[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van wet

Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2022)

Voorstel van wet

Nummer: 2021D31367, datum: 2021-08-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35897-2).

Onderdeel van kamerstukdossier 35897 -2 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2022).

Onderdeel van zaak 2021Z14689:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 897 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2022)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige wijzigingen aan te brengen in de wetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I ALGEMENE OUDERDOMSWET

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 56 komt te luiden:

Artikel 56

De voordelen uit artikel 55 voortvloeiende komen enkel toe aan degene die in Nederland woont.

B

Artikel 57 komt te luiden:

Artikel 57

Bij algemene maatregel van bestuur kan onder daarbij te stellen voorwaarden worden bepaald, dat voor de toepassing van de artikelen 55 en 56 het wonen buiten Nederland wordt gelijkgesteld met het wonen in Nederland.

ARTIKEL II ARBEIDSWET 2000 BES

Artikel 23, eerste lid, van de Arbeidswet 2000 BES wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden:

b. de datum vallende na de datum van de in het openbaar lichaam Saba gehouden Carnavalsoptocht;.

2. Onder verlettering van onderdeel k tot l, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

k. voor het openbaar lichaam Sint Eustatius de datum 1 juli;.

3. In het derde lid, wordt «eerste lid onder b of k» vervangen door «eerste lid, onderdeel b of l».

ARTIKEL III BESLUIT GELIJKSTELLING NIET-NEDERLANDERS MET NEDERLANDERS (ALGEMENE OUDERDOMSWET)

Het Besluit gelijkstelling niet-Nederlanders met Nederlanders (Algemene Ouderdomswet) wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV PARTICIPATIEWET

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 31, tweede lid, onderdeel o, vervalt.

B

Artikel 34, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e wordt de puntkomma vervangen door een punt.

2. Onderdeel f vervalt.

C

In artikel 60c wordt «behoorlijke nakomen» vervangen door «behoorlijk nakomen».

ARTIKEL V TOESLAGENWET

In artikel 21, tweede lid, van de Toeslagenwet wordt na «is ontstaan door het» ingevoegd «opzettelijk of door grove schuld».

ARTIKEL VI WERKLOOSHEIDSWET

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel o, vervalt het vierde onderdeel.

B

In artikel 22a, eerste lid, onderdeel c, wordt «de verplichting bedoeld in artikel 25» vervangen door «een verplichting op grond van artikel 25 of 26, eerste lid,».

C

Artikel 42a, achtste lid, komt te luiden:

8. Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 42 wordt niet als loon beschouwd het voordeel van het voor privédoeleinden ter beschikking stellen van een auto, bedoeld in artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964.

ARTIKEL VII WET OP HET ALGEMEEN VERBINDEND EN HET ONVERBINDEND VERKLAREN VAN BEPALINGEN VAN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN

Aan artikel 2a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten wordt een lid toegevoegd, luidende:

8. In het geval van werkzaamheden met het oog op de initiële assemblage of de eerste installatie van een goed, die een wezenlijk bestanddeel uitmaken van een overeenkomst voor de levering van goederen, noodzakelijk zijn voor het in werking stellen van het geleverde goed en uitgevoerd worden door gekwalificeerde of gespecialiseerde werknemers van de leverende onderneming, is het eerste lid, aanhef en onder b en c, niet van toepassing, mits de duur van de detachering niet meer dan acht dagen bedraagt en het geen werkzaamheden in de sector bouwbedrijf betreft.

ARTIKEL VIII WET ARBEID EN ZORG

Hoofdstuk 7 van de Wet arbeid en zorg vervalt.

ARTIKEL IX WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2:30, tweede lid, en 3:73a, tweede lid, wordt «1 januari 2015» telkens vervangen door «1 januari 2018».

B

In artikel 2:31, tweede lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

d. mee te werken aan activiteiten of werkzaamheden, gericht op inschakeling in de arbeid, die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wenselijk acht voor verkrijging van de mogelijkheden tot het verrichten van passende arbeid;

e. mee te werken aan aanpassing van de arbeidsplaats en aan persoonsgebonden voorzieningen die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt voor verkrijging van mogelijkheden tot het verrichten van passende arbeid en zo nodig te trachten die aanpassing en die voorzieningen te verkrijgen.

C

Artikel 2:32 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

c. in voldoende mate te trachten passende arbeid te verkrijgen;

d. geen eisen te stellen in verband met de door hem te verrichten arbeid die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld op grond waarvan aan jonggehandicapten die recht hebben op arbeidsondersteuning in individuele gevallen tijdelijk ontheffing kan worden verleend van de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdelen c of d.

D

Artikel 2:39 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «de voorwaarden, bedoeld in het derde lid» vervangen door «de voorwaarde, bedoeld in het derde lid».

2. Het derde lid komt te luiden:

3. De jonggehandicapte die recht heeft op arbeidsondersteuning ontvangt inkomensondersteuning als bedoeld in het eerste lid, indien en zolang hij meewerkt aan het opstellen van het participatieplan.

3. Het vierde lid vervalt.

4. In het vijfde lid wordt «De voorwaarden, bedoeld in het derde lid, zijn niet van toepassing» vervangen door «De voorwaarde, bedoeld in het derde lid, is niet van toepassing» en vervalt de tweede volzin.

5. In het zesde lid wordt «De voorwaarden, bedoeld in het derde lid, zijn niet van toepassing» vervangen door «De voorwaarde, bedoeld in het derde lid, is niet van toepassing».

6. Het zevende lid vervalt.

E

In artikel 3:59, tweede lid, wordt na «is ontstaan door het» ingevoegd «opzettelijk of door grove schuld».

ARTIKEL X WET ARBEIDSVOORWAARDEN GEDETACHEERDE WERKNEMERS IN DE EUROPESE UNIE

In artikel 1, eerste lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie wordt in de begripsbepaling van «zelfstandige» na «degene die in de uitoefening van beroep of bedrijf» ingevoegd «vanuit een andere lidstaat».

ARTIKEL XI WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 21a vervalt.

B

De laatste zin van artikel 27, eerste lid, komt te luiden:

Voorts kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere voorwaarden worden gesteld aan de toepassing van de premie en over de wijze waarop de lage premie wordt herzien in de gevallen waarin met terugwerkende kracht de hoge premie van toepassing is.

C

Aan artikel 117b, derde lid, onderdeel c, wordt toegevoegd «, tenzij op grond van artikel 38a, negende lid, of artikel 38b, tweede lid, van de Ziektewet geen ziekengeld is of wordt toegekend».

D

In hoofdstuk 7 wordt na artikel 122q een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 122r

1. In afwijking van artikel 117b, derde lid, onderdeel c, komt een door UWV te betalen WGA-uitkering als bedoeld in dat onderdeel, niet ten laste van de Werkhervattingskas indien:

a. op grond van de artikelen 38a, negende lid, of 38b, tweede lid, van de Ziektewet geen ziekengeld is of wordt toegekend; en

b. voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XI, onderdeel C, van de Verzamelwet SZW 2022 bij UWV een aanvraag is gedaan om vast te stellen of de werknemer, aan wie de WGA-uitkering is toegekend, uit diezelfde dienstbetrekking recht had op ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel d, e, f of g, van de Ziektewet of op ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van de Ziektewet, dat aan de werknemer is toegekend direct aansluitend op een dienstbetrekking waarin recht op ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel e, f of g, van de Ziektewet bestond.

2. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2032.

ARTIKEL XII WET GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING

In artikel 8, tweede lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening wordt «kan» vervangen door «verstrekt» en vervalt «verstrekken».

ARTIKEL XIII WET INBURGERING

De Wet inburgering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

2. Onze Minister verlengt de nieuwe termijn, bedoeld in het eerste lid, indien de inburgeringsplichtige aannemelijk maakt dat hem geen verwijt treft ter zake van het niet tijdig afronden van het participatieverklaringstraject.

3. De verlenging, bedoeld in het tweede lid, kan telkens voor ten hoogste een jaar worden verleend.

B

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

2. Onze Minister verlengt de nieuwe termijn, bedoeld in het eerste lid, indien de inburgeringsplichtige aannemelijk maakt dat hem geen verwijt treft ter zake van het niet tijdig behalen van de examenonderdelen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdelen b en c.

3. De verlenging, bedoeld in het tweede lid, kan telkens voor ten hoogste twee jaar worden verleend.

X

In artikel 30, eerste lid, en artikel 33, eerste en tweede lid, wordt «termijn» steeds vervangen door «termijnen».

ARTIKEL XIV WET INBURGERING 2021

De Wet inburgering 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, derde lid, wordt «medisch advies» vervangen door «deskundigenverklaring».

B

Artikel 7, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt «; en» vervangen door een punt.

2. Onderdeel e vervalt.

C

In artikel 17, derde lid, wordt «of de op grond van artikel 12 verlengde termijn,» vervangen door «de op grond van artikel 12 verlengde termijn, of de op grond van artikel 25, tweede lid, vastgestelde nieuwe termijn,».

D

Na artikel 26 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 26a. Hardheidsclausule

Het college en Onze Minister kunnen de artikelen 22 tot en met 26 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze wet beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

E

Aan artikel 34 wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, bedoeld in artikel 2 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verstrekt Onze Minister gegevens over de verblijfsplaats van de inburgeringsplichtige, waaronder de verblijfsplaats waar de inburgeringsplichtige op grond van artikel 28 van de Huisvestingswet zal worden gehuisvest.

F

Artikel 45, onderdeel A, komt als volgt te luiden:

A

In artikel 1.4a.1, eerste lid, wordt «voor zover het betreft de artikelen 7.4.3, 7.4.4 en 7.4.7» vervangen door «voor zover het betreft de artikelen 7.4.4 en 7.4.7».

G

In artikel 46, onderdeel F, eerste lid, wordt «a.» vervangen door «g.».

H

In artikel 47, onderdeel A, wordt in artikel 1.6, eerste lid, onderdeel g, na «voor zover» ingevoegd «de inburgeringsplichtige het taalschakeltraject, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van die wet, volgt, dan wel».

ARTIKEL XV WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE WERKLOZEN

In artikel 35a, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen wordt na «is ontstaan door het» ingevoegd «opzettelijk of door grove schuld».

ARTIKEL XVI WET KINDEROPVANG

In artikel 1.6, eerste lid, onderdeel j, onder 4°, van de Wet kinderopvang wordt «een associate degree-opleiding, een bacheloropleiding of een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3a» vervangen door: «een associate degree-opleiding, een bacheloropleiding, een masteropleiding of een postinitiële masteropleiding als bedoeld in de artikelen 7.3a of 7.3b».

ARTIKEL XVII WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 88a vervalt.

B

In artikel 88b, eerste lid, wordt «Indien door de werknemer geen toestemming is gegeven als bedoeld in artikel 88a, is de inzage in, dan wel kennisname of toezending van stukken die medische gegevens bevatten, voorbehouden aan» vervangen door «De inzage in, dan wel kennisname of toezending van stukken die medische gegevens bevatten, is behalve aan de werknemer voorbehouden aan».

C

Artikel 88c wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

2. In het tweede lid (nieuw) wordt «De bijlage wordt verstrekt aan» vervangen door «De bijlage wordt behalve aan de werknemer uitsluitend verstrekt aan».

3. In het derde lid (nieuw) wordt «Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op» vervangen door «Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op».

D

In artikel 88d vervalt «88a, ».

ARTIKEL XVIII WET OP HET KINDGEBONDEN BUDGET

Aan artikel 1 van de Wet op het kindgebonden budget wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, bestaat er wel aanspraak op kindgebonden budget voor een kind dat rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000.

ARTIKEL XIX WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN

De Wet op de ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, derde lid, onderdeel a, wordt «ten minste 24 maanden» vervangen door «ten minste 15 maanden».

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «ten minste 6 maanden» vervangen door «ten minste 3 maanden».

2. In het derde lid wordt «ten minste een jaar» vervangen door «ten minste 3 maanden».

C

Artikel 15, tweede lid, komt te luiden:

2. De ondernemingsraad kan met inachtneming van het eerste lid vaste commissies instellen voor de behandeling van door hem aangewezen onderwerpen. In een vaste commissie kunnen naast een of meer leden van de ondernemingsraad ook andere in de onderneming werkzame personen zitting hebben. De ondernemingsraad kan in het instellingsbesluit van een vaste commissie zijn rechten en bevoegdheden ten aanzien van de door hem aangewezen onderwerpen, met uitzondering van de bevoegdheid tot het voeren van rechtsgedingen, geheel of gedeeltelijk aan de betrokken commissie overdragen, indien de meerderheid van het aantal leden van de commissie uit leden van de ondernemingsraad bestaat.

ARTIKEL XX WET ROL WERKNEMERS BIJ EUROPESE RECHTSPERSONEN

In artikel 1:8, vierde lid, van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen wordt «artikel 1:11, tweede lid, tweede zin» vervangen door «artikel 1:11, eerste lid, tweede zin».

ARTIKEL XXI WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervalt in de begripsbepaling van «inkomen uit arbeid» het vierde onderdeel.

B

Artikel 15, elfde lid, komt te luiden:

11. Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als loon beschouwd het voordeel van het voor privédoeleinden ter beschikking stellen van een auto, bedoeld in artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964.

C

De artikelen 40 en 130 vervallen.

D

In artikel 82, zesde lid, wordt na «direct aansluitend op een dienstbetrekking waarin recht op ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel e, f of g, bestond,» ingevoegd «, tenzij op grond van artikel 38a, negende lid, of artikel 38b, tweede lid, van de Ziektewet geen ziekengeld is of wordt toegekend».

E

Artikel 104 vervalt.

F

Artikel 105 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 105. Inzage door de gemachtigde

2. In het eerste lid wordt «Indien door de werknemer geen toestemming is gegeven als bedoeld in artikel 104, is de inzage in, dan wel kennisname of toezending van stukken die medische gegevens bevatten, voorbehouden aan» vervangen door «De inzage in, dan wel kennisname of toezending van stukken die medische gegevens bevatten, is voorbehouden aan».

G

Artikel 106 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

2. In het tweede lid (nieuw) wordt «De bijlage wordt verstrekt aan» vervangen door «De bijlage wordt behalve aan de werknemer uitsluitend verstrekt aan».

3. In het derde lid (nieuw) wordt «Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op» vervangen door «Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op».

H

In artikel 107 vervalt «104, ».

I

In hoofdstuk 13 wordt na artikel 133l een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 133m

1. In afwijking van artikel 82, zesde lid, draagt de eigenrisicodrager het risico van betaling van de WGA-uitkering aan de verzekerde niet indien:

a. op grond van artikel 38a, negende lid, of artikel 38b, tweede lid, van de Ziektewet geen ziekengeld als bedoeld in artikel 82, zesde lid, is of wordt toegekend; en

b. voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XXI, onderdeel D, van de Verzamelwet SZW 2022 bij UWV een aanvraag is gedaan om vast te stellen of de werknemer, aan wie de WGA-uitkering is toegekend, uit diezelfde dienstbetrekking recht had op ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel d, e, f of g, van de Ziektewet of op ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van de Ziektewet, dat aan de werknemer is toegekend direct aansluitend op een dienstbetrekking waarin recht op ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel e, f of g, van de Ziektewet bestond.

2. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2032.

ARTIKEL XXII ZIEKTEWET

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 75a vervalt.

B

In artikel 75b, eerste lid, wordt «Indien door de werknemer geen toestemming is gegeven als bedoeld in artikel 75a, is de inzage in, dan wel kennisname of toezending van stukken die medische gegevens bevatten, voorbehouden aan» vervangen door «De inzage in, dan wel kennisname of toezending van stukken die medische gegevens bevatten, is voorbehouden aan».

C

Artikel 75c wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

2. In het tweede lid (nieuw) wordt «De bijlage wordt verstrekt aan» vervangen door «De bijlage wordt behalve aan de werknemer uitsluitend verstrekt aan».

3. In het derde lid (nieuw) wordt «Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op» vervangen door «Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op».

D

In artikel 75d vervalt «75a, ».

ARTIKEL XXIII INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, waarbij de artikelen V, IX, onderdeel E, XV en XVI, terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL XXIV CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet SZW 2022.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,