De beantwoording van prejudiciële vragen van het Hof Arnhem-Leeuwarden door de Hoge Raad van 2 juli 2021
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D31221, datum: 2021-08-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z14607).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van zaak 2021Z14607:
- Gericht aan: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z14607
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) de de Staatssecretaris van Financiën over de beantwoording van prejudiciële vragen van het Hof Arnhem-Leeuwarden door de Hoge Raad van 2 juli 2021 (ingezonden 27 augustus 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad van 2 juli 2021 met betrekking tot massaalbezwaarprocedures?1
Vraag 2
Is het u bekend dat de Hoge Raad in antwoord op de prejudiciële vragen van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft aangegeven dat in gevallen waarin een individuele vraag nauw verwant is met de aangewezen rechtsvraag en daaraan subsidiair is, dit een reden kan zijn voor de inspecteur het individuele deel van het bezwaar aan te houden, totdat op de massaalbezwaarprocedure is beslist?
Vraag 3
Hoeveel belastingplichtigen hebben inmiddels bezwaar aangetekend tegen de box 3-heffing bij de aanslag 2020?
Vraag 4
In welk deel van deze bezwaarschriften is een stelselvraag aan de orde, welk deel van de bezwaarschriften ziet alleen op een individuele en excessieve last en welk deel van de bezwaarschriften bevat beide? Hoe bereidt de Belastingdienst zich voor op al deze bezwaarprocedures?
Vraag 5
Bent u het met de Hoge Raad eens dat het formeelrechtelijk mogelijk is het bezwaar in het individuele deel aan te houden?
Vraag 6
Is het u bekend dat meerdere belastingplichtigen in hun bezwaar de inspecteur het verzoek hebben gedaan het individuele deel van hun bezwaar aan te houden totdat is besloten in het massale deel, maar dat de Belastingdienst deze verzoeken heeft afgewezen, waardoor deze belastingplichtigen nu op korte termijn ook hun individuele bezwaren moeten doorzetten?
Vraag 7
Is het u bekend dat dit als gevolg heeft dat veel mensen het individuele deel van het bezwaar hebben ingetrokken, met als gevolg dat deze belastingplichtigen hun individuele rechten al hebben verspeeld, voordat zij weten wat de uitkomst van de massaalbezwaarprocedure is?
Vraag 8
Kunt u aangeven waarom deze mogelijkheid niet in praktijk door de Belastingdienst wordt toegepast?
Vraag 9
In hoeverre worden de rechten van belastingplichtigen geraakt, indien de wetgever een belastingplichtige dwingt om eerst het individuele deel van zijn bezwaar uit te procederen, terwijl er nog een collectieve massaalbezwaarprocedure loopt?
Vraag 10
Hoe beziet u in dit licht de conclusie van Advocaat-Generaal Wattel van 25 maart 2021 die een stelselingreep door de rechter op basis van het eigendomsrecht onwaarschijnlijk acht, welke bij de belastingplichtige onzekerheid kan oproepen over of de kans op rechtsherstel misschien groter is bij de individuele weg, terwijl een massaal bezwaar toch de meest geëigende weg lijkt?
Vraag 11
Bent u van mening dat de belastingbetaler geen goed geïnformeerde beslissing kan maken van wat nu de beste weg is, totdat hij zekerheid heeft over de waarschijnlijkheid van een stelselingreep door de rechter, omdat volgens A-G Wattel de rechter wel degelijk drie verschillende mogelijkheden heeft tot een stelselingreep?
Vraag 12
Bent u bereid om een externe partij, bijvoorbeeld de Nationale ombudsman, om een (spoed)advies te vragen over de mogelijkheden voor het aanhouden van het individuele deel van het bezwaar, waarin naast de formeel-juridische aspecten ook de (praktische) rechtsbescherming van belastingplichtigen wordt meegenomen?
Vraag 13
Zou u deze vragen binnen één week willen beantwoorden, aangezien voor veel belastingen de tijd dringt in de bezwaarprocedure?
Hoge Raad, 2 juli 2021; ECLI:NL:HR:2021:963; uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2021:963↩︎