Kabinetsreactie op 122e OMT-advies
Infectieziektenbestrijding
Brief regering
Nummer: 2021D30003, datum: 2021-08-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-1392).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -1392 Infectieziektenbestrijding.
Onderdeel van zaak 2021Z14088:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-08-18 15:15: Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus (Plenair debat (debat)), TK
- 2021-09-08 10:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-09-08 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-05-12 19:47: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1392 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 augustus 2021
Zoals aangekondigd tijdens het Coronadebat van 14 juli jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 100, Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus) komt het OMT deze zomer wekelijks bijeen om de epidemiologische situatie te beoordelen en waar nodig het kabinet van advies te voorzien. Het OMT is op 30 juli jl. bijeen geweest om te adviseren over de situatie rondom de COVID-19-uitbraak. Dit advies is opgenomen in de bijlage (advies n.a.v. 122e OMT)1. Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Economische Zaken over het 122e OMT advies en de kabinetsreactie ten aanzien van de wachttijd Janssen-vaccin en evenementen.
OMT-advies incl. epidemiologisch beeld
Het OMT is 30 juli jl. bijeen geweest om te adviseren over de situatie rondom de COVID-19-uitbraak. Hieronder wordt eerst een feitelijke weergave van het advies gegeven, waarna de reactie van het kabinet op het advies volgt.
Het OMT advies bestaat uit de volgende onderwerpen:
1. Verloop van de epidemie
2. Vaccineffectiviteit Janssen-vaccin
3. Ongeplaceerde eendaagse evenementen
4. Wetsvoorstel sluitingsbevoegdheid publieke en besloten plaatsen
Ad 1) Epidemiologische situatie
In de afgelopen 7 kalenderdagen (22-29 juli) is het aantal meldingen van SARS-CoV-2-positieve personen met 48% afgenomen in vergelijking met de 7 dagen ervoor. Het aantal testen, exclusief testen voorafgaand aan een reis, bij de GGD-testlocaties was in de laatste week 41% lager ten opzichte van de 7 dagen ervoor. Het bijbehorende percentage positieve testen in de GGD-teststraten daalde licht naar 13,2% gemiddeld in de afgelopen 7 kalenderdagen, in vergelijking met 14,9% in de week ervoor.
Het patroon van het aantal meldingen naar leeftijd toont nog steeds het hoogste aantal meldingen in de leeftijdsgroep 18 t/m 24 jaar, gevolgd door de leeftijdsgroep 25 t/m 29, maar de afname was ook het grootst in deze leeftijdsgroepen, waardoor de verschillen tussen de leeftijdsgroepen minder groot zijn geworden. In de afgelopen dagen lijkt ook het aantal meldingen in de leeftijdsgroepen vanaf 70 jaar te stabiliseren c.q. te dalen, waarbij vorige week nog sprake was van een stijging. Het aantal besmettingen in instellingen voor langdurige zorg, en in mindere mate voor gehandicaptenzorg, lijkt ook te stabiliseren. In de derde week van juli was er op populatieniveau geen oversterfte.
De instroom en bezetting van verpleegbedden, en in iets mindere mate IC-bedden, in het ziekenhuis is verder toegenomen. Op 29 juli bedroeg de ziekenhuisbezetting 471 verpleegbedden en 177 IC-bedden, vergeleken met 329 en 107 een week eerder (bron: LCPS). Met de snelle afname van de gemiddelde leeftijd op de IC in juli, kwamen de gemiddelde opnamekans en ligduur niet meer overeen met die in de eerste helft van 2021.
Op basis van de meldingen is de verwachting dat de piek in de ziekenhuisopnames inmiddels bereikt is of binnen enkele dagen bereikt wordt. De hoogte van de piek qua IC-bezetting is lastiger te voorspellen door de snel veranderende situatie qua leeftijdsverdeling en veranderingen in doorstroom naar de IC (bij jongeren hoger) en ligduur op de IC (bij jongeren korter), maar naar verwachting is de piek in IC-opnames ook binnenkort bereikt.
De meest recente schatting van het reproductiegetal Rt, zoals berekend op basis van de meldingen van positieve gevallen, is voor 15 juli op basis van Osiris: gemiddeld 0,70 besmettingen per geval. De schattingen op basis van het aantal nieuwe ziekenhuis- en IC-opnames per dag kennen een aanzienlijk grotere onzekerheid, omdat ze berekend worden op veel geringere aantallen, maar deze waarden zijn op hetzelfde moment ruwweg 1,3, hetgeen lager is dan vorige week. Het OMT geeft aan, dat uit de kiemsurveillance het beeld voortkomt dat de «Indiase» deltavariant relatief besmettelijker is ten opzichte van de eerdere virusvarianten, inclusief de «Britse» alfavariant.
Op basis van de huidige epidemiologie, ziet het OMT, naast het blijven benadrukken van opvolging aan de basismaatregelen en het vaccinatietempo (ook voor de tweede vaccinatie) zo hoog mogelijk houden, geen aanleiding aanvullende maatregelen te adviseren.
Ad 2) Vaccineffectiviteit Janssen-vaccin
Met betrekking tot de vaccinatie effectiviteit, geeft het OMT aan dat nog sprake is van veel kennislacunes en veel onderzoek gaande is. Duidelijk is dat volledige bescherming tegen ziekteverschijnselen met geen enkel vaccin wordt bewerkstelligd, zoals overigens ook met vaccins voor veel andere infectieziekten het geval is. Uit de nu beschikbare data over het vaccin van fabrikant Janssen is op te maken, dat vanaf 2 weken na toediening van het vaccin bescherming is opgebouwd tegen het optreden van milde COVID-19, en dat dit effect niet meer verder toeneemt. Daarentegen neemt het beschermende effect tegen ernstige infecties nog wel toe in de daaropvolgende weken.
Ofschoon er vanaf 2 weken na vaccinatie zeker al sprake is van enige mate van persoonlijke bescherming, is het verstandig – als ook het voorkómen van transmissie wordt beoogd – om een periode van 4 weken na vaccinatie met Janssen-vaccin te hanteren. Het OMT merkt op dat momenteel nog veel onderzoek wordt verricht, waarvan de uitkomsten nog zullen bijdragen tot aanvullend inzicht in de bescherming en mate van voorkómen van transmissie door dit en de andere vaccins.
Ad 3) Ongeplaceerde eendaagse evenementen
Het OMT geeft aan dat bij het adviseren over de voorwaarden met betrekking tot eendaagse of meerdaagse ongeplaceerde evenementen zonder overnachting, naast de epidemiologische situatie, ook de effectieve vaccinatiegraad in de doelgroepen, de achtergrondincidentie in de bevolking en de real-life effectiviteit van testen, een rol spelen. Het aandeel gevaccineerde personen mét opgebouwde afweer komt per 13 augustus grofweg overeen met de bereikte vaccinatiegraad eind juli (20–24% in de leeftijdsgroepen tussen de 18 en 34 jaar2). De effectieve vaccinatiegraad zal in deze leeftijdsgroepen in de weken na 13 augustus nog aanzienlijk toenemen. Voor gedetailleerde informatie hierover verwijs ik u naar het advies in de bijlage.
Naast de effectieve vaccinatiegraad, is de achtergrondincidentie van COVID-19 in Nederland van belang. Eerder werd aangehouden dat voor het houden van ongeplaceerde grootschalige evenementen een risiconiveau «zorgelijk» gewenst was. Wat betreft de risiconiveaus verkeren de veiligheidsregio’s nu in «zeer ernstig» of «ernstig». Het OMT geeft aan dat het niet mogelijk is met zekerheid te voorspellen wat het risiconiveau medio augustus zal zijn, maar als de huidige ontwikkelingen in epidemiologie zich voortzetten zal voor de meerderheid van de veiligheidsregio’s op dat moment mogelijk het risiconiveau «zorgelijk» gelden.
Op basis van de geleerde lessen met betrekking tot ongeplaceerde bijeenkomsten en de recente verheffing van COVID-19 (zie voor meer informatie het advies in de bijlage), adviseert het OMT te wachten met eendaagse of meerdaagse evenementen zonder overnachting tot de incidentie onder de bevolking verder is afgenomen en het risiconiveau «zorgelijk» is bereikt, en personen in de leeftijdsgroepen waarin het overgrote merendeel van de deelnemers voor festivals valt (d.i., 18–34-jarigen) de kans hebben gehad zich te laten vaccineren. Dit is des te belangrijker als volledig gevaccineerden en degenen met een herstelbewijs niet getest zullen worden voorafgaand aan het evenement, zoals geadviseerd door het OMT. Ook adviseert het OMT om, in ieder geval tot beoordeling op 13 augustus, de beperking van 2/3 van de maximale capaciteit met het gebruik van coronatoegangsbewijzen te handhaven bij geplaceerde evenementen.
Als uitzondering op bovenstaand advies, ziet het OMT voor de periode tussen 13 augustus en 1 september, indien minimaal de helft van de veiligheidsregio’s in risiconiveau «zorgelijk» verkeert, wel mogelijkheid voor het toestaan van kleinschalige eendaagse evenementen (en meerdaagse zonder overnachting) in de buitenlucht, ongeplaceerd en dus zonder onderling 1,5 meter aan te houden, met gebruik van het Digitale COVID Certificaat/testen voor toegang. Hiervoor adviseert het OMT, aanvullend aan eerdere adviezen (OMT 115 en 119), een aantal voorwaarden toe te voegen en een aantal technische zaken te optimaliseren. Voor een gedetailleerde beschrijving hiervan verwijs ik u naar het advies in de bijlage.
Het OMT adviseert om de voorwaarden die in het advies worden genoemd, nadrukkelijk ook bij (introductie)activiteiten voor studenten en scholieren te hanteren in de periode voordat de universiteit en scholen opstarten, en wat betreft geplaceerde bijeenkomsten hetzelfde beleid te volgen als eerder vastgesteld. Tevens benadrukt het OMT het belang van vaccinatie voor deze leeftijdsgroepen om uitbraken en verdere verspreiding te beperken.
Ad 4) Wetsvoorstel sluitingsbevoegdheid publieke en besloten plaatsen
Ten aanzien van het wetsvoorstel sluitingsbevoegdheid publieke en besloten plaatsen, geeft het OMT aan niet in de positie te zijn om te adviseren over de effectiviteit van toe te kennen bestuurlijke bevoegdheden. Het OMT kan, in aanvulling op de inhoudelijke ratio van het voorstel, het volgende toevoegen:
a. de maatregel moet met name dienen om, na eerste vaststelling van een lokaal cluster, niet alleen een bewezen, maar ook een vermoede persisterende setting van verspreiding te onderzoeken en onder controle te brengen;
b. tijdens de periode van sluiting wordt onderzocht wat de oorzaak en toedracht van de voortduring van besmetting is, en welke inhoudelijke maatregelen nodig zijn. Hierbij wil het OMT ter overweging meegeven dat de periode van ten hoogste 10 dagen sluiting wordt vervangen door een inhoudelijke beoordeling door GGD, namelijk opheffing van de maatregel «wanneer verder gevaar is afgewend».
BAO advies
Het BAO herkent zich in het epidemiologisch beeld en ondersteunt de genoemde adviezen. Ten aanzien van ongeplaceerde eendaagse evenementen merkt het BAO bij technische zaken die naar verwachting geoptimaliseerd kunnen worden op, dat niet altijd alle benodigde gegevens beschikbaar zijn vanuit de testaanbieders voor toegangstesten voor de GGD om effectief bron- en contactonderzoek uit te voeren. Er wordt uitgezocht of hier beter aan tegemoet kan worden gekomen. Daarnaast merkt het BAO op dat goed gekeken moet worden naar kleinschalige, buurtgerichte evenementen voor kinderen, waarbij het BAO adviseert het Veiligheidsberaad te verzoeken om op basis van de genoemde OMT adviezen voorstellen te doen voor deze bijeenkomsten.
Kabinetsreactie
Kabinetsreactie wachttijd Janssen
In het 119e OMT-is, in het kader van testen voor toegang, de kanttekening geplaatst dat het voor de eenmalige dosis van het Janssen-vaccin de vraag is in hoeverre deze 14 dagen na de vaccinatie al maximale bescherming biedt tegen de nu circulerende deltavariant. Het kabinet heeft het OMT hierover nadere duiding gevraagd en het OMT geeft nu aan het verstandig te vinden om – hoewel nog onderzoek gaande is- na een vaccinatie met het Janssen-vaccin niet 14 dagen maar 28 dagen te wachten. Hoewel na twee weken bescherming is opgebouwd tegen milde infectie, blijkt uit het advies van het OMT dat het beschermende effect nog niet op het maximale niveau ligt en verder toeneemt tot zo’n 4 weken na de vaccinatie. Het OMT geeft aan dat als ook het voorkómen van transmissie wordt beoogd, het verstandig is 4 weken te hanteren. Het kabinet neemt dit advies van het OMT over. Voorzien is dit vanaf 14 augustus in te voeren. Dit zowel voor de afgifte van vaccinatiebewijzen na het toedienen van Janssen, als voor het inreizen in Nederland. Voor de andere vaccins blijft wel 2 weken wachttijd gelden. Prikken met Janssen gezet tot en met 13 augustus houden een wachttermijn van 2 weken. Prikken gezet vanaf 14 augustus krijgen een wachttijd van 4 weken.
Hiertoe zal de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 opnieuw gewijzigd worden. Na de wijziging zullen mensen 28 dagen na vaccinatie met Janssen kunnen beschikken over vaccinatiebewijs ten behoeve van een DCC of coronatoegangsbewijs.
Wetsvoorstel sluitingsbevoegdheid publieke en besloten plaatsen
Op dit moment heeft uw Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Wpg in verband met een sluitingsbevoegdheid ten aanzien van publieke en besloten plaatsen wegens een uitbraak (Kamerstuk 35 817) in behandeling. Uw Kamer heeft op 20 mei jl. het verslag vastgesteld (Kamerstuk 35 817, nr. 5). In de stand van zakenbrief COVID-19 van 18 juni 2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 1297) is aangegeven dat gelet op de positieve ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van dat moment het kabinet heeft besloten de nota naar aanleiding van het verslag aan te houden. Hierdoor konden de epidemiologische verwachtingen ten aanzien van het najaar worden afgewacht en meegenomen bij de besluitvorming over dit wetsvoorstel. Hierover zou het OMT om advies gevraagd worden, daarnaast zou hierover GGD-GHOR Nederland en de GGD’en, de gemeenten en veiligheidsregio’s geconsulteerd worden.
Zoals in de paragraaf OMT advies beschreven, heeft het OMT aangegeven in beginsel niet in de positie te zijn om te adviseren over de effectiviteit van toe te kennen bestuurlijke bevoegdheden, maar ter overweging twee inhoudelijke overwegingen op het wetsvoorstel meegegeven. Het kabinet zal inhoudelijk op deze twee punten reageren in de stand van zaken brief van 13 augustus. In die brief wordt ook ingegaan op de reacties van GGD-GHOR Nederland, de GGD’en, gemeenten en veiligheidsregio’s.
Evenementen
Eendaagse evenementen van 14 augustus tot 1 september
Het kabinet heeft op 2 augustus besloten onder welke voorwaarden eendaagse evenementen door kunnen gaan. Eerder, op 9 juli, heeft het kabinet in het kader van snel oplopende besmettingscijfers gerichte maatregelen genomen om de grootste besmettingsrisico’s te verminderen en tegelijkertijd nog wel zo veel mogelijk ruimte te bieden.
Zo zijn meerdaagse evenementen met overnachting verboden en voor eendaagse evenementen en vertoning van kunst- en cultuurbeoefening, waarbij gebruik gemaakt kon worden van toegangsbewijzen, waren de voorwaarden de placeringsplicht en de maximale bezoekersnorm van tweederde van de reguliere capaciteit. Dit betekende dat ongeplaceerde evenementen in zijn geheel niet meer mogelijk waren. Vanuit de evenementensector werd in de afgelopen weken aangegeven, dat gelet op de voorbereidingstijd die nodig is om evenementen te kunnen organiseren, de voorziene integrale besluitvorming van 13 augustus te laat is om nog evenementen te laten plaatsvinden.
Separaat OMT-advies inzake eendaagse evenementen
Het kabinet heeft, mede na overleg met vertegenwoordigers van de evenementensector, besloten om het OMT eerder om advies te vragen zodat tijdig duidelijkheid kan worden verschaft over eendaagse ongeplaceerde evenementen en geplaceerde evenementen die werken met coronatoegangsbewijzen.
Op basis van het 122e OMT-advies van 1 augustus jl. heeft het kabinet besloten dat ongeplaceerde evenementen en vertoning van kunst- en cultuurbeoefening die buiten plaatsvinden tussen 14 augustus en 1 september onder strikte voorwaarden door kunnen gaan. Bij het gebruik van coronatoegangsbewijzen zijn ongeplaceerde eendaagse evenementen (evenementen met een duur korter dan 24 uur) en de vertoning van kunst- en cultuurbeoefening buiten toegestaan, met een maximum van 750 bezoekers. Overige ongeplaceerde evenementen zijn in die periode verboden. De voorwaarden voor geplaceerde eendaagse evenementen met coronatoegangsbewijzen worden verlengd tot 1 september. Voor geplaceerde evenementen buiten geldt eveneens een bezoekersnorm van 750, of (indien hoger) twee derde van de reguliere capaciteit. Evenementen die onder deze voorwaarden geen doorgang kunnen vinden tussen 13 augustus en 1 september, kunnen als zij aan de criteria voldoen een beroep doen op de garantieregeling of de (nog uit te werken) aanvullende tegemoetkoming evenementen.
Het kabinet zal op 13 augustus een besluit nemen over de maatregelen die vanaf 1 september gelden voor evenementen, geplaceerd en ongeplaceerd.
Aanvullende voorwaarden
Voor het gebruik van coronatoegangsbewijzen gaan striktere voorwaarden gelden. Dit omdat na de verspoeling van 26 juni is gebleken dat er ondanks een gunstig epidemiologisch beeld, er een reëel risico blijft op clusterbesmettingen als de veilige afstandsnorm wordt losgelaten. Het betreft de volgende aanscherpingen:
• Bij Testen voor Toegang gebruikte antigeentesten dienen gevalideerd CE-gemarkeerd te zijn en gecombineerd in de keel en neus afgenomen te worden door professioneel geschoold personeel. Er wordt gestreefd naar invoering vanaf 14 augustus.
• Werknemers, vrijwilligers en artiesten die niet gevaccineerd zijn of een herstelbewijs hebben worden dringend geadviseerd voor de betreffende activiteit een test af te nemen. Dit kan via testen voor toegang of met een zelftest.
• Ook voor kinderen vanaf 6 jaar tot en met 12 jaar geldt een dringend advies om een zelftest te doen voorafgaand aan de activiteit. Dit heeft te maken met het feit dat bij deze activiteiten de anderhalve meter afstand los wordt gelaten en het risico op besmetting daarmee groter is.
• Verder wordt bezoekers, vrijwilligers en artiesten dringend geadviseerd op dag 5 na de activiteit een zelftest te doen.
• Daarnaast blijft het dringende advies om thuis te blijven bij klachten of bij een oproep van de GGD in het kader van bron- en contactonderzoek om een test bij de GGD te doen.
Verder moet de organisator zorgdragen voor voldoende afstand tussen artiesten en het publiek. Aanvullend wordt kaartverkoop verplicht gesteld waarbij de organisator vraagt om registratie van persoons- en contactgegevens van de bezoekers. De verplichte kaartverkoop helpt om het bezoek van meerdere evenementen in 24 uur te ontmoedigen en het bron- en contactonderzoek te vergemakkelijken. Het mag hierbij ook gaan om een kaartje met een prijs van nul euro. Ook maakt de organisator met de GGD afspraken zodat dit bron- en contactonderzoek naar aanleiding van een besmetting snel en effectief kan worden uitgevoerd.
Om controle op de toegangsbewijzen bij betreden van het evenement te verbeteren zal de QR-code van de CoronaCheck app sneller verversen en wordt het interactieve bewegende element zichtbaarder, hetgeen het gebruik van screenshots tegen moet gaan. Met gedragsexperts wordt een systeem met mystery guests uitgewerkt, waarmee de naleving van de controle van de coronatoegangsbewijzen kan worden gemonitord. Monitoring en signalering moeten het mogelijk maken om gerichter gesprekken te voeren met brancheverenigingen en toezicht te houden en daar indien nodig consequenties aan te verbinden.
De gemeenten zullen bij vergunningsplichtige evenementen afspraken met de organisator over de controle op de coronatoegangsbewijzen, ID en toegangsticket. Het afsprakenkader handhaving zoals is vastgesteld in het Veiligheidsberaad blijft onverminderd van kracht. Dit houdt in dat de klant en de ondernemer aan zet zijn voor de naleving en de handhaving van de basisregels en sectorspecifieke regels. BOA’s en politie treden alleen op bij excessen.
Opvolging OMT-advies
Op bovenstaande punten neemt het kabinet de adviezen van het OMT over. Op enkele punten wordt afgeweken van het advies van het OMT. Zo adviseert het OMT om de geldigheidsduur van een antigeensneltest terug te brengen naar 24 uur voor het einde van een evenement. Dit advies wordt niet overgenomen, omdat dit niet uitvoerbaar blijkt. Zo verschillen evenementen van eindtijd en blijft voor langdurende festivals van meer dan 12 uur te weinig tijd voor de test over of moet die in de nacht worden afgenomen.
Het OMT adviseert daarnaast om dringend te adviseren tegen meezingen in groepsverband. Dit advies wordt niet overgenomen. Daarnaast is een dergelijk verbod niet handhaafbaar. Een dergelijk verbod advies acht het kabinet gezien de eerdere ervaringen niet uitvoerbaar en niet handhaafbaar.
Het OMT adviseert tot slot voldoende afstand tussen artiesten onderling. Dit advies wordt niet overgenomen, aangezien dit niet lijn is met de bestaande uitzondering op de veilige afstandsnorm voor kunst- en cultuurbeoefening voor zover deze activiteiten niet op gepaste wijze kunnen worden uitgeoefend met inachtneming van de veilige afstand.
Naast de op 2 augustus aangekondigde voorwaarden, zijn er reeds eerder op basis van de ervaringen met coronatoegangsbewijzen verbeteringen ingezet. Zo zijn vaccinatiebewijzen niet eerder dan 14 dagen na volledige vaccinatie geldig3 en is de geldigheid van testbewijzen beperkt tot 24 uur voor aanvang van de activiteit. Met de Stichting Open Nederland zijn aanvullende afspraken gemaakt om een kwaliteitsverbetering door te voeren, in samenwerking met de betrokken testaanbieders. Dit gebeurt onder meer middels periodieke controles van SON en self-assessments van de testaanbieders.
Verheldering brief 26 juli 2021 passage testen reizigers
In de brief van 26 juli jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 1388) is in de paragraaf Reizen vermeld dat reizigers uit een niet groen land het dringende advies krijgen om zich bij terugkomst te laten testen. Onderstaande passage biedt hierop een verheldering:
Keert men terug uit een niet groen land en beschikt men niet over een vaccinatie- of herstelbewijs is het advies van het kabinet om je op dag 2 en 5 na aankomst in Nederland zelf te testen of te laten testen. Dit kan men doen door middel van zelftesten. Men kan zich ook direct bij de GGD laten testen.
Keert men terug uit een niet groen land en beschikt men wel over een vaccinatie- of herstelbewijs is het advies bij terugkomst in Nederland: test jezelf.
Indien men terugkomt met COVID-gerelateerde klachten, wordt men sowieso verzocht een afspraak te maken bij de GGD voor een test. Ook als men een positieve testuitslag heeft van een zelftest wordt men verzocht een validatietest te laten uitvoeren bij de GGD.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge