[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief van de Voorzitter over de verenigbaarheid van functies van Kamerlidmaatschap en demissionair staatssecretaris

Verenigbaarheid van functies met het Kamerlidmaatschap

Brief Kamer

Nummer: 2021D31439, datum: 2021-08-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35896-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35896 -2 Verenigbaarheid van functies met het Kamerlidmaatschap.

Onderdeel van zaak 2021Z14706:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 896 Verenigbaarheid van functies met het Kamerlidmaatschap

Nr. 2 BRIEF VAN VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Leden

Den Haag, 30 augustus 2021

Het lid Leijten (SP) heeft tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 18 augustus 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 101, Regeling van Werkzaamheden) een debat aangevraagd en toegewezen gekregen over de situatie waarbij drie Kamerleden na de verkiezingen zijn toegetreden als Staatssecretaris tot het demissionaire kabinet.

Tijdens voornoemde Regeling van Werkzaamheden heeft mevrouw Leijten mij voorts verzocht een toelichting te geven op mijn standpunt dat de benoemingen van de leden Yeşilgöz-Zegerius, Van Weyenberg en Wiersma tot Staatssecretaris niet hebben geleid tot een onverenigbare combinatie van functies.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius werd op 25 mei 2021 tot Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat benoemd (Kamerstuk 34 700, nr. 77). Artikel 57, tweede lid, van de Grondwet stelt dat een lid van de Staten-Generaal niet Minister, Staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer, of lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij de Hoge Raad kan zijn. Ik heb echter gemeend dat artikel 57, derde lid, Grondwet op deze situatie van toepassing is dat stelt: «Niettemin kan een Minister of Staatssecretaris, die zijn ambt ter beschikking heeft gesteld, dit ambt verenigen met het lidmaatschap van de Staten-Generaal, totdat omtrent die beschikbaarstelling is beslist.»

De Minister-President heeft op 15 januari 2021 namens het gehele kabinet ontslag aangeboden aan de Koning. Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius heeft de functie als Staatssecretaris weliswaar aanvaard na 15 januari 2021, maar deze functie valt mijns inziens onder de eerder genoemde ontslagaanvraag. Los van de discussie over de verenigbaarheid met het lidmaatschap van de Tweede Kamer, zou er anders sprake zijn van een demissionair kabinet met daarin ook missionaire bewindspersonen, hetgeen ondenkbaar zou zijn.

Uiteraard ben ik conform bovenstaand uitgangspunt ook tot het oordeel gekomen dat de benoeming van het lid Van Weyenberg tot Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de benoeming van het lid Wiersma tot Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 10 augustus 2021 (Kamerstuk 34 700, nr. 82) niet tot een onverenigbare combinatie van functies hebben geleid.

Mijn interpretatie van de relevante bepalingen in de Grondwet is dat er geen sprake is van onverenigbare functies. Zoals ik u al eerder liet weten, ben ik mij bewust van het feit dat hierover recent een levendige discussie is ontstaan. Ik heb daarom de Kamer op 16 augustus 2021 in overweging gegeven voorlichting van de Raad van State te vragen op dit punt. Daar is vervolgens toe besloten in de vergadering van 18 augustus 2021.

Tot slot is het aan de Kamer om verder van gedachten te wisselen over deze kwestie en uiteindelijk een standpunt in te nemen. Of de situatie wenselijk is dat Kamerleden na verkiezingen toetreden tot een demissionair kabinet vind ik bij uitstek een vraag voor dat politieke debat.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
Vera Bergkamp