[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Pouw-Verweij over het bericht 'Pijnlijke ironie: de coronamiljarden voor scholen vergroten het lerarentekort'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D30397, datum: 2021-08-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (ah-tk-20202021-3721).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z13773:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3721

Vragen van het lid Pouw-Verweij (JA21) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht Ā«Pijnlijke ironie: de coronamiljarden voor scholen vergroten het lerarentekortĀ» (ingezonden 15Ā juli 2021).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 13Ā augustus 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020ā€“2021, nr. 3640.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel Ā«Pijnlijke ironie: de coronamiljarden voor scholen vergroten het lerarentekortĀ»?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met het artikel.

Vraag 2

Heeft u zich gerealiseerd dat dit onbedoelde neveneffect kon optreden?

Antwoord 2

Allereerst is het van belang dat wij met het Nationaal Programma Onderwijs (hierna: Nationaal Programma) het mogelijk maken voor scholen om de opgelopen achterstanden in te halen. Ik ben mij er van bewust dat het voor scholen, die te maken hebben met een lerarentekort, het inlopen van de achterstanden een extra uitdaging is. Met de mix van maatregelen in de menukaart bied ik ruimte aan scholen om maatregelen te nemen die het beste aansluiten bij hun situatie. Scholen die te maken hebben met tekorten zullen mogelijk andere maatregelen kiezen dan scholen die daar geen last van hebben. Tegelijkertijd vragen de meeste van de interventies op de menukaart geen extra leraren, dat is wel het geval bij klassenverkleining. De overige maatregelen op de menukaart zijn in te vullen door het eigen personeel met mogelijk extra training, of door bijvoorbeeld vakkrachten, onderwijsassistenten en ander personeel.

Om te stimuleren dat leraren blijven werken op de scholen waar de uitdagingen het grootst zijn, heb ik ā‚¬Ā 375 mln. vrijgemaakt voor een arbeidsmarkttoelage. Hiermee kan het personeel op deze scholen extra beloond worden wat kan bijdragen aan het behouden van leraren op deze scholen.

Vraag 3

Deelt u de constatering dat het lerarentekort op bepaalde scholen juist toeneemt door de extra steun?

Antwoord 3

Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Bent u zich ervan bewust dat de ongerichte wijze waarop de coronamiljarden in de markt worden gezet voor veel meer ongewenste effecten kunnen zorgen, waardoor het onderwijs per saldo meer schade op middellange termijn dan voordeel op korte termijn van deze steun ondervindt?

Antwoord 4

Het is duidelijk dat leerlingen door de coronacrisis achterstanden hebben opgelopen, waardoor niets doen geen optie is. Juist door de wijze waarop het Nationaal Programma is vormgegeven, kunnen scholen gericht een gedragen en passende effectieve aanpak kiezen, die het beste aansluit bij hun situatie. Daarbij rekening houdend met de lokale (mogelijk zeer krappe) onderwijsarbeidsmarkt. Scholen kunnen daarnaast gebruik maken van handreikingen en ondersteuning die te vinden zijn op nponderwijs.nl. De inzet en de effecten van het Nationaal Programma worden breed gemonitord. Over de resultaten zal ik de Kamer informeren.

Vraag 5

Waarom kiezen docenten in uw ogen massaal voor een overstap van scholen uit de zogenaamde G5 (G4 plus Almere) naar scholen in randgemeenten, zoals reeds duizend duizend docenten deden in de periode 2015ā€“2019 en nu zelfs versneld lijkt plaats te vinden?

Antwoord 5

Door de krapte op de arbeidsmarkt kunnen leraren vaker kiezen bij welke school zij willen werken. Bij deze keuze spelen meerdere factoren mee, bijvoorbeeld reistijd en leerlingenpopulatie. Zowel in de aanpak lerarentekort als in het Nationaal Programma nemen wij gerichte maatregelen, waarmee leraren gestimuleerd worden om op scholen met de grootste uitdagingen te blijven en te gaan werken. Uiteindelijk blijft het de keuze van de leraren zelf waar zij willen werken.

Vraag 6

Ziet u, als u naar de kaart van Nederland met de lerarentekorten per regio kijkt, ook een verband tussen regio's waar de lerarentekorten het meest nijpend zijn en de demografische samenstelling van de regio's in kwestie?

Antwoord 6

Er is een verband tussen demografische samenstelling van een regio en het lerarentekort. In een regio waar bijvoorbeeld een toenemende vergrijzing is, neemt de uitstroom van leraren toe en zijn komende periode meer leraren nodig. Is er in een regio sprake van een daling van leerlingen, dan wordt ook vraag naar leraren lager. Het lerarentekort is een combinatie van verschillende factoren, waaronder demografische samenstelling.

Vraag 7

Erkent u dat de grootscheepse uitstroom van docenten uit scholen in regio's met relatief veel achterstandsleerlingen erop duidt dat het werken op dergelijke scholen als lastiger en minder aantrekkelijk wordt ervaren, denk aan minder ouderbetrokkenheid, minder respect voor gezag en meer incidenten, taalachterstanden etc.?

Antwoord 7

In de onlangs verstuurde Kamerbrief heb ik u gemeld dat we bij de uitvraag naar de actuele tekorten in de G5 zien dat op scholen met een veel leerlingen met risico op onderwijsachterstanden, de tekorten doorgaans groter zijn.2 In het najaar rapporteer ik de Kamer, net als in het najaar 2020 over de mobiliteit van leraren tussen regioā€™s. De motivatie van leraren om op een specifieke school te gaan werken verschilt. Om leraren te stimuleren om op scholen met extra uitdagingen te blijven en te gaan werken, neem ik binnen de aanpak lerarentekort en het Nationaal Programma maatregelen die dit stimuleren, zoals de arbeidsmarkttoelage.

Vraag 8

Zo nee, hoe verklaart u dan dat de scholen net buiten deze G5 (bijvoorbeeld Haarlem, Leiden, Alphen aan de Rijn) juist laag scoren als het gaat om lerarentekorten? Zo ja, wat gaat u eraan doen teneinde het vak van docent ook in de G5 weer aantrekkelijk te maken?

Antwoord 8

Samen met de G5 hebben wij vorig jaar convenanten afgesloten met maatregelen om de tekorten in de steden aan te pakken. Hiervoor is ā‚¬Ā 116 mln. vrijgemaakt.3 Amsterdam zet bijvoorbeeld in op een toeslag voor leraren om personeel vast te houden en de andere steden nemen een mix van maatregelen: inzet van meer klassenassistenten en vakkrachten en het verbeteren van (bovenschoolse) begeleiding van startende leraren en zij-instromers. In het najaar informeer ik u over de voortgang van de convenanten in de jaarlijkse brief over de onderwijsarbeidsmarkt.


  1. NRC, 12Ā juli 2021, Ā«Pijnlijke iron ie: de coronamiljarden voor scholen vergroten het lerarentekortĀ», https://www.nrc.nl/nieuws/2021/07/12/coronamiljarden-vergroten-lerarentekort-speciaal-onderwijs-a4050797ā†©ļøŽ

  2. Kamerstuk 2020ā€“2021 27Ā 923, nr. 418ā†©ļøŽ

  3. Kamerstuk 2019ā€“2020 27Ā 923, nr. 410ā†©ļøŽ