Afschrift van de brief aan het Wereld Antidoping Agentschap (WADA) over BND
Toekomstig sportbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D31230, datum: 2021-08-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30234-274).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Compliance with the World Anti-Doping Code
- Brief aan WADA over BND
- Compliance with the World Anti-Doping Code Anti-Doping Netherlands
Onderdeel van kamerstukdossier 30234 -274 Toekomstig sportbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z14616:
- Indiener: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-09-08 10:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-09-08 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-02 17:00: Onderdeel Sport en Bewegen van de begroting VWS 2022 en aanverwante zaken (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-01-19 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 274 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 augustus 2021
Bijgevoegd doe ik u de brief toekomen die ik vandaag aan het Wereld Antidoping Agentschap (hierna: WADA) heb gestuurd1.
Deze brief aan WADA komt voort uit de verschillende overleggen die de afgelopen maanden tussen Nederland en WADA gevoerd zijn naar aanleiding van een nieuwe versie van de Wereld Antidoping Code (hierna: WAD Code) en een audit die in november 2020 door WADA bij de Dopingautoriteit is uitgevoerd. In de kern komt het erop neer dat Nederland op één punt niet (volledig) voldoet aan de door WADA gestelde (vernieuwde) eisen. In deze brief informeer ik u over de voorgenomen oplossingsrichting om te voorkomen dat dit voor Nederland mogelijk negatieve gevolgen gaat hebben.
Achtergrond
De Dopingautoriteit is een zelfstandig bestuursorgaan en valt onder de Algemene wet bestuursrecht en de Kaderwet ZBO’s. De Dopingautoriteit is als nationale anti-dopingorganisatie gebonden aan de WAD Code die door WADA wordt vastgesteld. Nederland is als verdragspartij gebonden aan het Internationale UNESCO Verdrag tegen doping in de sport en de Overeenkomst ter bestrijding van doping, die in het kader van de Raad van Europa tot stand is gekomen. De strekking van deze verdragen is dat Nederland als lidstaat gehouden is maatregelen te nemen tegen het gebruik van doping. Het UNESCO-verdrag schrijft voor dat de lidstaten de beginselen van de Code moeten onderschrijven.
De WAD Code wordt periodiek – tot nu toe om de 5 à 6 jaar – door WADA herzien naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen en inzichten. Per 1 januari 2021 is de nieuwe WAD Code in werking getreden.2 De Dopingautoriteit heeft haar reglementen en procedures hierop aangepast. Hierover is in het afgelopen jaar veelvuldig contact geweest tussen de Dopingautoriteit en WADA. Ondanks deze inzet om te voldoen aan de vernieuwde eisen van de WAD Code is recent gebleken dat er één punt in de Nederlandse praktijk is waarmee WADA niet akkoord gaat.
Dit betreft de positionering van de Bezwaarcommissie Nationaal Dopingreglement (hierna: BND), die volgens WADA niet voldoende institutioneel onafhankelijk van de Dopingautoriteit is.
BND
De BND is een commissie van de Dopingautoriteit die – kort gezegd – bezwaren en beroepen tegen besluiten van de Dopingautoriteit behandelt. De WAD Code geeft een opsomming van de relevante besluiten. Het gaat hier om besluiten van de Dopingautoriteit die niet door het Instituut Sportrechtspraak (het ISR) en andere commissies van beroep binnen de sportbonden en -organisaties kunnen worden behandeld. Het ISR en de andere beroepscommissies binnen de sport beoordelen dopingovertredingen zoals de (poging tot het) gebruiken van een verboden stof of het verhandelen ervan. De BND bekleedt dus een aanvullende functie en heeft sinds de oprichting tweeëneenhalf jaar geleden dan ook slechts twee zaken behandeld. Zowel het ISR als de andere beroepscommissies zijn institutioneel en operationeel volledig onafhankelijk van de Dopingautoriteit, de BND is institutioneel niet onafhankelijk, maar is nu formeel onderdeel van de Dopingautoriteit.
Volgens de WAD Code dient ook de BND buiten de Dopingautoriteit gepositioneerd te zijn. Op basis van onze nationale wetgeving, de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), moeten bezwaren tegen besluiten van een bestuursorgaan normaliter door het bestuursorgaan zelf behandeld worden. Daarom is de BND op dit moment onderdeel van de Dopingautoriteit zelf. Medio juni verduidelijkte WADA in het e-mailcontact dat plaatsvond dat het niet akkoord gaat met deze praktijk en de toelichting daarop.
Sindsdien is overleg gevoerd met WADA en de Raad van Europa, waarin nogmaals pogingen zijn gedaan tot uitleg over het feit dat de BND feitelijk geheel onafhankelijk functioneert. Desondanks heeft WADA op 28 juli 2021 de procedurele mededeling gedaan dat de Nederlandse situatie aan de compliance commissie zal worden voorgedragen. Een inhoudelijke onderbouwing bevatte dit schrijven niet. Op 18 augustus 2021 is door WADA op verzoek van de Dopingautoriteit een inhoudelijke brief geschreven (bijgevoegd als bijlage)3 met daarin de toelichting waar de non-compliant verklaring precies betrekking op heeft: WADA eist volledige, ook institutionele, onafhankelijkheid van de BND. Op dit punt is de eis van WADA niet in overeenstemming met de regulier geldende bepalingen van de Awb.
Non-compliant verklaring
In de brief van 18 augustus 2021 geeft WADA te kennen dat dit zal worden besproken tijdens de vergadering van het dagelijks bestuur van WADA op 14 september 2021. Er dient rekening mee te worden gehouden dat het dagelijks bestuur tijdens die vergadering zal verklaren dat Nederland niet (volledig) voldoet aan de eisen die worden gesteld in de WAD Code. Deze zogenaamde «non compliant»-verklaring betreft formeel de Dopingautoriteit, maar raakt ook de Nederlandse overheid en de Nederlandse sportwereld. Een «non compliant»-oordeel is vanzelfsprekend niet goed voor het imago van de Nederlandse sport, en kan op de langere termijn ook concrete negatieve gevolgen hebben voor de positie van Nederlandse sporters en Nederlandse sportorganisaties. WADA schetst deze mogelijke consequenties in de brief, waarbij de uiterste consequentie zou kunnen zijn dat Nederlandse sporters niet meer onder Nederlandse vlag mee kunnen doen aan wedstrijden. Maar welke concrete gevolgen dit zal betreffen is niet exact te voorspellen, omdat deze volgens de eigen regelgeving van WADA altijd evenredig moeten zijn met de vastgestelde afwijking van de WAD Code, en niet verder gaan dan nodig is om deze afwijking te corrigeren. Desondanks wil ik de Nederlandse regelgeving op dit formele punt zo snel mogelijk repareren om ervoor te zorgen dat Nederland aan de WAD Code voldoet.
Voorgestelde oplossingsrichting
Met betrokken departementen, NOC*NSF en de Dopingautoriteit is gezocht naar een oplossing. Ik ben voornemens om het proces in gang te zetten dat ertoe strekt dat de BND via een wetswijziging een zelfstandig bestuursorgaan wordt dat als enige instituut zelfstandig beslist op de in de WAD Code opgesomde besluiten, zodat de BND van een volledig zelfstandige positie is verzekerd en wordt voldaan aan de Code. Een wetswijziging dient vanzelfsprekend de normale procedure te doorlopen. Dat moet inhoudelijk en procedureel zorgvuldig gebeuren en kost de nodige tijd. Daarom heb ik WADA aangegeven dat voor de tussenliggende periode, de Dopingautoriteit de eigen reglementen zo zal aanpassen, dat een zo onafhankelijk mogelijke positie van de BND ten opzichte van de Dopingautoriteit geborgd wordt. Volledigheidshalve verwijs ik voor de betreffende aanpassingen van de reglementen naar bijgevoegde brief gericht aan WADA.
De brief gericht aan WADA informeert over het voornemen om een voorstel tot wetswijziging in procedure te brengen, waar deze wetswijziging specifiek betrekking op zal hebben en over de aanpassingen in de reglementen van de Dopingautoriteit die vanaf 1 oktober 2021 gelding zullen krijgen. De voorbereidingen voor het wetgevingstraject zijn gestart. Zodra bekend is wat WADA heeft besloten in de vergadering van 14 september a.s., informeer ik uw Kamer. Daarbij zult u ook geïnformeerd worden over de stand van zaken rondom het wetstraject.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis