Reactie op verzoek commissie over modernisering verlof- en vervangingsregeling
Rechtspositie van politieke ambtsdragers
Brief regering
Nummer: 2021D30326, datum: 2021-08-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28479-84).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 28479 -84 Rechtspositie van politieke ambtsdragers.
Onderdeel van zaak 2021Z14237:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-09-08 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-09 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-04-07 13:00: Financiën decentrale overheden en versterking lokaal bestuur (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-04-14 13:00: Aanvang middag vergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
28 479 Rechtspositie van politieke ambtsdragers
Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 augustus 2021
In het schriftelijk verzoek van 3 juni 2021 heeft de Voorzitter van de commissie Binnenlandse Zaken gevraagd om een reactie op de aan de Tweede Kamer verzonden brief van de gemeenteraden van Utrecht en Breda en een tweetal raadsleden van de gemeente Groningen over de modernisering van de verlof- en vervangingsregeling voor gemeenteraadsleden.
Kortheidshalve verwijs ik voor mijn inhoudelijke reactie op deze brief van de raadsleden naar de inmiddels beantwoorde vragen van de Tweede Kamer. De antwoorden hebben betrekking op hetzelfde onderwerp (Aanhangsel Handelingen II, 2020/21, nr. 3489).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren