Het artikel ‘Het grootste onderwijsprobleem is niet het lerarentekort’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D31333, datum: 2021-08-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z14663).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P. Kwint, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2021Z14663:
- Gericht aan: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Indiener: J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z14663
Vragen van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het artikel «Het grootste onderwijsprobleem is niet het lerarentekort» (ingezonden 30 augustus 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Het grootste onderwijsprobleem is niet het lerarentekort» van Johannes Visser?1
Vraag 2
Vindt u de enorme stijging van het aantal commerciële onderwijsbedrijven van 25.685 in 2007 naar 106.830 begin 2021 ook zeer onwenselijk? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Wat is volgens u de reden van deze explosie van nieuwe commerciële onderwijsbedrijven? Waarom is er zoveel vraag naar? Wie maken er het meest gebruik van? hoeveel geld gaat erin om?
Vraag 4
In hoeverre is er sprake van een verband tussen de stijging van het aantal commerciële onderwijsbedrijven naar 106.830 begin 2021 en de opgelopen onderwijsachterstanden door het sluiten van de scholen door de corona-pandemie? Zien commerciële onderwijsbedrijven een gat in de markt?
Vraag 5
Hoeveel geld geven scholen uit aan commerciële onderwijsbureaus uit het budget van het Nationaal Programma Onderwijs? Op welke wijze beperkt u schoolbesturen hierin?
Vraag 6
Zou het geven van bijles wat u betreft een beroep moeten zijn waarbij aan bepaalde opleidingseisen moet worden voldaan? Zo ja, hoe ziet u dit voor zich? Zo nee, waarom niet, aangezien dit wel een vorm van onderwijs is die op dit moment door iedereen gegeven kan worden zonder enige onderwijsachtergrond?
Vraag 7
Zou wat u betreft de Inspectie van het Onderwijs commerciële onderwijsbedrijven die bijles of andere vormen van aanvullend onderwijs verzorgen, moeten controleren op kwaliteit? Zo ja, hoe ziet u dit voor zich? Zo nee, waarom niet, aangezien iedereen zonder enige onderwijsachtergrond op dit moment een onderwijsbedrijf kan starten en aanvullend onderwijs kan aanbieden?
Vraag 8
Hoe staat het met de uitvoering van de motie Kwint/Westerveld over het maken van afspraken met schoolbesturen om het gebruik van uitzendbureaus tot een absoluut noodzakelijk minimum te beperken? Welke afspraken zijn er intussen gemaakt? hoe staat het met de pilot waarmee schoolbesturen personeel dat niet in loondienst is kunnen categoriseren, zodat ook die informatie opgevraagd kan worden?2 3
Vraag 9
Deelt u de mening dat het zorgwekkend is dat docenten steeds minder zeggenschap over hun beroep hebben? Zo ja, wat kunt u doen om dit te verbeteren, ook buiten de formele rol van de medezeggenschapsraad?
Vraag 10
Deelt u de analyse dat door invoering van de lumpsumsystematiek de zeggenschap en controle van het ministerie over het onderwijs verschoven is naar de schoolbesturen en het ministerie dus in feite een leraar zonder lesboek is die enkel de toets afneemt, aldus Visser? Zo ja, wat vindt u van deze ontwikkeling in combinatie met de toenemende marktwerking in het onderwijs? Zo nee, waarom deelt u deze analyse niet?
Vraag 11
Wat vindt u ervan dat bij grote investeringen in het onderwijs al enkele keren achteraf niet gecontroleerd kon worden of dat het geld goed was besteed, omdat schoolbesturen geen fatsoenlijke verantwoording af hoefden te leggen? Vindt u dat acceptabel als het gaat om geld dat opgebracht wordt door ons allemaal?
Vraag 12
Vindt u dat concurrentie thuishoort binnen een publieke voorziening, zoals onderwijs? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 13
Wat heeft volgens u de concurrentie tussen scholen ons onderwijs gebracht in de afgelopen decennia? Bestempelt u dat als positief of negatief? Kunt u dit toelichten?
Vraag 14
Wat ligt volgens u ten grondslag aan de dalende onderwijskwaliteit in de afgelopen 20 jaar, ondanks de enorme stijging in budget, en in hoeverre heeft de marktwerking in het onderwijs hier een aandeel in tot op de dag van vandaag? Of bent u nog steeds van mening dat de ambitie van schoolbesturen de oorzaak hiervan is?
Vraag 15
Deelt u de analyse van Visser dat de marktwerking in het onderwijs meer kwaad dan goed heeft gedaan en we dit een halt moeten toeroepen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Vraag 16
Hoe kijkt u terug op het gevoerde onderwijsbeleid van de afgelopen 30 jaar en meer specifiek dat van uzelf in de afgelopen 4,5 jaar? Hoe kan het dat de onderwijskwaliteit tijdens Rutte-III niet is gestegen, het lerarentekort niet is gedaald en er nog steeds duizenden kinderen thuiszitten zonder onderwijs?