de Ministers 4

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of hij bekend is met de uitspraken van de directeur van Invest-NL in NRC Handelsblad, over de noodzaak van «heftige keuzes» van het kabinet om als Invest-NL te kunnen investeren in de energietransitie?1 Hoezeer deelt de Minister deze opvatting? Is de Minister ook op de hoogte van het interview met de directeur van Invest-NL in het Financieele Dagblad, waarin de complexiteit van investeringen vanuit Invest-NL en twijfel over voldoende risicovolle projecten waarbij sprake is van marktfalen als argumenten worden genoemd voor het nog niet tot volle wasdom komen van Invest-NL?2 Zij vragen de Minister hierop te reageren, met name op het punt dat in Nederland mogelijk onvoldoende risicovolle projecten zijn die markt niet oppakt. Is hier voor de start van Invest-NL onderzoek naar gedaan?

De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister in zijn appreciatie een aantal knelpunten opsomt waar Invest-NL bij investeringsaanvragen tegenaan loopt, zoals betrokkenheid van veel publieke/private partijen, complexiteit, onzekerheid over de rol van Invest-NL bij vervolg financieringsrondes, en de noodzaak van subsidie vanwege een onrendabele top. Volgens de Minister schuilt hierin juist de meerwaarde van Invest-NL. Ziet de Minister deze knelpunten op korte termijn opgelost? Welke suggesties heeft Invest-NL voor aanpassing/verbetering van het eigen handelingskader?

In een vraaggesprek met de directeur van Invest-NL in de Volkskrant zegt deze dat «wordt samengewerkt met het Groeifonds om ervoor te zorgen dat er geen subsidiëring komt als marktfinanciering mogelijk is».3 Daarbij wordt aangetekend dat hiervoor «nog geen mechanisme is ontworpen». Is dat «mechanisme» inmiddels in ontwikkeling? Zij zijn tevens benieuwd of ook wordt samengewerkt met andere (EU-)fondsen? Indien ja, met welke en op welke manier?

De leden van de CDA-fractie lezen dat in de appreciatie dat in 2020 422 investeringsaanvragen zijn ontvangen en voor 241 miljoen euro aan financieringen is gecommitteerd. Volgens de voortgangsrapportage zelf (pagina 4) betreft het 13 goedgekeurde en tien gecommitteerde investeringsaanvragen. Is het mogelijk een overzicht te verstrekken van alle niet gehonoreerde financieringsaanvragen evenals de gronden/redenen van afwijzing? Kan tevens worden aangegeven in hoeveel van de gevallen waarin voor een investeringsaanvraag is doorverwezen naar andere instanties dan Invest-NL deze doorverwijzing alsnog geleid heeft tot een succesvolle investeringsaanvraag? Is daarnaast bekend wat de gemiddelde doorlooptijd is vanaf het moment van indiening tot het moment van toekenning/afwijzing van een investeringsaanvraag? Hoe ziet het afwijzingsproces eruit? Wat is het risico-opslagpercentage waarmee Invest-NL rekent en hoe verhoudt dit percentage zich tot het risico-opslagpercentage dat wordt gehanteerd door private investeerders? Is het juist dat voor toekenning van middelen uit Invest-NL deelname van een serieuze Nederlands marktpartij een voorwaarde is? In hoeverre is dit ongunstig voor kansrijke projectvoorstellen van start- en scale-ups, wanneer blijkt dat marktpartijen nog niet durven instappen? Hoe wordt bij ingediende investeringsaanvragen het economisch rendement afgewogen ten overstaande van het maatschappelijk rendement? In hoeverre zijn/worden bij de beoordeling van investeringsaanvragen spin-off kansen in andere sectoren meegenomen? Kan de Minister daar voorbeelden van geven? Wil hij voorts ingaan op hoe door Invest-NL met Nationale Iconen wordt omgegaan?

De leden van de CDA-fractie lezen dat de projectorganisatie van Invest-NL ongeveer zeven miljoen euro is. Is de Minister het terugkijkend met de leden eens dat de huidige opbrengst ver beneden de verwachtingen is tegen de achtergrond van de zeer grote maatschappelijke uitdagingen op allerlei gebieden, om bij te dragen aan het toekomstig verdienvermogen, een kleinere voetafdruk voor onze economie en het creëren van nieuwe banen? Waarom wel/niet?

De leden van de CDA-fractie lezen in het slot van de appreciatie dat Invest-NL in de eerste vijf maanden van 2021 «al net zo veel financieringen heeft afgesloten als in het kalenderjaar 2020». Op pag. 32 van de Voortgangsrapportage 2020 Invest-NL staat dat in 2021 onder andere een investering in het elektrische deelvervoer van het Franse bedrijf Dott gecommitteerd is (vier miljoen euro). Kan de Minister, indachtig de doelstelling van Invest-NL, aangeven welk marktfalen hiermee wordt opgelost, daar deelsteps bewezen technologische innovaties zijn waarvoor reeds afzetmarkten zijn gerealiseerd, en waarom überhaupt wordt geïnvesteerd in deelsteps die door Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW) zijn verboden? Hoe versterken deze deelsteps bovendien het nationaal verdienvermogen en de werkgelegenheid in Nederland? Begrijpen de leden het goed dat middelen uit Invest-NL ook kunnen worden toegekend aan (deels) buitenlandse marktpartijen? Indien ja, hoe vaak is dit tot dusver gebeurd en hoe wordt ervoor gezorgd dat economische activiteiten ook in Nederland neerslaan? Deelt de Minister de mening dat Invest-NL primair moet zorgen voor het versterken van de Nederlandse maakindustrie? Indien ja, hoe blijkt dit uit de toekenningen in het eerste jaar Invest-NL? Is er voor de tweede helft van 2021 geherprioriteerd of bijgestuurd om Invest-NL beter te laten doen waarvoor het is opgericht? Wat zijn de doelstellingen voor 2021?

De leden van de CDA-fractie constateren dat zowel op pagina elf van de voortgangsrapportage als op pagina twee van de appreciatie wordt gesteld dat vrijwel alle investeringsaanvragen betrekking hebben op het midden- en kleinbedrijf (mkb) of op fondsen die zijn gericht op mkb-financiering. Kan de Minister dit nader specificeren of kwantificeren? Hoeveel mkb-bedrijven plukken bijvoorbeeld de vruchten van deze investeringsaanvragen, in welke sectoren en in welke regio’s? Zijn de voortgangsrapportage en resultaten van Invest-NL besproken met mkb-organisaties als MKB-Nederland en Ondernemend Nederland (ONL)? Indien ja, wat is hun reactie? Indien niet, is de Minister alsnog bereid dit te doen en terug te koppelen aan de Kamer? In hoeverre is de investeringsdrempel van vijf miljoen euro in combinatie met de cofinancieringseis voor eenzelfde bedrag een beperking gebleken voor investeringen die ten goede komen aan het mkb? Hoe blijkt dit uit de toekenningen/afwijzingen?

De leden van de CDA-fractie lezen in de voortgangsrapportage dat

Invest-NL in 2020 geen investeringdomeinen heeft gesignaleerd waarbinnen financiering met inachtneming van artikel 9 niet meer zou kunnen plaatsvinden.

Wel hebben additionaliteitsargumenten mede ten grondslag gelegen aan de beslissing het kleinere mkb vooral indirect te financieren. Voor directe kleine financieringen is het uitgangspunt dat Invest-NL aanvullend wil zijn op het werkgebied van de Regionale Ontwikkelings Maatschappijen. Daartoe is een samenwerking geformaliseerd onder de naam «ROM Range Extender» waarbij Invest-NL onder voorwaarden aanvullend kan financieren als verdere exposure vanuit een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij niet mogelijk is. Invest-NL verwacht op korte termijn de eerste financiering onder deze samenwerking publiek te kunnen maken. Kan de Minister deze ROM Range Extender nader toelichten? Welke voorwaarden zullen hiervoor gelden? Is het reeds mogelijk de eerste financiering(en) bekend te maken? In hoeverre zijn er afgelopen jaar al gesprekken geweest met provincies om projecten gezamenlijk te financieren? Welke projecten waren dat en wat waren de onderwerpen?

II Antwoord / Reactie van de Ministers


  1. NRC Handelsblad, 31 mei 2021, «Wouter Bos (Invest-NL): zonder «heftige keuzes» van het kabinet is het moeilijk investeren in energietransitie». (https://www.nrc.nl/nieuws/2021/05/31/wouter-bos-invest-nl-zonder-heftige-keuzes-van-het-kabinet-is-het-moeilijk-investeren-in-energietransitie-a4045572).↩︎

  2. Financieele Dagblad, 1 juni 2021, «Wouter Bos: «We willen niet gezien worden als een club ambtenaren». (https://fd.nl/economie-politiek/1385471/wouter-bos-we-willen-niet-gezien-worden-als-een-club-ambtenaren).↩︎

  3. Volkskrant, 31 mei 2021, «Wouter Bos werkt met Invest.NL aan de energietransitie: «Veel innovaties komen juist door publiek geld tot stand». (https://www.volkskrant.nl/economie/wouter-bos-werkt-met-invest-nl-aan-de-energietransitie-veel-innovaties-komen-juist-door-publiek-geld-tot-stand~b25b1671/).↩︎