Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

28 286 Dierenwelzijn

Nr. 1209 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juli 2021

Uw vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij op 15 april jongstleden verzocht een reactie te geven op de brief van de organisaties die zijn aangesloten bij de werkgroep Bestrijding van illegale en malafide import van het project Fairdog. De werkgroep pleit in haar brief voor een wettelijk handelsverbod op honden die in Nederland om gezondheidsredenen niet gefokt mogen worden. Hiermee wil zij voorkomen dat deze honden toch in ons land geïmporteerd en verhandeld worden.

Ik waardeer dat deze werkgroep van Fairdog met een initiatief komt om verder toe te werken naar fysiek en mentaal gezonde honden. Dat is ook waar ik aan werk. Mijn beleid is erop gericht om de problemen aan de voorkant aan te pakken. Hiertoe neem ik verschillende maatregelen. Voor de hoog risicohonden heb ik hiervoor een breed palet aan maatregelen (zie mijn brief aan uw Kamer van 24 september 2020, Kamerstuk 28 286, nr. 1126). Voor de fokkerij heb ik voor een grote groep honden met ernstige gezondheidsklachten, de zogenaamde kortsnuitige honden, criteria laten ontwikkelen waar fokkers zich aan moeten houden. Ook heb ik onderzoek laten doen naar de toegevoegde waarde van een DNA-databank in het verminderen en voorkomen van bijtincidenten en het gebruik van een DNA-databank bij het fokken van gezonde honden. Aanvullend is onderzocht wat de kosten zijn van het aanleggen van een DNA-databank in relatie tot de verschillende mogelijkheden en de juridische haalbaarheid ervan. De verschillende onderzoeken zijn bouwstenen voor een breed plan van aanpak waar aan ik werk, om te komen tot fysiek en mentaal gezonde honden. Een belangrijk onderdeel hiervan is om het gebruik van DNA breder in te zetten.

Ik vind het belangrijk dat honden die Nederland binnen komen fysiek en mentaal gezond zijn. En ik erken het door de werkgroep genoemde probleem dat honden die in Nederland niet meer gefokt mogen worden nog wel vanuit het buitenland ingevoerd kunnen worden. Daarom wil ik in Europees verband de optie bezien – in het kader van de Evaluatie van de EU-regelgeving voor dierenwelzijn – of er wettelijke EU-voorschriften kunnen komen voor de fok van honden.

Hoewel een importverbod van honden die in Nederland niet meer gefokt mogen worden een sympathiek idee is, zal het in de praktijk niet handhaafbaar en uitvoerbaar zijn en daarom zijn doel voorbijschieten. Met de open binnengrenzen van de EU kunnen busjes met honden overal de grens passeren.

Daarnaast concentreert een handelsverbod zich op de achterkant van het probleem. Het heeft mijn voorkeur om – zoals ik met mijn beleid beoog – het probleem aan de voorkant aan te pakken.

Hierbij spreek ik nogmaals mijn waardering uit voor de voorstellen van Fairdog. Het voornemen is in gesprek te gaan over de voorgenomen brede aanpak ten aanzien van honden met de deskundige organisaties die aan Fairdog deelnemen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten