Het opiniestuk ‘Scholen, aarzel niet tegengif te bieden aan desinformatie uit rechts-radicale hoek’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D30939, datum: 2021-08-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z14504).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.J. Beertema, Tweede Kamerlid (Ooit PVV kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G. Wilders, Tweede Kamerlid (PVV)
Onderdeel van zaak 2021Z14504:
- Gericht aan: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Indiener: H.J. Beertema, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: G. Wilders, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z14504
Vragen van de leden Beertema en Wilders (beiden PVV) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het opiniestuk «Scholen, aarzel niet tegengif te bieden aan desinformatie uit rechts-radicale hoek» (ingezonden 24 augustus 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het opiniestuk «Scholen, aarzel niet tegengif te bieden aan desinformatie uit rechts-radicale hoek»?1
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat een schoolleider van de meest prominente middelbare school van Nederland – prominent omdat drie prinsessen van ons koningshuis daar naar school zijn gegaan – zichzelf diskwalificeert als leraar en opvoeder door te stellen dat het diploma van een jongen die in een waardige toespraak kritiek had op de linkse vooringenomenheid van het genoten onderwijs, had moeten worden afgepakt bij de uitgang?
Vraag 3
Deelt u de mening dat een leraar die twijfel en het stellen van kritische vragen in de wetenschap wil verbieden, nota bene de basis van de wetenschappelijke methode, die zijn eigen vrijheid van meningsuiting bovendien aanwendt om de vrijheid van meningsuiting van anderen te verbieden, als leraar en pedagoog zich op het pad begeeft van intolerantie, gewetens- en gedachtendwang?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de uitlatingen van deze afdelingsleider een bewijs zijn van de door de PVV in verschillende debatten geopperde stelling dat er maar één groep in Nederland is die institutioneel en systematisch wordt gediskwalificeerd, gediscrimineerd en wordt uitgesloten, namelijk PVV’ers? Zo nee, waarom niet? Kunt u dit toelichten aan de hand van voorbeelden van mensen die openlijk sympathiseren met de PVV en die werkzaam zijn in het openbaar bestuur, onderwijs en justitie en politie of deelt u juist de mening dat voor dergelijke functies PVV’ers niet in aanmerking zouden moeten komen?
Vraag 5
Deelt u de zorgen dat het normaliseren van dergelijk gedrag door een afdelingsleider kan leiden tot discriminatie en uitsluiting van andersdenkenden? Zo ja, want bent u voornemens hiertegen te doen?
Opinie: Scholen, aarzel niet tegengif te bieden aan desinformatie uit rechts-radicale hoek | De Volkskrant↩︎